„We zijn in shock. Zondag baden we God om troost en kracht”, zegt kerkenraadsvoorzitter Jan Klopman maandag desgevraagd.

Vlak voor Kerst kwamen op een doordeweekse avond twee groepjes zangers naar de kerk. Het ene groepje van zo’n acht mensen was drie kwartier bezig met video-opnames. „Ze zongen bijvoorbeeld ”Ere zij God””, zegt Klopman. Daarna kwam het andere groepje. Zo’n zeven mensen van het christelijke koor Zon en Zegen brachten een vijftal kerstliederen ten gehore. Zo klonk ”Nu zijt wellekome”. Bij elkaar duurden de opnames ongeveer twee uur.

Daags daarna raakten zeker tien aanwezigen besmet met corona, zegt Klopman. Twee mannen, tachtigers, overleden. Het ene slachtoffer kwam uit het eerste groepje, het andere uit het tweede. Een derde persoon ligt nog in het ziekenhuis.

De aanwezigen hielden zich aan de regels, zegt Klopman. „Denk aan afstand houden, een mondkapje dragen. Er was geen koffiemoment.” Hij zegt in het duister te tasten over hoe de coronabrandhaard precies ontstond. „We hebben kennelijk de pech dat iemand ongemerkt anderen besmette. Je kunt besmetting nooit helemaal voorkomen. Zoiets kan ook op het werk gebeuren.”

Na de rede van Rutte half december was de gemeente teruggeschaald naar zo’n acht aanwezigen per zondagse dienst. „Nu zijn we nog voorzichtiger en komen er ongeveer vijf. Er zijn nog minder ambtsdragers aanwezig. Nu leest de ouderling van dienst een Bijbelgedeelte en niet een aparte lector, zoals bij ons gebruikelijk is.”