Opzij gezet voor de rijkdom van het gas
Dat de provincie Groningen zou delen in de rijkdom van het aardgas, bleek ijdele hoop. In zijn boek ”Gas. Het verhaal van een Nederlandse bodemschat” schetst journalist Emiel Hakkenes een ontluisterend verhaal over een geschiedenis met twee gezichten.
Van de ingenieur die aardgas ontdekte tot ministers die hun vingers brandden aan de gaskraan, en Groningers met scheuren in hun huizen en harten: negentien verhalen staan er in het boek ”Gas”. Samen vormen ze een reconstructie van de geschiedenis van het Groninger aardgas.
De vondst van een enorme gasbron bij het Groningse Slochteren, in 1959, gaf de provincie Groningen de hoop te mogen delen in de opbrengsten van de goudmijn. Maar vandaag de dag behoort de provincie nog steeds tot de armste regio’s van het land en kampen de Groningers met aardbevingen. In 2018 besloot het kabinet om de gaswinning af te bouwen naar nul. Medio 2022 moet de gaskraan helemaal dicht zijn. Voor zijn boek dook Hakkenes archieven en bibliotheken in en interviewde hij verschillende Groningers.
Wat fascineert u in deze geschiedenis?
„Hoe mensen aan de kant worden geschoven voor de vooruitgang. Dat heeft te maken met het boek dat ik hiervoor schreef: over de inpoldering van de Zuiderzee. Er was nieuw land nodig, want dat was goed voor Nederland. Maar er werd geen rekening gehouden met mensen als de vissers in Harderwijk en Spakenburg. Daarin zag ik een parallel met de geschiedenis van het Groninger gas.
Ik kreeg sterk de indruk dat mensen ondergeschikt zijn gemaakt aan de vooruitgang. Toen het gas werd gevonden, bleek het een bron van rijkdom te zijn. Alles was erop gericht om die maximaal te benutten. Zonder dat de overheid veel oog had voor de mensen die daar woonden. Ik heb het boek geschreven vanuit het perspectief van mensen. Het is ontluisterend om te zien dat de geschiedenis zich herhaalt en dat ook de overheid niets wijzer is geworden in krap honderd jaar tijd.”
Wat heeft u het meest verrast?
„Als het verhaal zwart op wit staat, is het eerder confronterend. Sommige dingen wist ik al, bijvoorbeeld hoe de verdeling van de opbrengsten van het aardgas is. Vanaf het begin verdween al het geld op de grote hoop. In Noorwegen zijn de gasopbrengsten in een apart fonds gezet. In de geschiedenis van Nederland is er maar een korte periode een fonds geweest voor de gasopbrengsten, van 1995 tot 2011: het Fonds Economische Structuurversterking. Van dat geld werd maar 1 procent besteed in Noord-Nederland.
Wel is er een metrolijn voor Amsterdam, de Noord/Zuidlijn, van gebouwd. Maar er komt geen snellere trein van Amsterdam naar Groningen. Ondanks allerlei toezeggingen van politici. Daarmee is de geschiedenis van het Groninger gas ook een geschiedenis van niet nagekomen beloftes. Dan is het toch niet gek dat mensen het vertrouwen in de overheid verliezen?
Het verkiezingsprogramma van de partijen PvdA, D66 en PPR bevatte in 1972 het onderdeel dat de provincie Groningen een eigen deel van het aardgasgeld zou moeten krijgen. Toen de verkiezingen voorbij waren en PvdA’er Joop den Uyl minister-president werd, bleek de realiteit weerbarstiger te zijn dan gedacht. Het geld was nodig om de oliecrisis het hoofd te bieden.”
Lopen idealen van politici meestal op niets uit?
„Naar mijn overtuiging willen mensen, ook politici, in principe het goede doen. Linkse politieke partijen wilden in de jaren zeventig van de vorige eeuw oprecht dat de aardgasopbrengsten eerlijk verdeeld zouden worden. Maar ik zie dat dat soort idealen toch leiden tot loze beloftes. Dat is het tragische ervan.”
Wat weten of realiseren veel mensen zich niet over de geschiedenis van het gas?
„Dat het een geschiedenis is met twee gezichten. Aan de ene kant heeft het gas ons veel gebracht. We hebben er veel geld mee verdiend. Zo is de Oosterscheldedam ermee betaald en kunnen we er onze sociale zekerheid mee bekostigen. Ik vraag me af in hoeverre mensen zich dat realiseren.
