Psycholoog in coronatijd: samen de natuur in
Het kan in deze tijden van lockdowns efficiënter zijn dan cliënten antidepressiva voor te schrijven, denkt ‘wandelpsycholoog’ Nili de Graaf: hen meenemen voor een praktijksessie in de buitenlucht.
Toen De Graaf 8 was, emigreerde ze met haar ouders vanuit Israël naar Nederland. Daar woonde ze sindsdien altijd in een grote stad, maar wat bleef was de liefde voor de natuur. „Ik groeide op in de Israëlische kibboets Kfar Masaryk, waar katoen werd verbouwd. Het was dicht bij het strand van de kustplaats Haifa. Na schooltijd speelde ik altijd buiten. Wij kinderen zwierven urenlang alleen over het kibboetsterrein of speelden in de bergen. Ik ademde en leefde in de natuur.”
Na haar studie psychologie liep De Graaf anderhalf jaar stage in Israël. Uiteindelijk settelden de psychologe en haar gezin in Amsterdam. „Mijn ex en ik woonden met onze baby in onderhuur en zochten een woning. In de buurt van Amsterdam bleek alleen Almere betaalbaar. We hoorden dat het kindvriendelijk en groen was en dat klopte inderdaad.”
Er bleek nog een onverwacht voordeel. „Tijdens natuurwandelingen met vrienden ontdekte ik hoeveel makkelijker het praatte als je elkaar niet hoefde aan te kijken. Vooral bij gevoelige onderwerpen bleek dat heel fijn te zijn. Dat inspireerde me zo’n twaalf jaar geleden om mijn werk als psycholoog ook wandelend te gaan doen. In plaats van in een spreekkamer tegenover elkaar te zitten, trok ik er met mijn cliënten de natuur in.”
Het bleek een schot in de roos. Sindsdien struint De Graaf via prachtige natuurroutes door Almere, het Amsterdamse bos, het Gooi of de Utrechtse Heuvelrug. Inmiddels staat ze bekend als de wandelpsycholoog. „Vanuit mijn huis ben ik in een mum van tijd midden in de natuur. Ideaal. Ik geniet vooral van de heuvels in het Kotterbos, daar kijk je over de Oostvaardersplassen en zie je wilde paarden en runderen. Maar ik ben ook dol op Blaricumse Hei.”
Symbolisch
Praktijk houden in de buitenlucht of in de spreekkamer; maakt het verschil? Zeker, denkt De Graaf. „Ik denk aan een wandeling die ik maakte met een jonge vrouw. Ik liet haar bewust de richting kiezen. Voor haar was dat heel eng, omdat ze het gewend was zich altijd aan te passen om niemand voor het hoofd te stoten. Toen we op een T-splitsing stuitten waar rechts en links werkzaamheden op de brug waren, stond ze besluiteloos stil. Zij wilde een richting opgaan waarbij ze iemand moest storen. Dat bleek een dilemma.
Tot haar opluchting ontdekte ze vlak voor de brug een afslag die ze kon nemen. Ik volgde haar. Het bleek dat we een omweg maakten en weer op precies hetzelfde punt als daarvoor belandden. Om niet lastig te willen zijn, dreigde ze opnieuw diezelfde afslag te nemen. Ik zei dat ze gewoon kon vragen of ze er langs mocht. Het alternatief was eindeloos in cirkels blijven lopen tot de werklieden klaar zouden zijn.
De gebeurtenis was symbolisch voor de wijze waarop zij in haar leven vastliep. Maar ze durfde te vragen en ging de brug over, een enorme stap voor haar. Ze ervoer nu dat ze door haar wens uit te spreken richting kon geven aan haar eigen pad. Zoiets valt niet te plannen en gebeurt zeker niet in een spreekkamer.”
Cliënten die ontzettend geknakt zijn in hun jeugd vergelijkt De Graaf weleens met omgehakte bomen in het bos. „Ze hebben de kracht om toch hun weg naar de zon terug te vinden. Ze lijken dood, maar er schieten wel weer groene takken uit omhoog. Soms wandel ik met cliënten die nog niet om zich heen kunnen kijken. Ze zijn zo bezig met hun eigen problemen dat het natuurschoon hun ontgaat. Hoe vaker ze wandelen, hoe meer ze zich openstellen voor al het moois om hen heen. Net als een bloem die langzaam opengaat en zich naar het zonlicht keert.”
Coronacrisis
Inmiddels zit Nederland na een eerste lockdown, een fase van versoepelingen, een tweede golf en nieuwe strenge maatregelen weer midden in de coronacrisis. Het effect daarvan ziet De Graaf met lede ogen aan. „De Nederlandse samenleving was al niet zo knuffelig, ik mis hier echt de menselijke warmte vergeleken met Israël Nu ontwijkt iedereen elkaar nog meer, en dat terwijl mensen juist zo’n behoefte hebben aan contact. Het is zo tegenstrijdig dat iemand het besmettingsrisico kan verkleinen tegen de prijs van vreselijke eenzaamheid.”
De eerste lockdown van afgelopen maart en daarna is voor De Graaf nog steeds het voorlopige dieptepunt. „M’n spreekkamer ging op slot en ik vervolgde m’n praktijk al videobellend. Maar weinig cliënten vonden het plezierig. Na twee weken sprak ik met een vriendin af te gaan wandelen. We waren het allebei zat om thuis te zitten. Al lopend bleek dat het goed mogelijk is om 1,5 meter afstand te houden. Toen viel het kwartje. Ik dacht: Waarom zou dat niet lukken met een cliënt?”
Via haar website liet De Graaf haar cliënten weten dat ze haar wandelschoenen weer ging aantrekken. Het regende meteen aanmeldingen.
Gelukshormonen
Met name ook in deze tweede golf is blijven bewegen heel belangrijk, stelt De Graaf, als wapen tegen vereenzaming als gevolg van alle coronabeperkingen. „Wandelen kan zelfs efficiënter zijn dan antidepressiva slikken”, denkt ze. „Tijdens het lopen maak je gelukshormonen aan, zoals dopamine, serotonine en endorfine. Bij het wandelen komt je brein in beweging en zet je je gedachten beter op een rij. Omdat je steeds in een andere omgeving verkeert, sta je meer open voor andere ideeën. Als ik met cliënten wandel, geniet ik enorm van de natuur. Tegelijkertijd werk ik keihard omdat al mijn aandacht naar de cliënten uitgaat. Ik denk na, leg verbanden en focus me volledig op hun verhaal. Dat moet ik goed onthouden, want aantekeningen maak ik achteraf.”
De psychologe behandelt cliënten met een keur aan klachten. Ze somt op: „Angst- en stemmingsstoornissen, (uitgestelde) rouwverwerking, levensfaseproblematiek, opvoedingsvraagstukken en/of -problemen, somberheid en depressie, relatieproblemen, angstgevoelens en fobieën, onzekerheid en schaamte, trauma, dwanggedachten en dwanghandelingen, suïcidaliteit, lusteloosheid, burn-out, verliesverwerking, assertiviteitsproblemen, overspannenheid en stress.” Hoewel ze veel ervaring met kinderen heeft, werkt ze voornamelijk met (jong)volwassenen.
Ook de therapieën die ze inzet, verschillen. Zo werkt ze geregeld met muziektherapie op de piano. „Ik laat cliënten improviseren en vraag ze hun gevoel te verwoorden met muziek. Dan gebeuren er hele mooie dingen. Cliënten zetten eigen gedichten op muziek of schilderen het gevoel dat die muziek oproept. Doordat ze hun innerlijke kracht aanboren, herontdekken ze hun creativiteit en vertalen ze hun rijke gevoelswereld in kunst.”
Onderdeel van haar narratieve therapie is dat cliënten verhalen schrijven of schilderijen maken. „Eén cliënt beeldde een kindje uit dat uit een schelp kroop en schreef daar leuke verhalen over. Ik vroeg toestemming om die aan mijn dochter voor te lezen. Het bijzondere is dat die cliënt voorheen weinig deed met haar creatieve talenten. Nu schildert, schrijft, boetseert en vilt ze prachtige dingen.”
De Graaf laat twee quiltkussens zien met zelfgeschreven gedichten erop. „Gekregen van een andere cliënt. En één cliënt heeft zelfs een expositie gehouden van zijn schilderijen. Fantastisch toch? Dat is echt de mooiste kant van mijn vak. Als ik zie dat mensen eindelijk leren om van zichzelf te gaan houden, zijn ze tot zo veel in staat. En het is geen eenrichtingsverkeer, ik word zo veel wijzer van de levenslessen van mijn cliënten. Ik zie het als een enorme rijkdom om die te mogen ontvangen. Alsof ik zomaar een schatkist met prachtige levenswijsheid mag openen.”
Nieuwe trajecten
De Graaf is blij dat ze tijdens de tweede lockdown haar spreekkamer open mag houden, zodat haar cliënten zich niet hoeven te beperken tot videobellen, maar ook weer gewoon bij haar terechtkunnen. „Ik heb dat contact enorm gemist.” Maar meer nog dan tijdens de eerste lockdown prijst ze zich gelukkig met de mogelijkheden om haar praktijksessies al wandelend vorm te geven. „Uiteraard kies ik momenteel de rustigste routes, zodat we zo weinig mogelijk mensen tegenkomen. Maar fietsend of joggend probeer ik ook nieuwe trajecten te verkennen.”
Als cliënten eenmaal de smaak van het lopen te pakken hebben, doen ze het vaak ook meer uit zichzelf. De Graaf: „Het is fijn om hen op het juiste spoor te zetten. Dat bevordert hun herstel. Ik zeg weleens: om te leren jezelf en ook anderen liefdevol te bejegenen hoef je alleen maar op stap, de natuur in. Dus trek vooral die wandelschoenen aan.”