Cultuur & boeken

Ruiken aan het verleden in het Mauritshuis

Schilderijen uit de zeventiende eeuw roepen tegenwoordig gevoelens van nostalgie op. Maar voor tijdgenoten was het beeld van een Amsterdamse gracht verbonden met ondraaglijke stank. Het Mauritshuis in Den Haag laat de bezoeker ruiken aan het verleden.

26 February 2021 19:18
Gezicht op de Oudezijds Voorburgwal met de Oude Kerk in Amsterdam, Jan van der Heyden, ca. 1670.  beeld Mauritshuis, Den Haag
Gezicht op de Oudezijds Voorburgwal met de Oude Kerk in Amsterdam, Jan van der Heyden, ca. 1670.  beeld Mauritshuis, Den Haag

Het lijkt een romantisch beeld dat Jan van der Heyden rond 1670 schilderde. Zijn ”Gezicht op de Oudezijds Voorburgwal met de Oude Kerk in Amsterdam” ademt een vredige rust. Het bedehuis gaat schuil achter lommerrijke bomen, zacht zonlicht streelt de Hollandse trapgevels van de statige woningen langs de gracht en op het spiegelende water glijdt een roeiboot achter twee sierlijke zwanen aan. Niet iets om de neus voor op te halen.

Maar tijdgenoten van de schilder moeten bij dit beeld onmiddellijk de walgelijke stank hebben geroken die vooral in de zomer uit de Amsterdamse grachten omhoog steeg. En daar was niets romantisch aan.

Op het schilderij zijn wel aanwijzingen te vinden dat het niet alles rozengeur en maneschijn was daar aan de Oudezijds Voorburgwal – zoals ook in de rest van de stad en in andere Hollandse steden. Tegen de elegante brug aangeklemd staat een privaat, een openbaar toilet dat rechtsreeks op de gracht loost. Pal ernaast veegt een straatveger paardenmest op een hoop. En vlak daarbij doet een eenvoudige vrouw haar was in het troebele water.

In de zeventiende eeuw werd al het afval zonder mankeren de grachten ingekieperd: de inhoud van privaten, riolen en goten, dode dieren, slachtafval, visafval, rottende groente, afgedankt hooi en allerlei giftige stoffen afkomstig van textielbedrijven, leerlooierijen, brouwerijen of suikerfabrieken. Geen wonder dat zelfs in officiële stukken termen als ”Stinksloot” en ”Stinkgracht” voorkwamen.

Jacobs bedrog

Is het mogelijk om die doordringende geur van een Amsterdamse gracht uit de zeventiende eeuw weer op te roepen? Het Mauritshuis in Den Haag doet een poging in de verrassende tentoonstelling ”Vervlogen – geuren in kleuren”. Parfumeurs van International Flavors & Fragrances hebben in opdracht van het museum allerlei geuren gebrouwen, op basis van oude recepten of aan de hand van historische gegevens.

Volgens Ariane van Suchtelen, bedenker van de tentoonstelling, hebben verschillende kunstenaars uit de zeventiende eeuw hun best gedaan om de illusie van geur op te roepen. Bloemstillevens waren daar natuurlijk heel geschikt voor, maar ook bij andere onderwerpen speelde dit een rol. Bijvoorbeeld in de Bijbelse voorstelling ”Isaak zegent Jakob” van Govert Flinck (rond 1638). De aartsvader liet zich immers bedriegen door de geur van het veld die Jacob bij zich droeg om te verhullen dat hij niet Ezau was. Van Suchtelen noemt het schilderij ”Binnenhuis met vrouwen bij een linnenkast” uit 1663 van Pieter de Hooch. „De frisse lucht van schone was en een gedweilde tegelvloer komt je bijna tegemoet, zo sterk is de suggestie van geur.”

Een groot contrast met het beeld van de wasvrouw op het paneel van Jan van der Heyden. Trouwens, bij Pieter de Hooch is via de gang ook een stukje gracht zichtbaar. „Daar moet het anders geroken hebben”, constateert Van Suchtelen fijntjes.

Achterliggende vraag bij het opzetten van de tentoonstelling was: Beleven we schilderijen op een andere manier als we de geuren van de voorstelling ook echt kunnen ruiken? Van Suchtelen is ervan overtuigd. „Een belangrijke eigenschap van geur is dat het een gevoel van fysieke aanwezigheid kan oproepen – alsof we er zelf bij zijn. Het kijken en het ruiken kunnen elkaar versterken tot een intense ervaring.” Daarom is bij een aantal schilderijen een geurpomp geplaatst die de bezoeker met de voet kan bedienen en de geur van bloemen, schoongewassen linnengoed, zomer- en winterparfums of van een stinkende gracht kan opsnuiven.

Parfums

De tentoonstelling kent een groot aantal thema’s en invalshoeken. Wat rook je als je in de 17e eeuw je huis in de stad uitliep? Wat was de relatie tussen geur, gezondheid en persoonlijke hygiëne? Welke geuren bereikten de Republiek vanuit overzeese gebieden waar specerijen, koffie en thee, tabak, exotische groenten en fruit vandaan werden gehaald? En waarom gebruikte men eigenlijk parfums?

Er was in de 17e eeuw reden genoeg om van alles en nog wat –het lichaam, kleren, accessoires– te parfumeren. Mensen geloofden dat kwalijke geuren ziekmakend waren en bijvoorbeeld pest konden veroorzaken. Die moesten dus worden bestreden met ziekteafwerende geuren. Een van de toeschouwers van ”De anatomische les” van Michiel en Pieter van Mierevelt uit 1617 houdt een pomander vast, een met sterke geurstoffen gevulde reukbol. Waarschijnlijk was die hier wel nodig want vóór de toeschouwer ligt het ontzielde lichaam waarvan zojuist de onderbuik is opgesneden. Gelukkig is déze geur in het Mauritshuis niet te ruiken.

www.mauritshuis.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer