Opinie

Consensus over het verbond ondanks verschillen

Het genadeverbond heeft in de gereformeerde traditie tot op de dag van vandaag grote aandacht gehad. Tegelijk blijkt dat dit thema heel gevoelig ligt. Daarom is het van belang dat theologen op het scherp van de snede met elkaar in gesprek gaan over de verschillende interpretaties hiervan.

Prof. dr. W. van Vlastuin
16 December 2020 12:28
„Er is in de traditie altijd een spanning geweest omtrent het Sinaïverbond. Sommigen zagen hierin meer de gestalte van het werkverbond, anderen meer of alleen de gestalte van het genadeverbond. Foto: berg Sinaï. beeld iStock
„Er is in de traditie altijd een spanning geweest omtrent het Sinaïverbond. Sommigen zagen hierin meer de gestalte van het werkverbond, anderen meer of alleen de gestalte van het genadeverbond. Foto: berg Sinaï. beeld iStock

Dit onderlinge gesprek leren we vanuit de Reformatie. Zo was Calvijn als reformator van de tweede generatie nog in gesprek met roomse theologen over de rechtvaardiging. Met Bullinger bereikte hij overeenstemming over het avondmaal (Consensus Tigurinus, 1549). Bekend is zijn schrijven aan aartsbisschop Cranmer in Engeland omdat hij tot een gemeenschappelijke protestantse geloofsbelijdenis wilde komen en daarvoor wel tien zeeën wilde oversteken. Ook onze Heidelberger is een hoogtepunt in het zoeken naar consensus.

In het interview met ondergetekende (RD 11-12) ging het vooral over dit gesprek. Uit persoonlijke reacties blijkt de behoefte aan een nadere inhoudelijke toelichting. Vandaar deze bijdrage.

In de gereformeerde traditie zijn er bepaalde gemeenschappelijke inzichten rond het genadeverbond. Zo is er een onderscheid tussen werkverbond en genadeverbond. Aan de ene kant staat het werkverbond, met Adam als representant van de mensheid. Aan de andere kant staat het genadeverbond, waarin Christus centraal staat. Dit onderscheid gaat terug op diepe grondstructuren in de Bijbel en onderstreept de onbreekbare vastheid van het genadeverbond. Tevens maakt het duidelijk verschil tussen hen die uit het verbroken werkverbond leven enerzijds en hen die in het genadeverbond zijn anderzijds. Zij die in het genadeverbond zijn, ontvangen het beloofde heil in de weg van het geloof. Dit betekent dat alleen de gelovigen de weldaden van het genadeverbond bezitten. Hun diepste troost is dat zij als bruid van Christus delen in het heil van de Vader, dat Christus voor hen verwierf en dat de Geest toepast.

Er is in onze traditie vanuit het verbond dat God met Abraham en zijn nageslacht sloot ook oog geweest voor de publieke of zichtbare kant van het genadeverbond. In dit licht kon heel Israël als verbondsvolk worden gezien. God noemt Zich zelfs de God van de goddeloze Achaz (Jesaja 7:11). Hij spreekt over „Mijn kinderen” (Ezechiël 16:21) en over het breken van het verbond (Ezechiël 16:59). De oproep tot bekering klinkt dan ook tot „afkerige kinderen” die het huwelijk van God ontrouw werden (Jeremia 3:1, 14). Christus stond in een verbondsrelatie met hen die in de woestijn stierven (1 Korinthe 10:1-13).

Twee of drie verbonden

Deze lijnen leidden tot verschillende verbondsopvattingen. Eerst hebben we de lijn van de tweeverbondenleer, die uitgaat van een eeuwig intra-trinitarisch verbond en de historische uitwerking daarvan. Voor Thomas Boston lag het hart van het verbond hierin dat God het heil aan Christus vermaakt heeft en in Hem aan al de Zijnen. De baptist John Gill zag het Oude Testament alleen als een schaduw van het verbond en in samenhang daarmee stelde hij dat onbekeerden geen recht hadden op Gods beloften, terwijl de gebroeders Erskine hun onbekeerde hoorders indringend Gods beloften verkondigden. Ursinus betrok het genadeverbond ook op de uitverkorenen; hij wenste de verkiezing op de breedte van de gemeente te betrekken. Teellinck benadrukte dat men de verbondsgave ook kan verachten. Hij dacht wel vanuit twee verbonden, maar stelde ongelovigen in de gemeente niet buiten Gods verbond.

