Synode CGK: Kerk moet zich houden aan besluit over homoseksualiteit
Het is niet gelukt om binnen bezwaarde christelijke gereformeerde kerken draagvlak te krijgen voor een synodebesluit over homoseksualiteit. Classes moeten met kerkenraden in gesprek blijven en hen wijzen op het besluit uit 2013.
Op de digitale synodetafel van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) lag donderdag een rapport van de taakgroep homoseksualiteit. Die voerde de afgelopen jaren gesprekken met zeven classes en daarnaast met twaalf gemeenten die een bezwaarschrift tegen de synode-uitspraak over homoseksualiteit uit 2013 hadden ingediend. Die bezwaren werden in 2017 afgewezen.
De CGK stelden in 2013 dat seksuele omgang tussen mensen van gelijk geslacht zonde is. Een gemeentelid met een homoseksuele relatie kan niet worden toegelaten tot het doen van openbare geloofsbelijdenis, de heilige doop en de viering van het heilig avondmaal. Tegelijk erkenden de CGK dat er in het verleden te weinig specifieke aandacht is geweest voor pastoraat aan homo’s in de kerk.
Verwijten
De taakgroep homoseksualiteit benadrukt in zijn rapport dat de bezwaarde gemeenten niet over een kam geschoren mogen worden. „Daarvoor is de diversiteit in standpunten en in pastoraal beleid te groot.”
Er zijn bijvoorbeeld kerkenraden die instemmen met de uitspraak van de synode dat homoseksuele relaties tegen Gods bedoeling ingaan, maar die wegens de „gebrokenheid van dit bestaan” ruimte willen bieden aan homoseksuele relaties. Andere kerkenraden hebben grote moeite om homoseksuele relaties zonde te noemen, omdat de Bijbelteksten daarover niet eenduidig zouden zijn. De „lastigste, meest oppositionele gesprekken” waren er met kerkenraden die de synode „feitelijk verwijten de gezindheid van Christus te verzaken door over vermaning te spreken, omdat homoseksualiteit en homoseksuele relaties in liefde en trouw, zoals die er vandaag zijn, volgens hen niet aan de orde zijn in de Bijbelse teksten.”
Het blijkt voor veel bezwaarde kerkenraden „niet mogelijk om homoseksuele omgang als zodanig als zonde te zien”, concludeert de taakgroep. Soms is er sprake van „een verschuiving in Schriftbeschouwing. Dan leek het alsof de woorden van de Schrift relevant geacht werden voor de gemeente van vandaag in zoverre zij de boodschap van Gods liefde en aanvaarding van zondaren ondersteunen.”
Vrijzinnigheid
De commissie die het rapport van de taakgroep homoseksualiteit heeft bestudeerd, ziet binnen de kerken „een diversiteit in omgang met exegese, hermeneutiek en tucht die grenst aan vrijzinnigheid.”
Dat laatste noemde ds. H. K. Sok (Urk-Ichthus) donderdag „schokkend.” De predikant vroeg zich af of de kerken nog wel „op hetzelfde fundament” staan. Andere synodeleden vonden ”vrijzinnigheid” een te zwaar woord.
Synodepreses (voorzitter) ds. J. G. Schenau: „Misschien is er meer sprake van eigenzinnigheid dan van vrijzinnigheid. Zorgen mogen worden geuit, maar zo’n kwalificatie kan een eigen leven gaan leiden.” De commissie zegde toe het woord ”vrijzinnigheid” te vervangen door ”eigenzinnigheid”.
Ds. P. D. J. Buijs (Nunspeet) pleitte ervoor een „signaal” naar de kerken te laten uitgaan. De classes hebben volgens hem de verantwoordelijkheid om het gesprek te voeren met gemeenten die niet achter het synodebesluit staan.
De generale synode besloot een brief naar de classes te sturen, met daarin de waarnemingen van de taakgroep. Het is de bedoeling dat de classes daarmee het gesprek aangaan met bezwaarde kerkenraden en hen aanspreken op hun omgang met de synodebesluiten over homoseksualiteit.
De synode vergadert in het voorjaar verder. Dan staan onder meer onderwerpen als vrouw in ambt en kerkelijke eenheid op de agenda.