Overwinnaars
Romeinen 8:1
„Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.”
De gelovige heeft in Jezus Christus grond om te triomferen en te roemen over de volkomen overwinning, zoals Paulus doet in de naam van de gelovigen (Romeinen 8:31-39). Op die beschouwingen is het dat hij, die niet lang geleden uitriep: „Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen?”, nu uitroept: „Wie zal mij verdoemen?” De ellendige worstelaar wordt een roemrijk triomfeerder. De geslagen soldaat wordt meer dan een overwinnaar.
Och, dat uw harten overreed werden, om naar dit vrolijk geklank te luisteren, om de Heere Jezus te omhelzen, om genade en zaligheid te verkrijgen. Hoe snel zou een gezang om in Hem te zullen triomferen al uw tegenwoordige jammerklachten en gekerm verzwelgen en wegnemen.
Al de klachten onder de mensen kunnen tot één van deze drie gebracht worden. Ik hoor het grootste gedeelte van de mensen zich aldus beklagen: „Helaas! Wat zijn er ellenden in dit leven, wat is dit een kwade wereld. Helaas, wat een armoede lijd ik, wat een verachting draag ik, aan welk een ziekte en smart ben ik onderworpen. Och, ellendig mens die ik ben, wie zal deze ziekte van mij wegnemen? Wie zal mij enig goed doen zien, enig tijdelijk goed?” (Psalm 4:6). Doch indien u uw laatste einde kende en goed bedacht, u zou nog meer roepen, ja u zou weigeren getroost te worden, al waren ook uw ellenden geweerd.
Hugo Binning,
predikant te Govan
(”Des zondaars heiligdom”, 1741)