Ten tweede leidde bij anderen de aandacht voor de publieke kant van Gods genadeverbond tot de leer van drie verbonden. Men zag de zichtbare kerk als de uitdrukking van het genadeverbond, terwijl men het eeuwige intra-trinitarische verbond omtrent de uitverkorenen het verbond der verlossing noemde. Hierbij kunnen we denken aan theologen als Witsius en Van Mastricht. Samuel Rutherford ging nog verder, omdat hij ook de natie bij het verbond betrok. Jacobus Fruytier dacht ook vanuit de nationale gestalte van het genadeverbond, waarbij hij onderscheidde tussen de uiterlijke en de innerlijke kant ervan. Jonathan Edwards aanvaardde later drie verbonden om recht te doen aan de historische voortgang van Gods verbond.

Naast deze twee hoofdlijnen was er in de traditie altijd een spanning rond het Sinaïverbond. Sommigen zagen hier meer de gestalte van het werkverbond, anderen meer of alleen de gestalte van het genadeverbond. Iemand als John Owen verzelfstandigde het Sinaïverbond ten opzichte van het verbond met Abraham en kwam zo tot vier verbonden.

Naar consensus

Het is goed om te beseffen dat de verschillende interpretaties van Gods verbond nog altijd doorwerken in de gereformeerde gezindte. De hoofdverschillen gaan over Christus als Hoofd van het genadeverbond of als Middelaar van het genadeverbond. In de tweeverbondenleer wordt Christus als Hoofd van de uitverkorenen benadrukt, in de drieverbondenleer wordt benadrukt dat Christus de Middelaar is tussen zondaren en God. Zoals in de geschiedenis zijn er ook in de benadering van de twee verbonden tal van verschillen. Sommigen plaatsen de hele gemeente in relatie tot het genadeverbond en spreken over tweeërlei betrekking tot dit verbond. Anderen beperken het genadeverbond strikt tot de gelovigen en uitverkorenen. Een en ander kan gevolgen hebben voor de prediking en de duiding van de heilige doop.

Toch kunnen we een stap zetten om elkaar in deze consensus te vinden. We willen in nauwe aansluiting op de gereformeerde belijdenisgeschriften het volgende benadrukken:

1. Terwijl wij in de positie verkeren dat we het werkverbond hebben verbroken en midden in de dood liggen, schenkt God in de weg van de bediening van het genadeverbond het door Hem beloofde heil aan Zijn bruidsgemeente van alle tijden.

2. Gods verbondsrelatie met Abraham en zijn nageslacht is in het Nieuwe Testament verbreed, zodat Joden en de andere volken delen in dezelfde belofte (bijv. artikel 34 NGB). Dit betekent dat God in Christus deze verbondsrelatie heeft met het geheel van de zichtbare kerk.

3. Het voorrecht van deze verbondsrelatie plaatst ieder gemeentelid onder het bevel van bekering om in de nieuwe gehoorzaamheid van Gods verbond te wandelen.

4. God gebruikt de verkondiging van Wet en Evangelie om het in het verbond beloofde heil – namelijk afwassing van zonden en de dagelijkse vernieuwing ons leven (doopformulier) – door Zijn Geest persoonlijk toe te eigenen.

5. Zo ontdekken we door Woord en Geest dat wij kinderen des toorns zijn, dat God in Christus heeft wat wij van nature missen, dat Hij kan wat wij niet kunnen, geeft wat wij niet verdienen. Zo wordt Christus onze wijsheid, onze gerechtigheid, onze heiliging en onze volkomen verlossing (1 Korinthe 1:30).

6. Door het geloof worden we in Christus ingelijfd en nemen we de beloofde weldaden van het verbond aan (vraag 20 HC).

7. In de weg van het leven uit Gods verbond en beloften ervaren wij de vastheid van Gods verbondstrouw tegenover onze ontrouw en worden wij naar de maat van het geloof van onze persoonlijke uitverkiezing verzekerd (DL 1.12; 5.9). Hier schittert de eeuwige verbondstrouw van Vader, Zoon en Heilige Geest.

8. De verwerping van Gods verbond is ongehoorzaamheid en roept om verbondswraak (Mattheüs 8:12; 11:20-24).

9. Het voorgaande betekent dat we tweeërlei kinderen van het verbond aantreffen in de kerk (Romeinen 9:6-14; 1 Korinthe 10:1-5).

10. Ons ongeloof maakt Gods verbond niet te niet. Daarom wordt Gods verbond ook verkondigd aan ongelovige en ontrouwe verbondskinderen (Jeremia 3:1).

De auteur is hoogleraar theologie en spiritualiteit van het gereformeerd protestantisme aan de Vrije Universiteit en initiatiefnemer van de ”Consensus over het verbond”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer