Reproductiegetal coronavirus blijft ongeveer gelijk
Het zogeheten reproductiegetal dat aangeeft hoeveel anderen een met corona besmette persoon gemiddeld aansteekt, is ongeveer gelijk gebleven. Volgens berekeningen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is het een fractie gedaald, tot 0,89. Vorige week meldde het RIVM een reproductiegetal van 0,91.
De verschuiving is zo klein, dat die binnen de foutmarge ligt die het instituut aanhoudt. De gerapporteerde ’R’ van vorige week was voor het eerst sinds half juni onder de 1. Dat blijft zo en is gunstig te noemen: een reproductiegetal onder de 1 wil zeggen dat de verspreiding van het virus vertraagt. „Hoe lager het reproductiegetal hoe beter”, aldus het RIVM. Het getal 0,89 wil zeggen dat 100 mensen die besmet zijn in totaal 89 mensen aansteken.
Het instituut constateerde al eerder dat de afname was te danken aan de aanscherpingen van het coronabeleid die het kabinet sinds eind september doorvoerde.
Belangrijke kanttekeningen bij het reproductiegetal zijn dat het een schatting is én ongeveer 2,5 week achterloopt. Het dinsdag bekendgemaakte getal is de stand op 30 oktober. Een recenter cijfer geeft het RIVM niet, omdat het steeds onbetrouwbaarder wordt naarmate korter wordt teruggekeken. De bandbreedte waartussen het ergens moet zitten, ligt tussen de 0,86 en 0,91.
Sinds begin oktober schommelde het reproductiegetal rond de 1,1. Eind september was het 1,34 en eind augustus bijna 1,4. Toen het virus nog maar kort in Nederland rondwaarde, lag het reproductiegetal een stuk hoger: eind februari becijferde het RIVM het op 2,2.