Kinderen moeten weer leren dat fatsoenlijk gedrag normaal is
SIRE, de stichting die zich toelegt op ideële reclame, voert al maanden actie om het fatsoen bij de burger een groei-injectie te geven. Met de campagne #doeslief probeert ze mensen te motiveren om zich iets normaler jegens hun naasten te gedragen.
Wie even rondloopt in de publieke ruimte zal constateren dat dit bepaald geen overbodige luxe is. En dan gaat het niet om de vraag of een jongere een oudere, bijvoorbeeld een leraar, wel netjes groet als hij ”hallo” zegt. Daar werd dertig jaar geleden nog in docentenkamers over gediscussieerd omdat zo’n groet niet zou getuigen van respect. Tegenwoordig is een docent al blij wanneer een leerling hem of haar groet.
Maar zelfs wanneer je de lat niet te hoog wilt leggen, kun je je al snel ergeren aan het hufterig gedrag van mensen. Iemand de pas afsnijden, afsnauwen of hem zelfs voor rotte vis uitmaken omdat hij –vaak onbewust– in de weg loopt, lijkt de gewoonste zaak van de wereld te zijn. Veel mensen hebben een kort lontje, waardoor een verbale explosie –of erger– zich zomaar kan voordoen. Respect voor bijvoorbeeld ouderen is er vaak nauwelijks meer bij. Senioren zijn soms oprecht verbaasd als een jongere in een volle trein of bus zijn plaats afstaat.
Ongeveer de helft van de Nederlanders maakt zich zorgen over het afnemen van respect en fatsoen. Terwijl ons volk er prat op gaat tolerant tegenover alles en iedereen te zijn, gedragen veel Nederlanders zich in het (sociaal) verkeer hufterig. Niet alleen jongeren, maar ook steeds meer ouderen vinden dat ze zich de ruimte kunnen permitteren om zich egoïstisch en onfatsoenlijk te gedragen tegenover anderen.
Voor een deel kan dit verklaard worden door de druk die er in deze maatschappij op mensen ligt, waardoor ze sneller geprikkeld raken. Een andere factor is dat de sociale controle die er vroeg was –toen mensen vooral in dorpen leefden– nu is weggevallen. Mensen kunnen tamelijk anoniem door het leven gaan. Daardoor hangt aan veel asociaal gedrag geen naamkaartje.
Toch is er nog een factor die benoemd moet worden. Dragen mensen vandaag de dag innerlijk nog wel het besef dat fatsoen een keurmerk is van karakter? Wie zich onfatsoenlijk gedraagt, geeft daarmee een visitekaartje af. Wat in het vat zit, komt er immers ook uit.
De actie van SIRE is geen overbodige luxe. Maar als er niet meer gebeurt, is die slechts symptoombestrijding. Juist in opvoeding, vorming en onderwijs zou meer aandacht aan fatsoen gegeven moeten worden. Dat vraagt in sommige gevallen toch enige correctie in het moderne pedagogische denken. Daarin staat nu vooral de maximale ontplooiing van het kind centraal. Die heeft ook betekenis. Een kind moet zijn gaven kunnen ontwikkelen. Maar een kind moet ook leren te acteren binnen grenzen. Respect en fatsoen zijn daarbij belangrijke grenspalen. Daarvoor moet meer aandacht komen.