Vrijheid van godsdienst gaat verder achteruit
De godsdienstvrijheid wereldwijd is in het jaar 2018 verder verslechterd.
Dat meldt de Duitse nieuwsdienst Idea, op basis van het jaarverslag van de Amerikaanse commissie voor internationale religievrijheid te Washington.
Het rapport noemt een aantal „landen van bijzondere zorg.” De lijst van deze landen is niet gewijzigd in vergelijking met een jaar eerder. Godsdienstvrijheid wordt nog steeds het meest genegeerd in zestien landen, te weten: China, Eritrea, Iran, Myanmar, Noord-Korea, Saudi-Arabië, Sudan, Turkmenistan, Tadzjikistan, Oezbekistan, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Nigeria, Pakistan, Rusland, Syrië en Vietnam.
In nog eens twaalf landen komen schendingen van de godsdienstvrijheid voor, maar niet in die mate dat deze landen voorkomen op de lijst met „landen van bijzondere zorg.” Die twaalf landen zijn: Afghanistan, Azerbeidzjan, Egypte, Bahrein, Cuba, India, Indonesië, Kazachstan, Laos, Maleisië, Irak en Turkije.
Het Amerikaanse rapport wijst expliciet nog op een land als Iran, waar de vervolging van christenen in 2018 aanzienlijk is toegenomen.