Visitatie-nieuwe-stijl in PKN van start
In het beroepingswerk komen ze de laatste weken één voor één voorbij: de benoemingen van de voorzitters van de classicale visitatiecolleges in de Protestantse Kerk in Nederland. Onder hun leiding zal de visitatie-nieuwe-stijl per 1 maart een aanvang nemen. Ds. D. Ph. C. Looijen uit Amersfoort legt uit wat zijn taak zal zijn.
De maatregelen rond Kerk 2025 leidden vorig jaar tot de opheffing van het oude visitatiecollege. Een kleiner aantal visitatoren gaat nu nauw samenwerken met de classispredikanten.
Wat is er nieuw aan de kerkvisitatie?
„In plaats van een visitatiecommissie die vierjaarlijks een bezoek bracht, zal nu de classispredikant de gemeenten bezoeken”, zegt emeritus predikant ds. Looijen, aangesteld voor de classis Utrecht. „De visitatoren komen pas in beeld als zich moeilijkheden voordoen, bij dat wat voorheen de buitengewone visitatie heette. Bij losmaking bijvoorbeeld, of bij spanningen in de kerkenraad. In deze situaties moet er een advies komen van het visitatiecollege. Daar gaat een intensieve tijd van verkennen en gesprekken voeren aan vooraf.”
Welke rol heeft de voorzitter?
„De voorzitter is verantwoordelijk voor de coördinatie van activiteiten als zich meerdere probleemsituaties tegelijk voordoen. Je bent als het ware spelverdeler: je kijkt welke visitator waar het beste naartoe kan gaan. Daarnaast adviseer je een aantal organen, zoals het breed moderamen van de classis, en vorm je samen met de andere voorzitters het generaal college voor de visitatie. Je bent vaak contactpersoon, de eerste die gebeld wordt. Je trekt op met de classispredikant, stemt voortdurend met elkaar af en adviseert als dat gewenst is. Ook ben je bij classisvergaderingen aanwezig zodat je goed weet waar het wel en niet loopt. Verder denk je mee in het functioneren van de ringverbanden waarin gemeenten elkaar ontmoeten.”
Wat is het voordeel van de nieuwe aanpak?
„We hebben vooral ingezet op bevordering van kwaliteit, omdat daarin in het verleden nogal verschil was. Visitatoren worden nu getraind in het analyseren van en het omgaan met crisissituaties, niet om als een rechercheur een schuldige aan te wijzen, maar om rustig luisterend en sprekend met elkaar tot een oplossing te komen – waarbij het er overigens soms scherp aan toe kan gaan. Ik zal kijken aan welke deskundigheid er behoefte is, want elke regio is anders. De context in Friesland of Groningen, waar je blij bent als een gemeente nog zes kerkenraadsleden heeft, is totaal anders dan in Zuid-Holland of Gelderland, waar je nog kerkenraden van dertig man treft. In de ene regio is de krimp sterker voelbaar dan in de andere. Daar letten we op en helpen we elkaar bij door onze ervaringen in een centraal overleg uit te wisselen.”
Gaat u straks zelf nog op visitatie?
„In sommige complexe situaties kan ik er als voorzitter samen met een medevisitator op af gaan. Er is geen blauwdruk voor de juiste aanpak, al hanteren we wel een bepaalde systematiek. Maar elke situatie kent een andere aanleiding, een ander type mensen. Dat vraagt dus om maatwerk.
Als lid van het generaal college zal ik verder pastorale gesprekken houden met de predikanten die in dienst zijn van de landelijke kerk.”
Welk type conflicten komt een visitatiecollege in deze tijd vaak tegen?
„Er gaat veel mis als mensen via e-mail communiceren. Daar komen conflicten uit voort, omdat mensen niet meer met elkaar praten. E-mail is een prachtig medium, maar ook bloedlink als het gaat om communicatie in de gemeente. Trouwens, in het bedrijfsleven is dat net zo goed zo. Je moet het niet gebruiken voor het uiten van meningen en gevoelens.
Ik denk ook aan spanningen tussen kerkenraad en predikant. Het gaat verkeerd als verwachtingen uiteenlopen en verantwoordelijkheden niet zijn afgebakend. Predikanten raken gedemotiveerd of gaan de aansluiting missen. Het predikantschap is de afgelopen jaren sterk veranderd. Er is een totaal andere manier van communiceren ontstaan. Voel je als predikant de leefwereld nog aan, ben je meegegroeid in de ontwikkelingen, in het taalgebruik en het leef- en werkpatroon van mensen?
Er wordt steeds meer van een predikant geëist. Hij moet up-to-date zijn, een aansprekende performance hebben. Omdat predikanten niet altijd gewend zijn aan het bedrijfsleven, kan kritische feedback soms hard aankomen. Het gaat vaak om mensen die in eenzaamheid hun werk doen en daardoor een gezonde tegenreactie missen. Juist daarvoor is de classispredikant bedoeld. Diens bezoek –één op één– zou weleens veel beter kunnen werken dan het vroegere pastoriegesprek met twee onbekende visitatoren. Ook al zijn daar goede voorbeelden van.”