Christenen Iran lijden onder staatsvervolging
De Iraanse president Rohani schreef onlangs een opinieartikel in de Amerikaanse krant The Washington Post. Daarin omschreef hij Iran als een land dat „een traditie kent van respect voor de wet en de normen van het internationale recht.” Iraanse christenen zullen deze woorden niet beamen.
Christelijke minderheden lijden in vrijwel de gehele islamitische wereld onder vervolging en discriminatie. Dit gebeurt meestal door radicale groeperingen, maar in Iran is het de staat zelf die verantwoordelijk is voor deze vervolging.
De traditionele kerken, die veelal bestaan uit Armeense christenen, mogen in hun eigen taal binnen de beslotenheid van hun kerken prediken, maar ze mogen dit niet in de Iraanse taal, het Farsi, doen. Leden van deze traditionele kerken worden door de overheid behandeld als tweederangsburgers. Er zijn rapporten voorhanden waarin staat dat zij te maken hebben met lichamelijke mishandeling en discriminatie en dat zij gevangenisstraffen opgelegd krijgen.
Christenen in Iran worden steeds vaker gearresteerd op de beschuldiging dat ze „misdaden hebben gepleegd tegen de nationale veiligheid.” Mensenrechtenorganisatie Middle East Concern schreef hierover dat „een groot aantal Iraniërs de weg naar Christus heeft gevonden. Een tendens waar de Iraanse autoriteiten duidelijk niet gelukkig mee zijn. Vandaar de periodieke arrestaties en gevangenisstraffen die recent in aantal en volume zijn toegenomen. Het suggereert dat een nog grotere vervolging van christenen in Iran kan worden verwacht.”
De aanklachten tegen christenen worden bewust politiek geformuleerd – de overheid vermijdt de religieuze beschuldiging van afvalligheid van de islam. Dit laatste zou zeker de aandacht trekken van internationale organisaties.
De organisatie Operation World maakte een ranglijst van de landen met de snelst groeiende christelijke populatie. Daarbij nam Iran de eerste plaats in. Dat verklaart gedeeltelijk de harde maatregelen van het Iraanse regime.
Historische kerken gesloopt
Ook in de vanouds tolerante houding van het regime jegens de gevestigde kerken lijkt verandering te komen. Vorig jaar meldde de christelijke organisatie Mohabat dat het Iraanse regime „historische kerken wil slopen terwijl de Unesco toekijkt.”
Het Iraanse regime doet ook pogingen om christenen te dwingen zich tot de islam te bekeren door het bestuderen van de Koran en van sjiitische doctrines verplicht te stellen. In een aantal Iraanse steden, waaronder Shiraz, wordt kinderen van christelijke ouders zelfs de toegang tot het basis- en het vervolgonderwijs ontzegd als ouders weigeren om hun kinderen islamlessen te laten volgen.