Gebed voor de Koning
Psalm 72:1
„Voor Salomo, O God!, geef de koning Uw rechten en Uw gerechtigheid de zoon des konings.”
Wij behoren te begeren en ernaar te streven dat ons nageslacht God meer en betere dienst zullen doen in hun dagen dan wij in onze dagen gedaan hebben. Degenen die weinig liefde voor God en de mens hebben, zijn van een zeer enghartige, zelfzuchtige aard. Zij bekommeren zich niet om wat er van de wereld en de kerk worden zal als zij zijn heengegaan. Het is het gebed van onderdanen voor hun koning. David schijnt deze psalm geschreven te hebben voor het volk opdat zij bij het zingen ervan voor Salomo zouden bidden. Zij die een rustig en vreedzaam leven willen leiden, moeten bidden voor koningen en overheden dat God hun Zijn rechten en Zijn gerechtigheid zal geven. Wij kunnen het toepassen op Christus, niet alsof Hij Die voorbede doet voor ons, ons nodig heeft om voorbede te doen voor Hem. Maar het is een gebed van de oudtestamentische kerk om de Messias te zenden als de Koning van de kerk op de heilige berg Sion, van wie de Koning van de koningen gezegd heeft: „Gij zijt Mijn Zoon”, Psalm 2:6, 7. „Verhaast Zijn komst, aan Wie al het oordeel is overgegeven.”
Matthew Henry, predikant te Londen
(”Psalmen”, 1912)