Opinie

Theologenblog: Honoreer nieuwe tekstkritische inzichten bij vertaling NT

De laatste eeuwen is er veel vooruitgang geboekt op tekstkritisch gebied. Het is daarom vreemd deze resultaten te negeren en de Textus Receptus als basis te nemen voor een vertaling van het Nieuwe Testament.

Arjan van den Os
8 February 2021 16:05
beeld TUA, Melle Rozema
beeld TUA, Melle Rozema

De Herziene Statenvertaling (HSV) bestond recent tien jaar. De vertaling ontstond vanwege onvrede met de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV, 2004) en een groeiende kloof met het taalkleed van de Statenvertaling. Woorden waren verouderd, naamvallen werden niet begrepen en bepaalde zinsconstructies leken vrijwel onleesbaar geworden. Er moest dus een herziening komen met de principes van de Statenvertalers. De HSV riep in de begintijd soms heftige reacties op, maar geleidelijk aan heeft deze vertaling zijn weg gevonden in kerken en gezinnen. De combinatie van een klassieker taal- en gevoelskleed en modern taalgebruik is aansprekend. Het is mooi om te zien dat door deze combinatie de HSV dienstbaar mag zijn voor velen.

De HSV nam, in navolging van de Statenvertaling, voor het Nieuwe Testament haar uitgangspunt in de zogenaamde Textus Receptus (TR). Dit teksttype is gebaseerd op het werk van Desiderius Erasmus in de zestiende eeuw. Erasmus heeft op basis van enkele hem bekende manuscripten geprobeerd een standaardtekst vast te stellen. Naderhand is deze tekst enkele keren bijgewerkt en uiteindelijk is hij in de zeventiende eeuw vastgesteld. De TR is de basis geweest voor veel klassieke vertalingen, zoals de Lutherbibel, de King James Version en dus de Statenvertaling.

De keuze voor de TR als basis voor de HSV is begrijpelijk, omdat deze vertaling een herziening wil bieden voor de Statenvertaling. Toch betreur ik deze keuze, om verschillende redenen. In de tijd van de Statenvertaling was er geen andere standaardtekst voorhanden, maar de TR was toen al verre van perfect. Historisch onderzoek toont aan dat Erasmus en anderen de tekst op verschillende plaatsen wijzigden en uitbreidden, ook al was de onderbouwing daarvan zwak. Het bekendste voorbeeld hiervan is de zogenaamde Comma Johanneum (1 Johannes 5:7-8): Erasmus liet deze tekst eerst weg vanwege het ontbreken van een deugdelijke onderbouwing, maar onder druk plaatste hij later deze tekstverzen toch in de TR. Het is dus twijfelachtig als de tekst van de TR als enige basis voor de vertaling van het Nieuwe Testament wordt genomen.

Het onderzoek naar de tekst van het Nieuwe Testament heeft sindsdien niet stilgestaan. Oudere manuscripten zijn gevonden, bijvoorbeeld in Oxyrynchus (Egypte). Deze manuscripten laten zien dat bepaalde keuzes van de TR niet kloppen. Intussen gaat de kritische discussie door. Dat bleek deze week ook weer. Tekstcriticus Elijah Hixson, verbonden aan het evangelicale Tyndale House in Cambridge (VK), deed onlangs uit de doeken dat een belangrijk oud manuscript waarschijnlijk een vervalsing is. Papyrus 50, die de tekst van Handelingen 8:26-32 en 10:26-31 bevat en in de derde of vierde eeuw na Christus gedateerd wordt, vertoont tekenen van bewuste manipulatie. Als Hixsons beweringen waar zijn, is deze papyrus onbruikbaar bij het vaststellen van de tekst van het Nieuwe Testament. Deze onderzoeksresultaten tonen dat het verkrijgen van een standaardtekst van het Nieuwe Testament anno 2021 nog altijd doorgaat.

Helaas beschikken wij niet meer over de oorspronkelijke tekst van het Nieuwe Testament. Wij hebben alleen afschriften die op allerlei plaatsen van elkaar verschillen. De laatste eeuwen is er echter veel vooruitgang geboekt op tekstkritisch gebied. Het is vreemd deze resultaten te negeren of ter zijde stellen en de TR als basis te nemen voor een vertaling. Het opvallende is dat het recente tekstkritische onderzoek wel veel meer is betrokken bij alle vertalingen van het Oude Testament. Waarom is het bij de vertaling van het Oude Testament wel mogelijk om de tekstkritische resultaten te verdisconteren en bij de vertaling van het Nieuwe Testament niet?

Vorig jaar werd in een vraaggesprek (RD 23-7) de verwachting geuit dat in 2050 een nieuwe Bijbelvertaling in de schappen staat die verder gaat dan de HSV. Ik hoop dat deze Bijbelvertaling dan zijn uitgangspunt niet neemt in de TR, maar in een editie waarbij ook nieuwere tekstkritische inzichten verdisconteerd worden. Deze nieuwe vertaling kan dan een voorbeeld nemen aan de NBV21, die voor de vertaling van het Nieuwe Testament haar uitgangspunt wel neemt in de recente kritische teksteditie. Vertalers begeven zich dan op minder glad ijs wat de tekst betreft.

De auteur is promovendus Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Hij schrijft deze blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep Biblical Exegesis and Systematic Theology (BEST) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer