Kerk & religie

Rookgordijn rond vermoorde Papoeapredikant

Het rapport van het door mensenrechtenactivist Haris Azhar geleide onafhankelijke humanitaire team dat de dood van de protestantse Papoeavoorganger Yeremia Zanambani onderzoekt, is een klap in het gezicht van het Indonesische leger (TNI) en de regering.

Redactie kerk
20 November 2020 09:01Gewijzigd op 30 November 2020 11:16
De moord op Papoeapredikant Yeremia Zanambani staat in het teken van de spanningen tussen veiligheidstroepen en separatistische groeperingen. Foto: studenten demonstreren in Jakarta voor een onafhankelijk Papoea. beeld AFP, Bay Ismoyo
De moord op Papoeapredikant Yeremia Zanambani staat in het teken van de spanningen tussen veiligheidstroepen en separatistische groeperingen. Foto: studenten demonstreren in Jakarta voor een onafhankelijk Papoea. beeld AFP, Bay Ismoyo

Dit concludeert het Indonesische weekblad Tempo in een recent artikel op zijn website.

Yeremia Zanambani, directeur van de Hitadipa Bible Theology High School in het district Intan Jaya Regency (Papoea), werd op 19 september onder het bloed aangetroffen in de varkensstal niet ver van zijn huis. Zijn vrouw vertelde het onderzoeksteam van Azhar dat haar man, vlak voordat hij stierf, zei dat de schutters de mensen waren die ze gewoonlijk hielpen en eten gaven.

De verklaring van de voorganger wijst naar Alpius, lid van het TNI, en naar een vriend wiens identiteit nog niet bekend is. Volgens genoemd rapport werd de 63-jarige voorganger niet alleen neergeschoten, maar ook in de rug gestoken.

In september stelde de Indonesian Gospel Tabernacle Church al dat Zanambani was neergeschoten door militairen. De voorganger was bezig met de vertaling van de Bijbel in het Moni-dialect van Papoea.

Eerder was het door de regering opgerichte onderzoeksteam onder leiding van de coördinerende minister voor politieke, juridische en veiligheidszaken, Mahfud MD, tot een veel vagere conclusie gekomen. Volgens Mahfud kan de moord zijn gepleegd door de veiligheidstroepen of door een derde partij, waarmee gewoonlijk de onafhankelijkheidsbeweging Free Papua Movement (OPM) wordt bedoeld. Ook het TNI en de Nationale Politie menen dat de OPM achter het geweld zit.

Oproep kerken

Op 26 oktober, voordat het onderzoek naar de moord op voorganger Yeremia voltooid was, had nog een andere schending van de mensenrechten plaats in Intan Jaya. Het slachtoffer was de rooms-katholieke catecheet Rufinus Tigau. Verondersteld wordt dat hij is doodgeschoten door het TNI toen hij onderweg was naar huis vanaf de St. Mikhael Parochiekerk in Bilogai, Intan Jaya. Hoewel het bisdom Timika het ontkent, beweert het TNI dat Rufinus lid was van de OPM.

Na de moord op Zanambani en Tigau riep de West-Papoease Raad van Kerken Indonesië op om te zoeken naar een vreedzame oplossing en de militarisering van West-Papoea te stoppen.

Dialoog zoeken

Volgens Amnesty International Indonesia kwamen dit jaar tot nu toe in Papoea vijftien dodelijke incidenten voor. Daarbij kwamen 22 mensen om het leven. De meeste daders hoorden vermoedelijk bij de politie of het TNI. Het merendeel van de incidenten werd niet goed onderzocht, sommige werden volledig genegeerd. Het onderzoeksteam onder leiding van Azhar werd pas opgericht na de dood van Yeremia.

Volgens weekblad Tempo moet de Indonesische regering de dialoog zoeken met de Papoea-samenleving en moet de Indonesische Bisschoppenconferentie (KWI) zich directer uitspreken tegen het geweld in Papoea. Anders raakt deze provincie steeds meer los van Indonesië.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer