Gods kinderen zijn reeds verordineerd en uitverkoren van voor de grondlegging der wereld, toen de almachtige en drie-enige God hun namen schreef in het boek des levens, waaruit geen mens of duivel die ooit weer kan uitwissen. Daarom zegt ook Jezus tot de Zijnen: „Verblijdt u, omdat uw namen geschreven zijn in de hemelen.” De verdienende oorzaak van hun afzondering van de wereld is alleen de borgtochtelijke voldoening van Jezus Christus, de gezalfde Zaligmaker, Die Zijn ziel gegeven heeft tot een rantsoen voor velen (Mattheüs 20:28). Door Zijn dood heeft Hij het leven voor hen verworven en daardoor aan Zijn volk de verlossing van de heerschappij der zonde geschonken. Daarom zegt de Schrift: „De zonde zal over u niet heersen, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade” (Romeinen 6:14). Ook de verlossing van de straf der zonde heeft Hij geschonken, zoals de profeet zegt: „De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden” (Jesaja 53:5). Daarom zegt Paulus dat Jezus ons verlost van de toekomende toorn (1 Thessalonicenzen 1:10). Ook verlost Jezus hen van het geweld des duivels. Daarom zegt dezelfde apostel: „Opdat Hij door de dood tenietdoen zou degene die het geweld des doods had, dat is de duivel” (Hebreeën 2:14). Met één woord: zij worden door Zijn zoenoffer verlost van de eeuwige verdoemenis.

Wulfert Floor, oefenaar in Driebergen

(”Al de eenvoudige oefeningen”, 1913)