Opinie

Voorkom hoge jeugdwerkloosheid door lessen uit vorige crisis

Als na de zomer een nieuwe generatie schoolverlaters de arbeidsmarkt op stroomt, kan het probleem van jeugdwerkloosheid urgent worden. Snel handelen is daarom het devies. Daarbij kunnen we leren van de lessen uit het verleden. Een lage jeugdwerkloosheid is van groot economisch en sociaal belang.

Sonja Bekker
15 June 2020 10:53Gewijzigd op 17 November 2020 07:39
„Op school blijven tot een diploma is behaald, voorkomt werkloosheid. Maar het zorgt ook voor een betere arbeidsmarktpositie op de langere termijn.” beeld iStock
„Op school blijven tot een diploma is behaald, voorkomt werkloosheid. Maar het zorgt ook voor een betere arbeidsmarktpositie op de langere termijn.” beeld iStock

In 2011 luidde de Europese Commissie de noodklok over de jeugdwerkloosheid. Door de grote economische schok vreesde men dat jongeren langdurig uitgesloten zouden zijn van werk. Het leidde tot massale steun voor de Europese jeugdgarantie, nu onderdeel van de Europese Pijler van Sociale Rechten.

De coronacrisis zal ook leiden tot jeugdwerkloosheid. In april 2020 daalde het aantal Nederlanders met een betaalde baan snel. Bij jongeren was deze daling het grootst: binnen één maand gingen meer dan honderdduizend banen voor jongeren verloren (CBS). Als na de zomer een nieuwe generatie schoolverlaters de arbeidsmarkt op stroomt, kan het probleem van jeugdwerkloosheid urgent worden. Snel handelen is daarom het devies. Daarbij kunnen we leren van het verleden.

Meer debat

Anders dan bij de vorige crisis werd jeugdwerkloosheid nu snel een aandachtspunt in het maatschappelijk debat. Tien jaar geleden was het lang stil. Nu krijgen jongeren volop de aandacht en roeren jongerenorganisaties zich. Dit komt omdat de gevolgen van de vorige crisis nog vers in het geheugen liggen. Hoewel Nederland zich nadien herstelde en (tot voor kort) een lage (jeugd)werkloosheid kent (kende), is de positie van jongeren een punt van zorg gebleven.

In 2019 concludeerde de Sociaal-Economische Raad (SER) dat de weg naar een zelfstandig bestaan voor jongeren traag verloopt. Studeren betekent voor velen een studieschuld opbouwen, terwijl de oververhitte huizenmarkt zelfstandig wonen minder bereikbaar maakt. Daarnaast geeft de turbulente arbeidsmarkt nauwelijks een stabiel inkomen. Reden voor FNV Jong om vorig jaar al te waarschuwen voor een verloren generatie. Voor jongeren met minder kansen zijn de uitdagingen nog veel groter.

Er tekent zich, volgens de SER, een scheidslijn af tussen jongeren met meer en jongeren met minder kansen. Kreeg je van huis uit voldoende ”sociaal kapitaal” mee, dan heb je vaker interessant werk, krijg je meer hulp bij financiële tegenslagen en kun je werk en zorg beter combineren. De coronacrisis zal als een katalysator werken voor kansenongelijkheid en jeugdwerkloosheid.

Uit internationale onderzoeken naar arbeidsmarktbeleid kan een aantal lessen getrokken worden ter voorkoming en vermindering van jeugdwerkloosheid. Voorop staat dat een opeenstapeling van risico’s sommige jongeren parten speelt. Daarom wordt in studies vaak een link gelegd met de onzekere arbeidsmarkt waarop vele jongeren zich begeven.

Jeugdwerkloosheid en de kans op sociale uitsluiting vergen dan ook een multidimensionaal en dynamisch perspectief. Dit houdt ook in dat uniform beleid en strenge toelatingseisen tot inkomensvoorzieningen geen oplossing bieden. Ook is het oppassen dat een snelle instroom in ”elke baan” meer aandacht krijgt dan de instroom in een goede baan met toekomstperspectief.

Rol onderwijs

De Europese jeugdgarantie vat enkele ingrediënten van adequaat beleid samen: een snelle interventie en een aanbod van hoge kwaliteit, waarbij de jongere de kans krijgt om terug te keren naar school, in te stromen in een goede baan of stage te lopen. Snel betekent een goed aanbod binnen vier maanden na schoolverlating of werkloosheid. Maar preventief werken is nog slimmer. Nederland heeft laten zien in staat te zijn om voortijdige schoolverlating flink te verminderen.

Op school blijven tot een diploma is behaald, voorkomt werkloosheid. Maar het zorgt ook voor een betere arbeidsmarktpositie op de langere termijn. Onderwijs kan dus dienen als tijdelijke schuilplaats, maar levert ook extra kennis en vaardigheden. Daarnaast kunnen jongeren vaak stagelopen tijdens hun opleiding. Dat dit preventief werkt tegen werkloosheid, wijst ook de Duitse praktijk van beroepsonderwijs uit. Stages geven werkervaring en een netwerk, wat de stap van school naar werk ten goede komt. Daarom moeten we jongeren stages blijven aanbieden, ook bij economische neergang.

Begeleiding

Komt er toch een periode van werkloosheid, dan kan begeleiding bij re-integratie een uitkomst zijn. Die moet wel afgestemd worden op de situatie van de jongere en de obstakels die hij of zij tegenkomt op weg naar werk. Geef een jonge moeder dus middelen voor kinderopvang en help jongeren met schulden om hun financiën op orde te krijgen.

Het meest effectief lijkt een aanbod dat bijdraagt aan meer kennis en vaardigheden, inclusief het bouwen aan sociaal kapitaal. Zeker voor kwetsbare jongeren is langdurig contact met een begeleider nodig om een vertrouwensband op te kunnen bouwen. Sommige jongeren staan ver van de arbeidsmarkt af, bijvoorbeeld omdat zij geen opleiding hebben afgemaakt, een onstabiele thuissituatie hebben of kampen met schulden of verslaving.

Voor hen is het belangrijk om kleine stappen op weg naar werk te belonen en te waarderen, zoals het ontwikkelen van zelfvertrouwen en motivatie. Wacht daarbij niet af tot jongeren uit zichzelf aan het hulploket verschijnen, maar biedt proactief een helpende hand. Dat is vooral in de Nederlandse context belangrijk, omdat jongeren niet altijd automatisch recht hebben op inkomenssteun zoals bijstand of WW.

Dit wijst ook op het belang van de samenwerking tussen lokale organisaties. Zij kunnen zorgen dat jongeren ‘warm’ worden overgedragen, zodat ze na het behalen van hun diploma weten waar ze terechtkunnen voor verdere oriëntatie op de arbeidsmarkt. Tot slot moet er oog zijn voor de context waarin jongeren werk zoeken. Een te flexibele arbeidsmarkt geeft jongeren te veel risico om tussen tijdelijke banen in werkloos te worden.

De auteur is universitair hoofddocent aan de Universiteit van Tilburg en bekleedt de Jean Monnet leerstoel Europees sociaal beleid en arbeidsverhoudingen. Bron: www.socialevraagstukken.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer