Ds. Uwe Holmer werd wereldwijd bekend toen hij in 1990 de voorzitter van de Staatsraad van de DDR, Erich Honecker, verwelkomde. In de brief leggen de predikanten uit dat elke gemeente het „geestelijke en natuurlijke recht heeft om voor zichzelf te beslissen over de aanstelling en afzetting van haar voorganger. De hervormer Maarten Luther (1483-1546) verklaarde dit al in 1523 in zijn werk „dat een christelijke gemeenschap of gemeente het recht en de macht heeft om leerstellingen te beoordelen en leraren te beroepen, aan te stellen en af te zetten.””

De BEK heeft volgens de predikanten niet het recht „om over pastor Latzel te oordelen zonder de gemeente van St. Martini daarbij te betrekken.” In de procedure over het ontslag is de gemeente niet alleen „niet ondervraagd, maar ook bewust buitengesloten.” Ze noemen de straf door de kerkleiding „onevenredig. Bovendien is het twijfelachtig dat de kerk, die altijd vergeving predikt, de excuses van Latzel niet heeft geaccepteerd. Het langdurige proces en de onzekerheid over zijn toekomst vormen lange tijd een zware belasting voor hem en zijn gezin.”

Ds. Latzel kreeg in november vorig jaar een boete opgelegd vanwege zijn uitlatingen over homoseksualiteit. De leiding van de BEK, waarvan de Sint-Martinigemeente deel uitmaakt, besloot hem hierop gedurende de loop van de procedure uit zijn dienst te ontheffen, tenzij ds. Latzel vrijwillig voor een „rustperiode” zou kiezen. Toen de predikant dat afwees, volgde een schorsing. Die houdt in dat ds. Latzel zolang zijn zaak loopt –wat jaren kan duren– niet meer mag voorgaan, ook niet op andere plaatsen of via internet. Het bieden van pastorale zorg aan gemeenteleden is eveneens verboden. De predikant heeft bezwaar aangetekend tegen het vonnis en tegen zijn schorsing.