Maar ik vraag mij evenzeer af of mensen buiten Groningen werkelijk beseffen hoe dramatisch de geschiedenis is verlopen voor mensen in Groningen. Hun huizen raakten beschadigd door aardbevingen. Ze kwamen in kafkaëske (onheilspellende, GBdV) taferelen terwijl ze hun gelijk probeerden te halen.
Moet je eens voorstellen wat er gebeurd is bij bijvoorbeeld rijtjeshuisbewoners. Bij de een komt de ene inspecteur de schade opnemen, bij de buren komt de andere langs. Bij de een erkent de inspecteur dat de scheuren het gevolg zijn van de aardbevingen, maar de inspecteur bij de buren zegt dat achterstallig onderhoud de oorzaak is.
Dat lijkt mij gekmakend. Hoe kan je zo met mensen omgaan? In deze tijd van corona is de veiligheid van de huizen van Groningers ook actueel. We moeten zoveel mogelijk thuisblijven, luidt het advies van de overheid. Maar als jij niet weet of je huis wel veilig is, is dat nogal een verzoek.”
Wat voegt uw boek toe aan de discussie over aardgas?
„Het boek maakt duidelijk dat we niet verder kunnen met het Groninger gasveld. Dat kan je mensen niet aandoen. Een pasklare oplossing heb ik niet. Nederland had eerder moeten beginnen met nadenken over alternatieven. De overheid heeft zich te laat gerealiseerd dat dit niet kon doorgaan. Als er gas in overvloed is, waar je zo lang mee vooruit kunt, ben je niet snel geneigd na te denken over alternatieven.
De energietransitie leidt tot eindeloos geëmmer. Terwijl Nederland in de jaren zestig in drie jaar tijd aan het gas was. Weliswaar lag de zaak toen eenvoudiger, want gas was schoner en goedkoper dan kolen. Maar het zegt ook iets over de veranderde verhouding tussen politiek en burgers. Misschien werden er zestig jaar geleden minder vraagtekens geplaatst bij plannen van de overheid.”
Emiel Hakkenes
De 43-jarige Emiel Hakkenes groeide op in het Drentse dorp Gieten en studeerde in Groningen. Tegenwoordig woont hij met zijn gezin in Woerden.
Hakkenes is journalist duurzaamheid en milieu bij dagblad Trouw.
”Gas” is zijn vierde boek over een bepaalde geschiedenis, dat hij onder eigen naam uitbracht. Zijn boek ”Polderkoorts”, verschenen in 2017, is grotendeels de biografie van de hoofdpersonen Cornelis Lely en Eibert den Herder. Op verzoek tekent Hakkenes ook levensverhalen van mensen op.
Ontdekken
„Jan Koster was de eerste die het inzag. Hij had het in de Achterhoek, bij Corle, met zijn eigen ogen aanschouwd. De vlammen waren metershoog. Dat bewees genoeg: waar vuur is, is gas. In de diepte van de aarde, wist ingenieur Jan Koster, bevindt zich gas.” (Fragment uit ”Gas”)
Doorvertellen
„Melissa Dales bleef trouw aan haar wortels. Groningen was mooi en rustgevend, en het ging haar aan het hart wat de mensen er doormaakten. Hun gevoelens van onveiligheid, onzekerheid, verlies, boosheid en teleurstelling voelde ze zelf ook. Ze was als geestelijk verzorger opgeleid om mensen bij te staan, te helpen de moed niet te verliezen. Haar vader zette zijn boosheid om in protestacties en rechtszaken, zelf koos ze er liever voor een luisterend oor te bieden. De verhalen die haar in vertrouwen werden verteld, hield ze voor zichzelf. Maar tezamen vormden die verhalen één groot verhaal, van wat er gebeurde in Groningen en met de levens van de Groningers. Overal waar ze kwam, vertelde Melissa Dales dat grote verhaal door. Dat zag ze als haar opdracht. Zwaar viel het haar niet, omdat ze beter dan wie ook wist waarover ze sprak: over haar mensen en haar provincie. Haar thuis.” (Fragment uit ”Gas”)
Oplossen
„Eric Wiebes hield van problemen. Van complexe zaken ging zijn hart sneller kloppen. Had een kwestie eenmaal zijn interesse, dan ging hij lenig van geest op zoek naar oplossingen, die vaak origineel en onorthodox waren. Soms maakte hij een betweterige indruk, had hij gemerkt. Daarom hield hij altijd een woordgrap of kwinkslag paraat, en genoeg zelfspot om niet onsympathiek over te komen. Zo dacht de behendige denker Eric Wiebes de Groningers voor zich te winnen. Maar in het probleem van de gaswinning, dat even taai als delicaat was, verslikte ook hij zich.” (Fragment uit ”Gas”)