SGP-fractievoorzitter Van Wolfswinkel: Ik heb een enorme drive
Al 25 jaar zit hij in de raad. Toch begint Nees van Wolfswinkel (59) uit Opheusden aan een volgende termijn. „Ik zie nog volop uitdagingen en heb politiek als hobby.”
„Hier ben ik begonnen”, zegt de in een donkergrijs pak gestoken Van Wolfswinkel met genoegen. Het is de oude raadszaal in het gemeentehuis van Neder-Betuwe waar de jonge Nees als broekje van 23 begon als raadslid voor de SGP in de gemeente Kesteren. „Ik was al jong geïnteresseerd in politiek en heb me op mijn 18e aangemeld als lid van de kiesvereniging. Na mijn huwelijk ging ik in Opheusden wonen. Ik kreeg al snel bezoek van toenmalig SGP-fractievoorzitter P. C. van Tuijl. Of ik interesse had in het raadswerk. Zo kwam ik in de raad van Kesteren.”
Niet gemoedelijk
De verhoudingen in de toenmalige gemeente Kesteren waren „zeker niet gemoedelijk. Ondanks dat de SGP met vijf zetels de grootste partij was, hielden PvdA en CDA ons altijd buiten de coalitie. Wij voerden fel oppositie.”
De jonge Van Wolfswinkel had in de oppositie frustrerende ervaringen. „Dan had ik uren gestoken in een goed initiatiefvoorstel, en dan ging dat in twee minuten van tafel. Omdat het van de SGP kwam. Dat gaat tegen mijn karakter in.”
Hoe is uw karakter?
„Ik heb een enorme drive. Als er iets goed is voor ons, voor de gemeenschap, dan ga ik tot het gaatje om dat te bereiken.”
In 2002 ontstond Neder-Betuwe uit een fusie van Dodewaard, Echteld en Kesteren. Meteen kwam de SGP in het college. Waarom toen wel?
„Daar was ik niet bij. In 1995 ging ik in Kesteren uit de raad en in 2006 kwam ik er in Neder-Betuwe weer in. In 2002 haalden SGP en PvdA zes van de negentien zetels. De partijen hebben toen voor een afspiegelingscollege gekozen, met ook het CDA.”
Waarom is het college in die samenstelling in 2016 geklapt?
„De PvdA is sinds 2002 teruggezakt naar vier zetels, terwijl de SGP in diezelfde tijd groeide naar acht zetels. Dat veranderde de verhoudingen. Wij hebben geprobeerd dat te verzilveren.
Het liep erop stuk dat een raadsmeerderheid van SGP, CDA en VVD in 2015 een motie aannam om te bezuinigen op de bibliotheken. De PvdA-wethouder weigerde die uit te voeren omdat hij het niet ermee eens was. Dat leidde tot een vertrouwensbreuk en daarom is hij opgestapt. Hij is vervangen door een VVD-wethouder, en dat bevalt goed. De PvdA geeft liever wat geld uit, wij vinden dat je juist moet bezuinigen als het goed gaat.”
Toch had Neder-Betuwe een artikel 12-status van 2002 tot 2007, dus was de gemeente financieel afhankelijk van de provincie.
„Dat is altijd zo na herindelingen. Alle gemeenten hebben vooraf hun potjes leeggemaakt: de een zet een sporthal neer, de ander een theater. Na 2007 had de gemeente onvoldoende vet op de botten en hebben we bezuinigingsbeleid ingezet.”
Samengaan met de gemeente Buren zou qua identiteit toch wel kunnen?
„Klopt, maar het is niet nodig; wij zijn financieel gezond. Maar een fusie met Tiel, wat de PvdA graag wil, wijzen we af. Tiel heeft een schuld van 90 miljoen euro, en qua identiteit past onze plattelandsgemeente niet bij die stad.”
U had het over verzilveren. Wat sleepte de SGP binnen?
„Voor de SGP is de koopvrije zondag onopgeefbaar. Verder hebben we ervoor kunnen zorgen dat het grote reformatorische volksdeel in Neder-Betuwe kan gebruikmaken van identiteitsgebonden zorg, zoals in de jeugdzorg en de psychiatrie.
Qua zakelijk succes noem ik de woningbouw die in alle dorpen fors is gegroeid, waardoor de jeugd niet meer wegtrekt, en de vestiging van supermarkten in de vier grote dorpen, Dodewaard, Echteld, Kesteren en Opheusden.”
U waarschuwde in het Reformatorisch Dagblad voor arrogantie van de SGP in Neder-Betuwe. Waarom?
„We tellen weleens de hoofden: halen we een meerderheid? Soms schaven we vooraf aan een voorstel. Dat maakt de politiek misschien niet spannend, maar het zorgt wel voor resultaat. Natuurlijk moet de SGP oog houden voor de niet-kerkelijke bevolking.”
Getuigt u in de raadszaal?
„Omdat de SGP in het college zit, lopen we het gevaar alleen praktische politiek te bedrijven. We laten de getuigende stem zeker horen, maar ontvangen daarvoor niet altijd begrip. Mijn ervaring is dat ik in een persoonlijke gesprek soms beter onze motieven kan delen.”
Waarom gaat u door als raadslid?
„Ik zie nog voldoende uitdagingen. We hebben een agrobusinesscentrum waar nog maar één bedrijf is gevestigd. En de verdeling van de scholen over de dorpen moet beter. Ik ben nu 59 en voel me goed. Ik weet niet hoe de situatie over vier jaar is. Misschien is het goed om jongeren dan de ruimte te gunnen. Als ik niet in de politiek had gezeten, had mijn maatschappelijke carrière wellicht een andere wending genomen. Maar het is goed zo.”