Column (Ds. J. Belder): Gaaf
Een band zorgt voor achtergrondtonen als de voorganger het podium opkomt. „Hé, hoe is-t-ie? Gaaf dat je er bent”, horen de aanwezigen. Dagblad Trouw bezocht een samenkomst van de „evangelische succesformule uit Veenendaal”, Mozaiek 0318. Merkwaardige naam voor een evangelische groepering. Meestal heeft men in die regionen voorkeur voor oudtestamentisch personages. Echter nooit voor Job.
De band speelt veertig minuten aanbiddingsliederen met een hoog zweefgehalte. De 1400 stoelen zijn allemaal bezet. Veel jongeren en ouders „met opgroeiende kinderen die op hun schermpje zitten.” Daar hoef je dus niet de kerk voor uit. Dat nare tandartsgevoel is hier ook: verveling, stil moeten zitten en „duurt het nog lang?”
De klassieke eredienst wordt voorspelbaarheid verweten. De preek –geen toespraak– is niet meer van deze tijd: onpraktisch, te leerstellig en hopeloos eenrichtingsverkeer. Wie brengt het nog op daar drie kwartier naar te luisteren?! Dan moet de spreker minstens een excellent cabaretier zijn. „Maar ook de muziek doet me niks meer. Hooguit ergeren.”
Mozaiek0318 is zeven jaar geleden geplant en groeide van 40 leden toen naar 4000 nu. Nieuwe filialen staan op stapel voor Nijkerk en Apeldoorn.
„Ik voel me geliefd. God zegt: Ik vind jou fantastisch, Ik wil er voor je zijn”, hoorde de Trouwreporter van een bezoeker. De concentratie op zelfontplooiing, op mijn beleving, mijn geloof, mijn activiteit, mijn gaven, mijn talenten doet akelig postmodern aan. Bezoekers vertellen van hun hunkering naar een intense relatie met God. Beleving staat boven aan het wensenlijstje. Wie na afloop een persoonlijke zegen met handoplegging wil, kan weleens in een lange wachtrij verzeilen.
De Veense kerken zien ze bij tientallen gaan: jeugd, dertigers, zelfs veertigers. Elders gebeurt hetzelfde. De hedendaagse kerk en huidige cultuur zijn uit elkaar gegroeid. Hoe ga je een weg tussen verwarring en verstarring? Niet door een hippe kerk met hoog entertainmentgehalte te worden. Dat is een schijnoplossing. Er zijn vrome en naïeve kwezels. De spannende vraag is hoelang het duurt voordat de leegloop ook bij de evangelicalen toeslaat. Op dit moment dobberen ze nog veilig op de golven van de cultuur, en zolang dat zo is, werkt het procedé.
Wie de ervaringsgerichte mens wil bereiken, moet zijn emotie raken. Ik ga er m’n best voor doen. Misschien begin ik zondag wel met: „Hé, gabbers. Gaaf dat jullie er weer zijn!” En dan de babbel als van een diskjockey. Als dat geen bevlogenheid is?