Tot ons bestwil
Mattheüs 1:20
„En alzo hij deze dingen in de zin had, zie, de engel des Heeren verscheen hem in de droom, zeggende: Jozef, gij zoon Davids, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen. Want Hetgeen in haar ontvangen is, Dat is uit de Heilige Geest.”
Ziet hier hoe wij genoegzaam verzekerd zullen worden tot onze zaligheid, dat Jezus Christus gekomen is tot verlossing der mensen, en ons geloof, alzo in eenvoud gereguleerd, zal sterk genoeg zijn om alle krijgstuig van de hel en alle aanvallen die satan tegen ons op touw zal zetten, zó te weerstaan dat alle boze aanslagen die hij zal kunnen ondernemen om het geloof ondersteboven te werpen, dat niet zullen kunnen schokken.
Laten wij nu bij de hoofdzaak komen, namelijk dat de engel aan Jozef in de droom verschenen is, terwijl hij rondliep met de overleggingen en zich ervoor klaarmaakte naar een ver land te gaan en zichzelf te bannen uit zijn huis en uit zijn familie. De engel dan verscheen hem. Daaraan zien wij dat het nodig is dat God voor een tijd ons laat verontrusten door velerlei bekommernissen, zodat wij niet weten wat het wordt en geen uitkomst zien in onze aangelegenheden. God zal ons intussen daar houden, weggescholen in onze duisternis, en Hij bij Wie de volkomen klaarheid is, zal dulden dat wij als arme blinden zijn. Waarom? Hij zal ons te beter Zijn genade laten merken wanneer Hij ons geeft te verstaan dat ons verstand niets is en wij in al onze raadslagen dwalen. Wanneer wij dat verstaan, zal God te meer worden verheerlijkt, en zullen wij van deze aanmatiging gebeterd worden.
Johannes Calvijn, predikant te Genève
Preek over Mattheüs 1:18-21