Theologie van zending zorgt voor belijning op de weg
Zending is wezenlijk voor de kerk. Theologie van zending dient daarbij als belijning op de weg. Ook dwingt ze de kerk tot bezinning op haar lokale cultuur en leert ze van ervaringen van kerken in een minderheidspositie, een situatie waar de Nederlandse kerk naartoe groeit. Bovendien zijn reformatorische kerken verplicht hun erfenis voor hun broeders en zusters elders te verzilveren.
De herdenking van de Synode van Dordrecht (1618-1619) is in volle gang. Belangrijke theologische statements vullen de pagina’s van de onder ons bekende bladen. De een na de ander bestijgt de ‘gouden koets van Dordt’ om zich ermee door het land te laten rijden.
Ik zie in gedachten de Engelse afgevaardigden hun wenkbrauwen fronsen bij het voorbijtrekken van al die ‘gouden koetsen’. En ik zie hen terugdenken aan die ene zin in de Dordtse Leerregels artikel II.5 die vermoedelijk op voorstel van hen werd ingevoegd, namelijk „…dat de belofte van het Evangelie aan alle volken en mensen, tot welke God naar Zijn welbehagen het Evangelie zendt, zonder onderscheid moet worden verkondigd en voorgesteld met bevel van bekering en geloof…” En ik zie hen ter vergadering opnieuw opstaan om een pleidooi te voeren voor het opnemen van de volken in deze leerregels.
Centrale roeping
In de gereformeerde orthodoxie is theologie van zending vrijwel altijd een stiefkind geweest. Als de theologische zendingsopleiding ”Seminarium Indicum” open was gebleven, hadden we in 2022 een grootse herdenking kunnen hebben. Echter, al in 1633 moet Antonius Walaeus het instituut zogenaamd vanwege „grote kosten” en „sobere successen” sluiten. Dat een van de studenten rapporteert dat er 5900 heidenen tot Christus zijn gebracht en dat hij 29 gemeenten heeft kunnen stichten en van herders heeft voorzien, mocht niet baten.
Toch is theologie van zending als het centrum van een roosvenster, omdat het gaat over de bezinning op de centrale roeping van de kerk en de zending van God in deze wereld (Missio Dei). Theologie van zending - zending is alles wat te maken heeft met de komst van Gods Koninkrijk in deze wereld - is belijning op de weg. Een weg die de kerk in deze wereld moet gaan.
De beoefening ervan is echter niet zonder aanvechting. Dit heeft te maken met de natuurlijke neiging van mensen zich te willen verenigen in een eigen ‘toren’ in plaats van zich gehoorzaam te verspreiden over deze aarde en zich vruchtbaar te maken (Gen. 1:28; 9:1, 7). De beoefening van theologie van zending botst met de ingekeerdheid of gearriveerdheid van de lokale theologie, alsof alleen de eigen denominatie van belang zou zijn. Zij is als een kiezelsteen in de schoen van de kerk, die haar eraan herinnert dat zij moet voorttrekken.
Geestelijke strijd
Wat is theologie van zending? De theologische bezinning van de kerk die recht doet én aan Schrift en belijdenis (ook wel: Bijbel en (gereformeerde) theologie) én aan de opvatting van de lokale, zendende kerk én aan de vragen die opkomen uit de zendings- en evangelisatiepraktijk.
Neem bijvoorbeeld het lezen van de Bijbel en de daaraan verbonden hermeneutiek. In de eenentwintigste eeuw lezen miljoenen mensen elke dag de Bijbel. Het is een ongekend populair boek in de wereld. Dit alles tot grote vreugde van de Bijbelliefhebbers en in het bijzonder ook van de bevindelijk gereformeerden, die aan de Bijbel groot gezag toeschrijven.
Er is echter ook een andere kant. De wereldwijde gemeenschap van Bijbellezers zorgt voor een veelheid aan interpretaties. Deze veroorzaakt verlegenheid en verwarring. Zendingswerkers komen met deze vragen terug in de gemeenschap van de kerk. Hoe kun je de opvatting van het ”Sola Scriptura”, in het bijzonder die van het zelfgetuigenis van de Schrift, van betekenis laten zijn voor zending en Schriftuitleg zonder de band met de kerk en haar belijdenissen te verwaarlozen? Hier is theologie van zending relevant.
Een ander voorbeeld is het thema van de machten, zoals dr. Dick Kroneman beschrijft in ”De betoverde mens”. Hij belicht de geestelijke strijd van de christen vanuit het gezichtspunt van zowel de Papoea’s als de Nederlanders. Hij zoekt naar antwoorden over God, de mens en de machten. Bijbel (Psalm 91) en theologie, zendingspraktijk en kerk worden in dit boek aan elkaar verbonden.
Op het eerste gezicht lijkt Papoea ver weg. Tovenaars, heksen, boze geesten en dergelijke hebben in het westerse wereldbeeld geringe betekenis. Maar Papoea ligt dichterbij dan gedacht. De studie laat zien dat machten zich diep in iedere cultuur nestelen, ook in onze kerken.
Er zijn voorbeelden van dichterbij te geven. Bijvoorbeeld de studie ”Vreemdelingen en priesters” van dr. Stefan Paas. Die gaat over nieuwe vormen van kerk-zijn in een cultuur van secularisatie. Je kunt je afvragen of hij de uitgangspunten van de gereformeerde theologie voldoende verdisconteert in zijn benadering, maar je moet er serieus kennis van nemen.
Ik denk ook aan dr. Wim Dekker en zijn laatste boek, ”Verbonden en Vervreemd”. Hij acht de rede van Paulus op de Areopagus van grote betekenis voor nu. Dergelijke theologische bezinning is welkom. Laten we het weinige dat er is koesteren.
Bijzondere traditie
Waarom is theologie van zending belijning op de weg? Allereerst omdat zending een wezenskenmerk is van de kerk. Haar hart klopt in de uitbreiding van Gods Koninkrijk, in de reeds gevestigde gemeente, in de omgeving daaromheen en verder weg, zo ver de aarde reikt.
In de tweede plaats raak je verblind als je alleen gericht bent op het binnenkerkelijk functioneren. De eigen problemen worden groter dan ze zijn en nuttige nuanceringen zie je over het hoofd. Als kerk heb je anderen nodig om bij de les te blijven. Theologie van zending dwingt de kerk om zich blijvend te bezinnen op de lokale cultuur die de kerk diepgaand beïnvloedt.
In de derde plaats zijn er kerken in de wereld die zich bevinden in de positie waar de Nederlandse kerk naartoe groeit, namelijk die van kerk-zijn in een minderheidspositie. Zij hebben antwoord gevonden op vragen die in Nederland een lange tijd niet gesteld werden.
In een minderheidspositie is samenwerken met andere religieuze gemeenschappen, zoals bijvoorbeeld de Rooms-Katholieke Kerk of zelfs de moslimgemeenschap, soms onvermijdelijk. Kerken op andere plaatsen in de wereld hebben dikwijls meer ervaring met het omgaan met onmogelijkheden en onveranderlijke situaties. Theologie van zending verbindt hun stem aan onze vragen.
Ten slotte hebben reformatorische kerkgenootschappen de plicht hun erfenis voor hun broeders en zusters elders in de wereld te verzilveren. Zij staan in een bijzondere en inhoudsvolle theologische traditie. Veel bronnen uit Reformatie en Nadere Reformatie zijn nog beschikbaar en toegankelijk. Er is geen excuus te vinden om deze gaven alleen aan te wenden voor het stichten van de eigen kerken en instituten.
Bevel en belofte
Laten we in onze theologische bezinning Bijbel, kerk én zending bij elkaar houden. Dit verdiept in de kerk het kennen van Christus, in „breedte, lengte, diepte en hoogte” (Ef. 3:18). Dit houdt de herinnering levend aan zowel het zendingsbevel als de zendingsbelofte: Uit alle volken zullen er worden toegebracht, en „dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden, tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde komen” (Matth. 24:14).
De auteur is missioloog en theologisch docent. Dit artikel is een samenvatting van de lezing die hij op 3 januari hield tijdens de Winterconferentie van het Hersteld Hervormd Seminarie in Elspeet.