Mijn kind slaat de boel kort en klein
Onze zoon Twan (10) vertoont extreem agressief gedrag. Vermoedelijk heeft hij de gedragsstoornis ODD. Hij heeft daardoor moeite met het reguleren van zijn emoties. Hoe kunnen wij als ouders het beste met hem omgaan?
Ieder kind heeft weleens een driftbui. Wanneer die periodes van heftig oplaaiende boosheid echter gepaard gaan met buitensporig geweld kan er sprake zijn van een gedragsstoornis.
Kinderen die relatief vaak een driftaanval krijgen, worden regelmatig buitengesloten. Hun ouders lopen nogal eens op tegen een muur van onbegrip. Ze voelen zich vaak onmachtig en radeloos bij het zien van het wangedrag van hun kind.
Het is goed om zich te realiseren dat aan dergelijke situaties grote eenzaamheid verbonden is. Een buitenstaander heeft vaak niet in de gaten welke strijd er achter de voordeur gestreden wordt. Als gevolg van onkunde van de mensen om hen heen, hebben ouders vaak ook nog te dealen met de vooroordelen die het gedrag van hun kind bij anderen oproept.
In veel gevallen twijfelen ouders aan zichzelf en zoeken ze de oorzaak bij zichzelf. Dat is natuurlijk niet terecht. De gedragsstoornis ODD –die Twan zou kunnen hebben– heeft namelijk op verschillende factoren een grote invloed.
ODD betekent letterlijk oppositional defiant disorder, oftewel een oppositionele opstandige gedragsstoornis. Er zijn meerdere oppositionele gedragsstoornissen. ODD is daar slechts een voorbeeld van.
Tegendraads
Een oppositionele gedragsstoornis kenmerkt zich door tegendraads en agressief gedrag tegenover gezag. Kinderen met een dergelijke stoornis gaan steeds de confrontatie aan, accepteren weinig gezag en raken sneller en vaker gefrustreerd. Daarnaast zijn ze weinig flexibel en zwakker in het aanleren van sociale vaardigheden. Of er bij Twan inderdaad sprake is van ODD kan alleen door een kinderpsychiater worden vastgesteld.
De behandeling van een kind met ODD is erg moeilijk. Kenmerk van de gedragsstoornis is namelijk dat het kind vaak zijn eigen aandeel in het probleem ontkent en de schuld altijd bij de ander legt. Reflecteren op het eigen gedrag is erg moeilijk voor hem of haar.
Prikkels
ODD kan verschillende oorzaken hebben. Zo kan er bijvoorbeeld sprake zijn van een hersenbeschadiging. Het komt vaak voor dat het kind geen controle heeft over de hoeveelheid prikkels die het binnen krijgt. Daarnaast kunnen externe factoren een rol spelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan spanningen in het gezin of verminderde draagkracht van de ouders.
Een kind met ODD opvoeden is ontzettend zwaar. Er is veel kennis en kunde voor nodig. Daarom is het van belang dat ouders zich verdiepen in de stoornis van hun kind.
Voor Twan zelf zijn de gevolgen ook groot. Door zijn gedrag heeft hij vaak problemen op school en sluit hij moeilijk vriendschappen. Kinderen met ODD hebben daarnaast vaak een achterstand in de taalontwikkeling. Ze kunnen hun gevoelens maar moeilijk verwoorden en zijn daardoor erg fysiek ingesteld. Woede uiten ze door te slaan of te schoppen.
Blind
Als Twan hulp krijgt bij het verwoorden van zijn gevoelens, is de kans groot dat hij minder vaak de toevlucht neemt tot fysiek gedrag. Een voorwaarde hiervoor is dat hij in staat is zijn gevoelens te herkennen. Zodra een kind dat leert, kan het zijn frustraties en boosheid eerder voelen aankomen en daar wat tegen doen. Praat dus met uw kind over zijn woedeaanvallen. Doe dit wel op een moment waarop de driftbui helemaal voorbij is, bijvoorbeeld bij het naar bed brengen.
Vraag uw zoon of dochter zelf wat er gebeurd is. Het is wel goed om te weten dat kinderen met ODD zich ten opzichte van anderen vaak benadeeld voelen en blind zijn voor hun eigen aandeel in het conflict. Ouders hebben de moeilijke taak hun kind tot realistische gedachten te brengen. Dit vraagt veel geduld van hen.
Boksbal
Het is van belang om te kijken naar de aanleiding van het probleemgedrag. Meestal is daar een patroon in te ontdekken. Hoe ontstond de driftbui, wat gebeurde er, hoe voelde het kind zich? Kinderen met ODD hebben hulp nodig om een acceptabele oplossing te bedenken voor het probleem.
Zelf weet Twan niet anders te handelen dan te slaan en te schoppen. Maar er zijn in plaats van het vertonen van fysiek gedrag meer manieren om boosheid te beheersen. Bied hem bijvoorbeeld de mogelijkheid uit de situatie weg te lopen.
Daarnaast zijn er genoeg opties om de boosheid er op een gecontroleerde manier uit te laten komen. Denk bijvoorbeeld aan het verscheuren van een oude krant of het slaan tegen een boksbal. Maak duidelijke afspraken over zijn manier van handelen als hij boosheid voelt opkomen.
Om boosheid te verminderen zijn kinderen met ODD ook gebaat bij een sport. Lichaamsbeweging helpt om boze gevoelens te verminderen en Twan kan door te sporten op een positieve manier zijn energie kwijt.
Evenwicht
Een woede-uitbarsting is vaak het gevolg van overprikkeling. Het is dus zaak om te zorgen voor minder prikkels tijdens de dag. Het is belangrijk niet te veel nieuwe, spannende of energievretende activiteiten op een dag in te plannen. Verspreid die liever over de hele week.
Tegelijkertijd is het zo dat een kind zich bij te weinig prikkels gaat vervelen. In een niet vooraf geplande situatie geeft dit weer aanleiding tot probleemgedrag.
Het is dus van belang om een evenwicht te vinden tussen te veel en juist te weinig prikkels. Om probleemgedrag te vermijden is het van belang om afspraken buitenshuis te plannen. Deze moeten namelijk met Twan voorbereid worden. Maak hem duidelijk wat u gaat doen en wat u van hem verwacht.
Net als bij alle andere kinderen is het bij kinderen met ODD belangrijk consequent te zijn in het hanteren van de regels, hoe Twan ook zeurt en dramt. Dit vraagt van ouders een lange adem.
Overzicht
Kinderen met ODD hebben moeite om signalen op te vangen en instructies te begrijpen. Houd de communicatie daarom duidelijk en kort. Benoem concreet welk gedrag u wilt zien. Geef daarbij geen ruimte voor discussie.
Spreek instructies uit in stellende vorm. Wanneer u uw opdracht in een vragende vorm stelt, gaat Twan ervan uit dat er over de uitvoering van de opdracht te discussiëren valt. Zeg dus niet: „Wil je je jas aan de kapstok hangen?” maar: „Hang je jas aan de kapstok.” Bij kinderen met ODD is het noodzakelijk discussies te vermijden, en slechts een opdracht tegelijk te geven. Bij een meervoudige opdracht raakt Twan het overzicht kwijt.
Omdat de communicatie met Twan veel energie van de ouders vergt, is het raadzaam als beide ouders onderling een teken af te spreken. Dit is voor de andere ouder het signaal de situatie over te nemen.
Omdat de opvoeding van kinderen met ODD zo complex is, is het aan te bevelen ondersteuning van buitenaf te zoeken. Naast professionele hulp is het ook de moeite waard om te kijken hoe het netwerk van het gezin tot steun kan zijn. Ook ouders hebben immers tijd nodig om op te laden.
Wilt u reageren of hebt u vragen over opvoeding? Leg ze (anoniem) voor aan de medewerksters van Eigenwijzer. Dat kan door de situatie en de (gezins)omstandigheden te mailen naar: wijs@rd.nl of te sturen naar: RD, t.a.v. redactie Wijs, Postbus 670, 7300 AR Apeldoorn