„Kerkleiders M-Oosten moeten denken over Westen wijzigen”
Kerkelijke leiders in de Arabische wereld hebben de neiging de destructieve uitwerking van het islamitisch radicalisme op christelijke gemeenschappen te bagatelliseren. Om de islamofobie in het Westen te verminderen, doen ze er echter goed aan hun denkwijze te veranderen.
Christelijke kerken in het Midden-Oosten worstelen met het feit dat in deze regio godsdienst en politiek voortdurend met elkaar verweven zijn. Dat werd vorige week onderstreept tijdens de jaarlijkse Internationale Conferentie over Veiligheid in Wenen.
De conferentie werd bijgewoond door politieke leiders zoals de Duitse bondskanselier Merkel, de Russische minister van Buitenlandse Zaken Lavrov en de Amerikaanse vice-president Pence. Opvallend was echter dat ook een aantal patriarchen van oosterse kerken aanwezig was, onder wie de Chaldeeuwse patriarch Sako uit Irak.
In het Westen hebben politieke en kerkelijke leiders de neiging om de destructieve uitwerking van het islamitisch radicalisme op christelijke gemeenschappen in het Midden-Oosten te bagatelliseren. Kerkelijke leiders in de Arabische wereld lijden echter aan hetzelfde euvel, bleek uit de toespraak van patriarch Sako.
In Irak daalde het aantal christenen in 15 jaar van ruim 1,5 miljoen naar hooguit 200.000 anno 2019. De patriarch leek hiervoor echter uitsluitend het Westen verantwoordelijk te houden. Volgens hem „beoogt de westerse politiek in de Arabische regio het creëren van oorlogen in plaats van het bevorderen van democratie en vrijheid.”
De politieke islam is vooral het gevolg van het Israëlisch-Palestijnse conflict, aldus patriarch Sako. Christenen in het Midden-Oosten zouden bovendien lijden onder het feit dat ze sinds de tijd van de kruisvaarders worden beschouwd als bondgenoten van het christelijke Europa.
Sako noemde de twintigste eeuw „catastrofaal” voor christenen in het Midden-Oosten. De genocide in die tijd op Armeense en Assyrische christenen vond echter decennia voordat de staat Israël werd gesticht plaats. De ideologie van de haat tegen christenen was dus geen bijwerking van het Arabisch-Israëlische conflict.
De Amerikaanse militaire interventie in Irak in 2003 was inderdaad niet goed doordacht, maar de Amerikaanse president George W. Bush had de intentie om Irak hierdoor te veranderen in een democratie met vrijheid van godsdienst. Het waren de Irakezen zelf die vervolgens een sektarische burgeroorlog begonnen die hun land aan de rand van de afgrond bracht.
Prof. dr. Elias Samo, hoogleraar internationale betrekkingen aan Amerikaanse en Syrische universiteiten, schreef onlangs in een analyse dat het christendom in het Midden-Oosten niet gebaat is bij zinloze discussies en verwijten. Er is wel degelijk hoop voor de christenen in de Arabische wereld, maar dit vereist een mentaliteitsverandering, te beginnen in het schoolsysteem, schreef hij. Zo moet duidelijk gemaakt worden dat christenen in belangrijke mate hebben bijgedragen aan de Arabisch-islamitische beschaving. In de negentiende eeuw waren ze de pioniers van een Arabische renaissance. Christenen vochten zij-aan-zij met hun islamitische buren tegen de kruisvaarders, de Osmanen en de westerse koloniale machten.
Prof. Samo bracht echter ook andere argumenten naar voren. In de islamitische wereld kijkt men met toenemende zorg naar het verschijnsel van islamofobie in het Westen. Moslims moeten zich volgens hem realiseren dat het voortdurende geweld tegen christelijke minderheden in hun midden deze islamofobie versterkt. Een gezonde situatie voor christenen in het Midden-Oosten kan als tegengif dienen voor deze islamofobie. Niet alleen moslims, maar ook kerkelijke leiders doen er goed aan daarom hun denkwijze te veranderen.