Messiaanse beweging wil erkenning van de kerk
Een groep Messiasbelijdende joden en christenen wil dat er in Jeruzalem een bijeenkomst wordt gehouden waarbij de kerk officieel de eigen identiteit van de joods-messiaanse beweging erkent. Het proces dat naar deze ontmoeting moet leiden heet ”Towards Jerusalem Council II” (”Naar de tweede vergadering van Jeruzalem”).
Tijdens de eerste vergadering van Jeruzalem, waarover de Bijbel spreekt in Handelingen 15, bepaalden joden die in Jezus geloofden tegen welke voorwaarden niet-joden konden toetreden tot de kerk. Bij de tweede vergadering zal de kerk de unieke positie moeten erkennen van de Messiasbelijdende joden, die vasthouden aan eigen gebruiken als besnijdenis, sabbat en joodse feestdagen en in Jezus als Messias geloven, aldus de initiatiefnemers. „Zeker sedert de vierde eeuw heeft de christelijke kerk de expressie van de joodse identiteit verboden.”
”Towards Jerusalem Council II” -aangeduid als TJC II- betreft in de eerste plaats een visie, aldus de rooms-katholieke priester dr. Peter Hocken in een document over de geschiedenis van de beweging. „Het is een visie om een van de oudste wonden in de kerk te genezen. Dat is de visie op de eenheid tussen jood en niet-jood, in het ene Lichaam van Jezus, de Messias van Israël.”
„We identificeren ons met de visie dat er op zekere dag een tweede vergadering in Jeruzalem wordt gehouden waarbij het leiderschap van de kerk uit de volkeren de herrezen kerk van de besnijdenis zal erkennen en ermee in gemeenschap zal treden en daarbij alle uitspraken en wetgeving tegen de joodse expressie van de kerk zal annuleren”, aldus een verklaring van TJC II in oktober 2000.
De beweging begon in de zomer van 1995 met een toespraak van Marty Waldman, de leider van de Baruch HaShem Congregatie in Dallas (VS), voor de Unie van de Messiaans Joodse Congregaties, waarvan hij voorzitter was. Hij gelooft dat de joods-messiaanse beweging een herleving was van de joodse kerk onmiddellijk na de uitstorting van de Heilige Geest en dat er een totale verzoening moet komen tussen de kerk en de joods-messiaanse beweging.
De visie kreeg aanvankelijk de steun van Messiasbelijdende joden en evangelische christenen, maar de leiders van de beweging hebben er hard aan gewerkt ook rooms-katholieke en orthodoxe kerken bij het plan te betrekken. Deze kerken zijn verantwoordelijk voor het buiten de wet stellen en de verdwijning van de joodse kerk, aldus Hocken.
Het uitvoerend comité van TJC II, dat bestaat uit zeven Messiasbelijdende joden en zeven christenen, besloot in het jaar 2000 kerkleiders uit te nodigen om associatieve leden te worden die de visie in hun eigen land zouden moeten verbreiden. De associatieve leden worden geregeld uitgenodigd voor grote bijeenkomsten in een bepaald continent of gebied in de wereld.
In mei dit jaar hield de TJC II een bijeenkomst in Addis Abeba (Ethiopië) voor Afrikaanse kerkleiders. De respons van de Afrikaanse kerkleiders en theologen uit evangelische en anglicaanse hoek was zeer positief, aldus Evan Thomas, medevoorzitter van TJC II en voorganger van de Messiaanse Congregatie Beth Asaph in Netanya in Israël. „We boekten ook belangrijke vooruitgang bij de Ethiopisch-Orthodoxe Kerk. De patriarch van de Ethiopisch-Orthodoxe Kerk, Abuna Paulos, gaf ons tijd en een positief respons.”
Thomas, die vanaf het begin bij het initiatief betrokken is geweest, ziet positieve reacties in de orthodoxe en protestantse kerken in Europa. In de VS komt de meeste belangstelling van de evangelische gemeenten en de joods-messiaanse beweging. Hij wil zich niet uitspreken over de vraag of er een kans bestaat dat het Vaticaan officieel het idee van de TJC II gaat steunen. „Ik zou die vraag niet eens durven te beantwoorden”, zegt hij. „Ik heb deze vraag aan enkele belangrijke kardinalen gesteld, maar ze ontwijken deze heel snel.” Met het Vaticaan bestaat overigens „een voortgaande dialoog op zeer hoog niveau”, aldus Thomas.
In de Israëlische joods-messiaanse congregaties is de houding tegenover het idee overwegend positief, vooral onder de leiders. Maar dezen hebben de handen vol aan de plaatselijke gemeentes, zodat er weinig tijd overblijft voor de TJC II, aldus Thomas.
Tony Higton, de Britse voorganger van de anglicaanse Christ Church in Jeruzalem, woonde twee weken geleden een TJC II-vergadering voor Europese kerkleiders in Wenen bij. Hij signaleert drie aarzelingen bij de kerken. In de eerste plaats streven veel kerken naar goede betrekkingen met de joodse gemeenschap, en deze accepteert de messiaans-joodse stroming niet. Sommige christenen willen daarom niet openlijk zijn over hun steun voor de messiaanse beweging. Hij ziet overigens dat degenen die betrokken zijn bij TJC II goede contacten willen met de hele joodse gemeenschap en niet alleen met het messiaans-joodse deel.
Een tweede probleem is dat sommige christenen het gevoel hebben dat de messiaanse beweging een sekte is, een gedachte die zou voortvloeien uit onwetendheid. Een derde probleem is dat sommigen het gevoel krijgen dat de messiaanse beweging opnieuw een muur van verdeeldheid op wil werpen tussen joden en christenen. „Natuurlijk is dat een gevaar waarop we altijd bedacht moeten zijn, maar de meesten willen dat niet. Wat ze wel willen, is een eenheid tussen joden en niet-joden. In de meeste messiaanse congregaties zitten niet-joden en, in Israël, ook Arabieren.”
Higton legt er de nadruk op dat het buiten het vermogen van de TJC II ligt om een vergadering bijeen te roepen. „Dat kan alleen gedaan worden door de leiding van de kerken. Het tijdstip van de vergadering is afhankelijk van de snelheid waarmee de kerkhiërarchie de visie accepteert. Het wordt goed opgepakt onder de rooms-katholieken en dat kan de zaak doen versnellen.”