Zekere bevestiging
Mattheüs 1:20
„En alzo hij deze dingen in de zin had, zie, de engel des Heeren verscheen hem in de droom, zeggende: Jozef, gij zoon Davids, wees niet bevreesd, Maria, uw vrouw, tot u te nemen. Want hetgeen in haar ontvangen is, dat is uit de Heilige Geest.”
Het was algemeen bekend onder het volk van de Joden dat de beloofde Verlosser moest komen uit het geslacht van David. Nu was dit geslacht zo in vernedering geraakt, dat er geen spoor noch merkteken van enige waardigheid meer aan was. Want Jozef was een arme timmerman. En toch was hij van dit koninklijk geslacht, waaruit de Verlosser der wereld moest voortkomen, en de anderen waren niet rijker noch eerbaarder.
Zo wordt met hem een goed begin gemaakt, als de engel hem noemt: Zoon van David. Alsof hij zeggen wilde: „Herinner u hoe God, toen Hij zei dat Hij ontfermen had met Zijn volk om het te verlossen, uitgesproken heeft dat deze genade zou voortkomen uit het geslacht van David.” Weliswaar ligt nu alles in puin en verwarring, is er geen luister noch vertoon, maar al moge dit zo zijn, God heeft dat geslacht niet vergeten. Hij heeft dat eens voor goed gezegend. Hij heeft Zich toegewijd om de Verlosser der wereld voort te brengen. Versta dan dit voorrecht dat voor u weggelegd is, en de eer die God u heeft bewezen, toen Hij wilde dat u zou voortkomen uit dit koninklijk huis van David. En versta nu ook dat de beloften die gegeven zijn, niet ijdel zijn, en dat God vast is in Zijn voornemen, en dat nooit misleid is die op Hem wacht.
Johannes Calvijn, predikant te Genève Preek over Mattheüs 1:18-21