Op 6 januari, de dag waarop de uitslag formeel werd erkend, werd het parlementsgebouw bestormd door honderden aanhangers van toenmalig president Donald Trump. De Republikein, die zonder bewijs te tonen over verkiezingsfraude sprak, riep zijn achterban op te protesteren bij het parlement.

Eerder werd al duidelijk dat er Proud Boys bij de bestorming betrokken waren. Ethan Nordean, Joseph Biggs, Zachary Rehl en Charles Donohoe moedigden andere leden aan het protest in Washington bij te wonen. De vier mannen geven in hun staten leiding aan de regionale afdelingen van de Proud Boys.

Volgens de aanklacht hebben de verdachten paramilitaire middelen bemachtigd die later gebruikt werden bij de bestorming. Ook zouden ze metalen barrières bij het parlement ontmanteld hebben. Het viertal zou hebben gecommuniceerd via walkietalkies en gecodeerde chatapps.

In de aanklacht staat ook dat hun bedoelingen al in november bekend waren, verwijzend naar de uitspraken die twee mannen op sociale media hadden gedaan. Een van hen dreigde voorafgaand aan de presidentsverkiezingen met een oorlog als de verkiezingswinst van Trump zou worden „gestolen”. Een ander verklaarde na de verkiezingen dat mensen om zullen moeten gaan met het „monster” dat ze hadden gecreëerd.