„Christen moet leesbare brief zijn”
„Als multicultureel ook multireligieus betekent, loop ik vast met de opdracht van Christus”, zei SGP-kamerlid Van der Vlies maandagmiddag tijdens een debat over christelijk geloof en multicultureel samenleven. Het debat in het Landelijke Dienstencentrum van de SoW-kerken was georganiseerd door Kerkinactie en werd bijgewoond door vertegenwoordigers van kerk en politiek.
Aanleiding voor het debat waren de uitspraken van CDA-leider Balkenende, eerder dit jaar. Door „eenzijdige nadruk” op tolerantie wordt afwijkend gedrag van immigranten geaccepteerd, zei deze eind januari voor een club CDA-jongeren. Dat gedrag „ondermijnt de Nederlandse waarden en normen. Voor mij is de multiculturele samenleving dus niet iets om naar te streven”, aldus Balkenende.
Over containerbegrippen als ”christelijk geloof”, ”multiculturele samenleving” en ”allochtonen” valt niet gemakkelijk te discussiëren, bleek gisteren weer eens. Zeker niet als aan de forumtafel tien personen met een uiteenlopende achtergrond zitten. Willem Jansen, pastoraal-missionair predikant in Den Haag, vindt het „leuk” om in de multiculturele samenleving bezig te zijn. „Christenen moeten in hun omgang met anderen niet uitgaan van het conflictmodel, maar van het harmoniemodel.” CDA-kamerlid G. Verburg nam de woorden „kleurrijk” en „open en sociaal” in de mond en bepleitte het gesprek met niet-christenen. „Als je de dialoog vindt met andere religies en culturen, zul je zien dat er een wereld is te winnen.” Mevrouw J. Folbert, beleidsmedewerker van Kerkinactie, meende „dat we de multiculturele samenleving niet zozeer vanuit het christen-zijn dienen te problematiseren, maar er de rijkdom van moeten inzien.”
SGP-kamerlid B. J. van der Vlies sprak van een „principiële gastvrijheid”, zoals die ook onder het oude bondsvolk voor weduwen, wezen en vreemdelingen gestalte kreeg. „Maar de multiculturele samenleving die we met elkaar vormen is niet de norm. We moeten ons niet alleen afvragen hoe anderen hier kunnen zijn, maar ook onder welke voorwaarden we ze hier ontvangen.” Van der Vlies wees in dat verband op het vluchtmotief.
Later in de discussie zei het kamerlid dat de christen is vernoemd naar Christus, en dat hij daarom een leesbare brief van Hem behoort te zijn. „We moeten andere culturen volstrekt serieus nemen. Maar als multicultureel ook multireligieus betekent, loop ik vast met de opdracht van Christus.”
Een van de stellingen in het debat luidde dat de christelijke traditie bij de integratie van immigranten een sleutelrol speelt als het gaat om het formuleren van gemeenschappelijke waarden en normen. „Een ontzettend pretentieuze stelling”, reageerde ds. A. Harrewijn van GroenLinks. „De bindende elementen waren aanvankelijk alleen macht en munt.” ChristenUnie-kamerlid Van Dijke kon zich wel in de stelling vinden. Volgens hem dienen „zij die hier komen zich er rekenschap van te geven dat het christelijk denken in de genen van de Nederlandse cultuur zit.” Zo is het juridische systeem door het Joods-christelijke denken gevormd.
Een rooms-katholieke mevrouw van Surinaamse afkomst hield de zaal voor dat ook Jezus in feite multicultureel dacht. „Als christenen moeten we doen wat Jezus deed. Bij Hem was iedereen welkom, of je nu Kanaänitisch, Syro-Fenicisch of Sunamitisch was.”
Vanuit het christelijk geloof, zo luidde een andere stelling, is het onethisch om in generaliserende zin over allochtonen te spreken. Van Dijke merkte op dat „we ook in algemene zin over de Nederlanders spreken.”
Sprekers en zaal waren het erover eens dat het containerbegrip ”allochtonen” geen ruimte laat voor het onderscheiden van verschillende groepen. Zo worden Surinamers die in Nederland zijn geboren nog altijd voor allochtonen aangezien, terwijl ze het Nederlandse paspoort hebben en inmiddels misschien wel „voor 300 procent” geïntegreerd zijn.
PvdA-kamerlid A. Apostolou pleitte ervoor de term ”allochtoon” af te schaffen en gewoon te spreken over Armeniërs of Duitsers.
Ds. Jansen confronteerde SoW-scriba dr. B. Plaisier met het feit dat Nederland in 2015 voor 7 procent uit moslims bestaat en ook voor 7 procent uit SoW-leden. „Dan is er geen andere weg meer dan gewoon met elkaar de dialoog aan te gaan.”
Plaisier zei dat het debat over de multiculturele samenleving de Nederlanders overvalt. „Juist in de jaren zestig werd afscheid genomen van gemeenschappelijke waarden en normen. Nu is de uitdaging aan te geven wat die waarden en normen dan zijn.”
Ds. Harrewijn stelde vast dat er „geen eenduidig pakket christelijke waarden en normen is.” Zelf houdt hij het bij „geloof, hoop en liefde, en de meeste van die, de liefde.”
Van Dijke sprak uit dat we „nieuwkomers met het relativeren van de christelijke normen een slechte dienst zouden bewijzen.”