Iraanse David bij HGJB: geen verblijfsvergunning, wel hoop
Hoe is het mogelijk dat je hoop blijft houden voor de toekomst als je als vluchteling al negen jaar in Nederland verblijft zonder verblijfsvergunning? „Jouw situatie is redelijk bizar, geen werk, geen inkomsten en toch zie ik hier geen depressief, maar een hoopvol mens, die volop in het leven staat.”
Zo vatte voorganger Jurjen Ten Brinke vrijdagavond de verbazing van de zaal samen tijdens het avondprogramma van de Kerstconferentie van de HGJB in Stadskanaal.
Ten Brinke interviewde David Delaami (24), die negen jaar geleden samen met zijn vader moest vluchten uit Iran. Toen hij vertrok heette hij nog Mohammed Ali. „In Nederland ben ik christen geworden, en tegenwoordig gebruik ik liever mijn doopnaam David. David had net als ik ook een zwaar leven, maar hij was ook een dappere held.”
David vertelde vrijdagavond ongedwongen en zonder enige schroom over zijn bekering tot het christelijk geloof. „Er was een christelijk Iraans meisje in het asielzoekerscentrum die er op aan bleef dringen dat ik eens mee moest gaan naar de kerk. Ik was op dat moment depressief en had zelfmoordpogingen gedaan. Uiteindelijk heb ik toegestemd. Ik werd zo getroffen door mensen die het fijn vonden dat ik er was, mensen die ik voor het eerst zag! Het is de liefde van mensen voor mij geweest die mij diep heeft geraakt.”
Het mooiste aan het christelijk geloof vindt David dat je zomaar tegen God mag praten, een groot contrast met de Islam. „Allah is iemand daar boven, daar mag je alleen maar voor buigen. Het enige wat je mag zeggen zijn je verplichte gebeden. In het christendom mag je zomaar praten tegen God, kijk dan hoe lekker gevoel dat geeft. Je praat niet zomaar met Iemand, maar met Degene Die jou heeft geschapen.”
Sinds zijn bekering en doop lukt het David –vaak beter dan Nederlanders die het materieel veel beter hebben dan hij– hoop te hebben in de toekomst. David: „Ik klaag wel eens, maar dat doe ik dan bij God, net als in de psalmen. Ik ben niet onzeker over de toekomst, want Jezus geeft mij zekerheid dat ik mag leven. Stel dat ik niet in Nederland kan blijven, dan is er ergens anders een toekomst.”
Ten Brinke onderstreepte het buitengewone hiervan: „Dit is wel een cadeau van God, het is genade dat je dit zegt.”
Een van de jongeren wilde graag weten wat zij concreet kunnen betekenen voor asielzoekers. Belangrijk is het volgens David dat je mensen ziet en een gevoel van veiligheid biedt. „Vraag mensen gewoon wat ze nodig hebben, en kijk dan maar. Ik had vooral iemand nodig die met mij wilde praten. Praten geeft rust.”
Ten Brinke, die eerder werkzaam was bij stichting die zich inzet voor vluchtelingen onderstreept daarbij het belang van gelijkwaardigheid. „Toon je respect voor deze mensen, en zie iemand niet in de eerste plaats als zielig.”
Eerder die avond was Ten Brinke zelf degene die werd geïnterviewd. De voorganger van een Amsterdamse multiculturele kerk benadrukte het belang om je als jongere te committeren aan een geloofsgemeenschap. „Je mag best rondkijken, maar maak ook een keuze! Daar heeft de kerk veel aan, maar je wordt daar zelf ook rijker van.”
De 42e Kerstconferentie vond plaats van woensdag 27 december tot en met zaterdag 30 december in het Groningse Stadskanaal. Met 960 bezoekers was ook dit jaar de conferentie compleet vol geboekt.
Centraal stond de Bijbelse persoon van Elia, „een verhaal van uitersten.” Het verhaal van Elia sluit goed aan bij de huidige tijd waarin perfectie en maakbaarheid centraal staan, aldus organisator Björn van Veelen: „Hij was een profeet die bij uitstek pieken en dalen kende in zijn leven. De man wandelde letterlijk met God, maar tegelijk verkeerde hij soms in diepe wanhoop. Dat kan ons allemaal gebeuren.”
Naast samenkomsten, workshops en bijbelstudies was er ook ruimte voor ontspanning.