Column (ds. J. Belder): Negen Elf
Precies zeventien jaar geleden boorden twee gekaapte passagiersvliegtuigen met volle brandstoftanks als bommen en raketten zich in de Twin Towers van het World Trade Centre in New York. Een derde trof het Pentagon, het Amerikaanse ministerie van Defensie. Een vierde op weg naar het Capitool stortte neer.
De negentien kapers waren voor het merendeel afkomstig uit Saudi-Arabië en leden van al-Qaida. Er vielen bijna 3000 doden. Overal in de wereld uitten moslims hun vreugde vanwege deze aanval op de arrogante en decadente westerse samenleving. Beelden van uitzinnig blije Palestijnen gingen de wereld over. In Ede vierden Marokkaanse jongeren feest onder het portret van Bin Laden. In een uitzending van de Nederlandse Moslim Oproep werd de Korantekst geciteerd dat ongelovigen brandstof zijn voor het vuur. Ongelukkiger kon het niet.
Officiële moslimsorganisaties haastten zich hun afschuw uit te spreken over de gebeurtenissen in Amerika. De Binnenlandse Veiligheidsdienst waarschuwde voor het risico van import van geweld door immigratie. Er werd zelfs gesproken van een voorhoede van een zwijgende meerderheid. Vandaag zou men om zulke uitspraken onmiddellijk aan de publieke schandpaal genageld worden. Tot in de moslimwereld wordt er gespeculeerd over complottheorieën. De Amerikaanse overheid zou achter de aanslagen zitten. Of Joodse organisaties.
Sinds de extremistisch gewelddadige islam de wereld zijn wrede gezicht toonde, zitten angst en paniek er diep in. En dat moet vooral zo blijven. Dus volgen er met grote regelmaat nieuwe bloedbaden als uiting van frustratie en haat. Zijn wij slechts slachtoffers van bruut geweld? Of is er inderdaad sprake van westerse arrogantie in heden en verleden? Riepen we een oordeel over onszelf af, waarvan broeders en zusters in islamitische samenlevingen als eersten de bitterste gevolgen ondervinden?
Het is verleidelijk het islamitisch reveil te verbinden met het monster uit Openbaring 13, de wrede leugengeest. Nog beter is het de hand in eigen boezem te steken en de vraag te stellen wat de islamitische terreur ons te zeggen heeft. De hervormer John Wycliff (1328-1384) hekelde al de hoogmoed en machtswellust van de kerk in zijn dagen. De islam als verbasterde godsdienst wordt volgens hem enkel genezen als de wereldgelijkvormigheid van de kerk verdwijnt. Zoiets zei Luther later ook.
Er worden tegenwoordig weer met regelmaat bidstonden voor Israël gehouden, maar is het niet de hoogste tijd om ook voor Ismaël te bidden? Geen krachtiger wapen dan het gebed en een kerk die het beeld van haar Meester toont.