Protocol PCR-coronatest doorstaat kritiek
De kritiek op het protocol dat aan de basis ligt van de PCR-coronatest is ongegrond. Ook is er geen sprake van wangedrag, fraude of belangenverstrengeling, wat intrekken van het artikel zou rechtvaardigen.
Dat heeft de redactieraad van het wetenschappelijk tijdschrift Eurosurveillance donderdag bekendgemaakt. De raad reageert daarmee op een zogenaamde retraction paper van moleculair bioloog Peter Borger en 21 andere wetenschappers. Zij zetten daarin tien „grote wetenschappelijke fouten op moleculair en methodologisch niveau” op een rij die ze aantroffen in een protocol dat eind januari 2020 is opgesteld voor het opsporen van het dan net ontdekte coronavirus. Aan het protocol werkten 24 virologen en labexperts uit zes verschillende landen mee, waaronder de vooraanstaande virologen Marion Koopmans en Christian Drosten.
Volgens Borger, eerste auteur van het artikel met kritiekpunten, zouden de missers ervoor zorgen dat de coronatest „volledig aspecifiek” is. „De bedden kunnen net zo goed vol liggen met influenza-pneumonia”, twitterde hij eind november, vlak voor het indienen van de retraction paper.
Grondig onderzoek
Vijf laboratoriumexperts hebben de kritiekpunten van Borger en zijn medestrijders onder de loep genomen. Na „grondig onderzoek” bevestigen zij dat het protocol „geschikt is voor het doel”, het opsporen van corona. „Aan de criteria voor intrekken van een artikel is niet voldaan”, concludeert de redactieraad van Eurosurveillance.
Een van de kritiekpunten is dat het protocol niet zou zijn nagekeken door onafhankelijke wetenschappers. Dat is volgens Eurosurveillance echter wel gebeurd, namelijk door twee niet-betrokken experts. Gezien de urgentie heeft het tijdschrift het nakijkwerk via een spoedprocedure (de zogenaamde rapid communications) laten verlopen. Dat hoeft volgens het tijdschrift geen invloed te hebben op het vermogen van de recensenten om het artikel kritisch te kunnen beoordelen.
Belangenverstrengeling
Een ander punt van kritiek is dat twee co-auteurs van het protocol toevallig ook onderdeel uitmaken van de redactieraad van Eurosurveillance. Daardoor zou sprake zijn van belangenverstrengeling. Volgens het tijdschrift werden deze auteurs echter uitgesloten van het publicatieproces. „Als leden van de redactieraad auteurs zijn van een ingediend artikel, zijn ze niet betrokken in welk proces van peer-review dan ook. Ook hebben zij geen toegang tot vertrouwelijke informatie over het besluitvormingsproces.”
Virologe Marion Koopmans, een van de opstellers van het protocol, laat desgevraagd weten niet verrast te zijn over het besluit. „Het zou me verbaasd hebben als ze het verzoek hadden gehonoreerd, omdat ik achter de aanpak sta die we destijds beschreven hebben. Ik denk ook dat het stuk geen fouten bevat.”
De publicatie was gericht op vakgenoten, zegt Koopmans, „mensen met laboratoriumervaring die weten hoe je zo’n recept moet gebruiken. Dat is ook op grote schaal gebeurd.”
Indiener van het bezwaar Peter Borger is teleurgesteld. „Weer een slechte dag voor de wetenschap.”