Kerk & religie

Nieuwtestamenticus Pfann: Vroege Kerk verbond heilsfeiten

De volkswijsheid wil dat christenen op 25 december Kerst vieren omdat ze zich hebben laten beïnvloeden door het midwinterfeest van de Romeinen. Maar klopt dat wel? Wetenschappers zeggen dat aan deze theorie allerlei haken en ogen zitten.

Alfred Muller
22 December 2017 11:02Gewijzigd op 17 November 2020 03:04
Pfann. beeld RD
Pfann. beeld RD

Al voor het jaar 200 begonnen christenen zich af te vragen wanneer Jezus was geboren, stelt Claire Pfann, nieuwtestamenticus en kenner van de geschiedenis van de Vroege Kerk en als decaan verbonden aan de Universiteit van het Heilige Land in Jeruzalem. „Onder de kerkvaders bestond discussie over allerlei data. Augustinus van Hippo schreef dat de donatisten aan het begin van de vierde eeuw Kerst vierden op 25 december. Die waren streng en morrelden niet aan de traditie. Christenen rond de Middellandse Zee spraken wel over de vraag of de geboorte of 25 december of 6 januari plaatsvond. De orthodoxe christenen vieren Kerst op 6 januari. Bij westerse christenen werd 6 januari Driekoningen. Zo komen westerse christenen aan de twaalf dagen tussen Kerst en Driekoningen.”

Moderne tijd

Pfann vertelt dat in de achttiende en negentiende eeuw de studie van vergelijkende godsdienstwetenschappen populair begon te worden. Wetenschappers suggereerden destijds dat christenen 25 december als datum voor het kerstfeest kozen omdat allerlei culturen in het noordelijk halfrond het festival hadden van de zonnewende. Rome vierde Saturnalia rond 21 december ter ere van de afgod Saturnus en Sol Invictus, de onoverwinnelijke zon, op 25 december ter ere van de zon. Het idee werd populair dat christenen in het begin van derde eeuw 25 december kozen omdat ze hun eigen winterfeest wilden.

De Fransman Louis Duchesne en de Amerikaan Thomas Talley onderzochten de geschriften van de kerkvaders om deze theorie te toetsen. Ook Andrew McGowan van de Yale University in de Verenigde Staten deed onderzoek. Zij concludeerden dat de kerkvaders nergens schreven dat 25 december werd gekozen vanwege de Romeinse feesten. Pfann: „De kerkvaders wilden graag weten wanneer Jezus werd geboren. Maar het was onwaarschijnlijk dat ze heidense tradities overnamen in een tijd van vervolgingen. De invloed van het heidendom kwam pas later, toen het christendom geaccepteerd was in het Romeinse Rijk. Pausen zeiden: Maak van de heidense tempels kerken voor heiligen.”

Hoe kwam de kerk aan 25 december?

„Volgens de apostel Johannes stierf Jezus op de veertiende van de Hebreeuwse maand Nisan. Het Bijbelboek Johannes is een evangeliebeschrijving van de hand van een ooggetuige. Het was heel belangrijk voor vroege christenen om geen fraude te plegen. Het Johannesevangelie toont vertrouwdheid met de Joodse praktijken.”

De eerste vraag die de kerkvaders wilden beantwoorden is wanneer Jezus stierf volgens de Romeinse kalender, die de Juliaanse kalender was, aldus Pfann. Rond 200 schreef Tertullianus van Carthago dat 14 Nisan in dat jaar samenviel met 25 maart. Het was de dag van voorbereiding op Pesach. Tertullianus zei ook dat de aankondiging en de dag van Jezus dood op 25 maart viel. De kerkvaders legden een verband tussen incarnatie, ontvangenis en dood. In de kerk wordt de aankondiging van de geboorte nog steeds gevierd op 25 maart.

Vervolgens is het eenvoudig om bij 25 december uit te komen. Biologisch gezien duurt een zwangerschap ongeveer negen maanden. Zo wordt in de vierde eeuw bepaald dat ontvangenis en dood samengaan en de geboorte op 25 december was. Het is interessant dat dit ook een Joodse manier van denken is. In de Babylonische Talmoed is er een debat tussen rabbijnen over de schepping en de verlossing. Die vallen in dezelfde tijd van het jaar.”

Pfann gelooft dat het waarschijnlijk is dat de Vroege Kerk 25 december heeft gekozen omdat de kerkvaders onder invloed van het judaïsme schepping en verlossing met elkaar verbonden. „We kunnen dus onze eigen 25 december vieren. Deze datum heeft een heel oude geschiedenis.”

Hoe vierden ze Kerst?

„Ze hielden overdag een mis. De enige uitzondering was de nachtmis van 24 op 25 december. Er werd gepreekt en het heilig avondmaal werd gevierd. Toen de kerk met de veertigdagentijd begon, werd ook advent ingevoerd. Die periode duurde aanvankelijk zes weken, totdat Gregorius in de zesde eeuw de periode terugbracht naar vier weken. De liturgie bepaalde de gebeden en acclamaties. Tussen 17 en 23 december waren er speciale proclamaties die christenen uit de Hebreeuwse Bijbel namen en die betrekking hebben op de Messias. Deze gingen bijvoorbeeld over Immanuël en de tak van Jesse.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer