De boekenkast van Nelleke Wander:
Schrijfster Nelleke Wander leest veel. Allereerst, zoals de meeste mensen, ter ontspanning, om er iets van te leren, of om als mens gevormd te worden. „Maar ik houd er ook van om te kijken hoe andere schrijvers het doen, verhalen vertellen. Daar kan ik voor m’n werk iets van opsteken.”
Met het lezen wilde het eerst helemaal niet lukken, vroeger op school. „Ik kreeg van de juf leesboekjes mee naar huis, en elke avond na het eten ging mijn moeder met mij lezen. Eigenlijk heeft mijn moeder mij lezen geleerd. En toen ik het eenmaal doorhad, was ik niet meer te stuiten.” Sindsdien hoort lezen bij het leven van Nelleke Wander, zoals eten en drinken.
Inmiddels heeft ze zelf niet minder dan veertig romans en kinderboeken geschreven –gemiddeld een boek per jaar– terwijl ze af en toe ook een bijdrage aan een verhalenbundel levert. „Sommige verhalen kosten wat meer tijd, andere wat minder, dat wisselt. Mijn eerste boek verscheen toen ik 19 was. Als ik daar nu naar terugkijk denk ik: Zo zou ik het nu nooit meer opschrijven. Maar dat hoort erbij, je ontwikkelt en verandert ook als schrijver. En dat heeft zeker ook te maken met wat je allemaal leest. Boeken hebben invloed, daar leer je van, ook als het over je werk gaat.”
1. De Vries: sfeer en spanning
„Toen ik een jaar of twaalf was, las ik ”Reis door de nacht” van Anne de Vries. Over een Drents gezin in oorlogstijd. Dat vond ik zo’n prachtig verhaal, ik heb sindsdien altijd een voorkeur gehad voor spannende boeken met een stukje drama erin, over de oorlog, of over de watersnoodramp bijvoorbeeld.
Achteraf besef ik nog beter waarom Anne de Vries me toen zo aansprak. Het waren niet alleen de gebeurtenissen tijdens de oorlog, maar ook de warme sfeer in het gezin waarover het gaat. De moedige vader, de bezorgde moeder, de brutale Frits… de mensen komen bij Anne de Vries echt tot leven – hij is een meester in het neerzetten van verschillende types.”
2. Von Maltzahn: blijven bidden
„De boeken van de Duitse schrijfster Elisabeth von Maltzahn, die ongeveer een eeuw geleden leefde, werden heruitgegeven toen ik een jaar of achttien was.
Als je nú zo’n boek openslaat, denk je misschien: Dat is best ouderwets in taalgebruik. Maar de thema’s die Elisabeth von Maltzahn aanroert zijn nog altijd belangrijk en actueel.
”Dat is gewisselijk waar” gaat over een predikant op een Duits eiland, Erich Ohlson, die de opstanding van Christus loochent. Zijn vrouw, Maria, deelt die opvatting niet. Toch hebben ze een goed huwelijk – ik vind dat mooi om te lezen, dat dat dan toch kan. Daar zit ook een stukje psychologie in, mensen zijn niet helemaal zus of helemaal zo, ze hebben altijd verschillende kanten en ik houd ervan als een schrijver dat realistisch beschrijft.
Na een ingrijpende ervaring gaat de predikant uit het verhaal tot God roepen, en dat wordt zijn ommekeer. Op Paasmorgen preekt hij erover: ”De Heer is waarlijk opgestaan”. De eilandbewoners –de sfeer op dat eiland wordt trouwens ook prachtig beschreven– zijn blij verrast. Ze waren het al die tijd niet eens met hun dominee, ze vonden dat hij niet zuiver preekte, maar ze lieten hem niet vallen. Ze waren voor hem blijven bidden.
Daar zit ook wel een les in, vind ik. Er is zoveel kerkelijke strijd, er wordt vaak maar geruzied en kritiek geuit, maar wanneer bidden we echt voor alles wat er op het kerkelijke erf misgaat?”
3. Augustinus: enorme diepgang
„Toen ik rond de veertig was, heb ik het werk van Augustinus ontdekt. Dat is begonnen met zomaar een citatenboekje van hem, ”Rust in God”, dat ik in die tijd bij boekhandel Lindenberg kocht.
Wat ik daar las sprak me aan, en dus wilde ik ook andere boeken van hem gaan lezen. Ik wilde hem en zijn werk beter leren kennen. Ik vond hem een schrijver die zo diep denkt, die zo veel te zeggen heeft…
Maar ik moet er wel bij zeggen: de boeken van Augustinus zijn niet eenvoudig, die lees je niet zomaar even.
Ik ben ooit begonnen aan ”De stad Gods” maar dat vond ik zo vreselijk moeilijk dat ik het uiteindelijk niet uitgekregen heb. In dat boek gebruikt Augustinus een manier van redeneren die je als lezer van deze tijd niet meer zo goed herkent. Het gaat veel over de geschiedenis van die tijd, dat sprak mij minder aan.
Maar de ”Belijdenissen” heb ik wél helemaal gelezen, en dat vond ik een bijzonder boek. Ook niet zo makkelijk om te lezen misschien, maar het heeft zo’n enorme diepgang… Ik las iedere keer een stukje, en daar kon ik dan lang over nadenken.
Voor mijn gevoel zijn de ”Belijdenissen” één lang gebed. Er spreekt een sterke band met God uit, een diepe Vader-kind-verhouding. Heel eerlijk legt Augustinus zijn ziel bloot, en daarbij schittert het werk van God door zijn woorden heen. Het is een bijzondere ervaring om daar als lezer in mee te mogen kijken.”
4. Coray: de kerkvader als mens
„Juist in de tijd dat ik Augustinus’ werk leerde kennen, verscheen er ook een historische roman over zijn leven: ”Zoon van tranen” van Henry Coray. Het leuke van zo’n boek vind ik dat een historische figuur op die manier heel dichtbij kan komen als mens. Al vraag je je soms wel af: hoe groot is de invloed van de fantasie van de auteur? Daar ontkom je niet aan bij een roman, dat de schrijver zelf ook bepaalde dingen heeft ingevuld en ingekleurd.
Maar in het algemeen denk ik dat Coray een mooi beeld geeft van Augustinus’ veelzijdigheid. Augustinus leidde om te beginnen een nogal losbandig leven, waar zijn vader niet mee zat, maar waar zijn moeder wél grote zorgen om had – dat is op zichzelf al boeiend en tot nadenken stemmend, om daarover te lezen.
Maar wat ik het mooiste vond is de ontwikkeling die Augustinus in de loop van het verhaal doormaakt. Hij is iemand die alles wil beredeneren, die overal een logisch antwoord op wil hebben. Maar dan komt hij tot bekering, en dan ontdekt hij dat hij al die vragen kan loslaten en dat hij niet meer alles hoeft te beredeneren. Tegelijk houdt hij wel zijn filosofische benadering van de dingen – waarmee hij zijn lezers diepe inzichten biedt. Dat vind ik het mooie van Augustinus, dat hij zich mét zijn scherpzinnige verstand uiteindelijk dienstbaar stelde aan de dienst van God.”
5. Kohlbrugge: directe vragen
„Dr. H.F. Kohlbrugge is zo’n schrijver van wie ik verschillende boeken heb, boeken die ik ook graag lees. Ik ben zo’n mens, als ik eenmaal de smaak te pakken heb, wil ik meer. Ik had dat met Augustinus, maar zeker ook met Kohlbrugge en andere schrijvers. Als ik ergens een boek tegenkom van zo’n schrijver dat ik nog niet heb, dan koop ik dat en ga ik dat lezen. De laatste tijd heb ik bijvoorbeeld het een en ander van Thomas Watson verzameld – ik houd veel van de puriteinen.
Om op Kohlbrugge terug te komen, zomaar een voorbeeld is ”Het boek Ruth” in de serie ”Schriftverklaringen”. Stap voor stap gaat de schrijver daarin het hele boek Ruth door, tekst voor tekst wordt uitgeplozen. Hij blijft heel dicht bij de Schrift, en hij trekt tegelijk prachtige lijnen naar het geestelijke leven.
Wat me aanspreekt in zijn manier van schrijven: hij heeft een ontzettend sprankelende, poëtische stijl. En hij is heel direct naar zijn lezers toe. Hij beschrijft niet alleen hoe kinderen van God de dingen ervaren, hij stelt ook de directe vraag: Hoe sta je hier nu zelf in? Daarin is hij heel recht door zee, hij windt er geen doekjes om. Je kunt je niet achter anderen verschuilen, hij vraagt naar je eigen hart.”
6. Florijn: voorbeeldige verhalen
„Om een beetje bij te blijven, lees ik graag romans van hedendaagse christelijke schrijvers: Els Florijn, Marianne Witvliet, Sarah van der Maas, Joke Verweerd en anderen. Een kersverse leeservaring is voor mij de pasverschenen historische roman ”De engelen van Elisabeth” van Els Florijn. Die ervaring gaat me lang bijblijven, denk ik. Ik vond het een indrukwekkend boek. Ook een schrijnend boek.
Het gaat over een vrouw met wie iets aan de hand is – dat besef je al snel als lezer. Haar dochtertjes zijn overleden, en je vraagt je af: Heeft zij die kinderen vermoord? Ze wordt opgenomen en er is een arts die met haar komt praten om erachter te komen wat er gebeurd is.
Als ik zo’n boek uit heb, moet ik me er altijd even op bezinnen. Dat vind ik het mooie bij Els Florijn, dat ze je aan het denken zet. Ze weet iets uit de geschiedenis tot leven te wekken, iets wat in vergetelheid was geraakt. Maar tegelijk laat je ze je nadenken over wat je daar nu, in je eigen tijd, van kunt leren. Je kunt je namelijk nog steeds afvragen: Hoe wordt er in onze tijd tegen psychiatrische patiënten aangekeken? We denken dat we het beter doen, maar dat is de vraag.”
www.rd.nl/uitdeboekenkast
Mensen uit alle geledingen van de maatschappij vertellen over boeken die invloed hebben gehad op hun leven.