Dr. Van Ool: Begrip navolging wordt alleen maar actueler
De kern van de „christelijke spiritualiteit” ligt in de navolging van Jezus Christus. De protestantse theoloog dr. Peter J. M. A. van Ool onderzocht hoe deze door de eeuwen heen gestalte kreeg. Het resultaat is een handboek van bijna duizend bladzijden.
Dr. Van Ool (1967) is protestants predikant in het Groningse Warffum. Aanvankelijk was hij rooms-katholiek pastor, maar vijftien jaar geleden stapte hij over naar de Protestantse Kerk in Nederland. Hij is vooral actief in het „basispastoraat, spirituele vorming en theologische toerusting.” Als vrucht van veelvuldig cursuswerk, met name in het kader van volwasseneneducatie, publiceerde hij ”Geroepen tot navolging. Handboek christelijke spiritualiteit” (uitg. Kok, Utrecht).
Het werk begint met een verkenning van de navolging van Jezus Christus in het Nieuwe Testament. Vervolgens komen de tijdvakken oudheid en middeleeuwen (de laatste weer onderverdeeld in drie periodes) aan de orde, waarna de auteur als in een vogelvlucht de verschillende eeuwen behandelt. Aan de orde komen onder meer de (Nadere) Reformatie, het piëtisme, opwekkingsbewegingen in de negentiende eeuw en vormen van spiritualiteit in de Rooms-Katholieke Kerk.
Bij de laatste twee eeuwen staat dr. Van Ool stil bij personen zoals Dietrich Bonhoeffer en Roger Schulz (Taizé), invloedrijke hedendaagse auteurs op het gebied van spiritualiteit (zoals Anselm Grün), nieuwe geestelijke bewegingen binnen de Rooms-Katholieke Kerk, pelgrimages en internationale oecumenische spirituele centra in West-Europa. Elk hoofdstuk is voorzien van korte „spirituele biografieën”, een chronologische tijdtabel, voorbeeldteksten en leessuggesties. Vanwege de breedheid van het onderwerp concentreert de schrijver zich tot de kerk in het Westen, met name het „westgermaanse taalgebied van West-Europa.” Het boek bestaat voor ruim eenderde aan voetnoten en is voorzien van een uitgebreide bibliografie en verklarende woordenlijsten
Geen nabootsing
De navolging van Jezus Christus is het wezen van het christen-zijn, betoogt dr. Van Ool. Steeds weer hebben christenen geprobeerd deze navolging concreet te maken in de specifieke historische context waarin zij leefden. Navolging is daarom een dynamisch begrip, aldus de auteur. Opvallend is volgens hem dat het Nieuwe Testament uitsluitend het werkwoord ”navolgen” kent en niet het bijbehorende zelfstandige naamwoord.
Navolging is verder steeds persoonsgerelateerd: zij is de binding van de leerling aan de Meester. Navolging onderscheidt zich van nabootsing, dat zich richt op een voorbeeld, stelt dr. Van Ool. „De christelijke navolging beperkt zich niet tot het ‘nadoen van Jezus’, maar strekt zich uit tot het doen van al hetgeen Jezus Christus van Zijn volgelingen verwacht.”
Waarom schreef u dit boek?
„Ik merkte dat veel gemeenteleden de eigen christelijke traditie van spiritualiteit niet of nauwelijks kennen. Navolging is alleen denkbaar binnen de christelijke kerk, onderscheiden van alle vage, modieuze vormen van spiritualiteit. Navolging is niet zomaar een theologisch begrip, maar betreft de kern van het christen-zijn. Ze betekent het volgen van Christus, naar Hem luisteren en naar Zijn leer en voorbeeld leven. Het gaat in de navolging niet om vernieuwingen van slechts uitwendige en oppervlakkige aard, of het steken van de oude boodschap in een zogenaamd nieuw jasje, maar om inhoudelijke reflectie, herbronning.”
De laatste jaren komt er steeds meer aandacht voor thema’s zoals navolging en discipelschap. Betreft het een nieuwe hype, een vorm van activisme?
„Absoluut niet. Ik betoog dat navolging een genade is die God ons schenkt. Niemand roept zichzelf tot navolging; je wórdt ertoe geroepen. Je kunt dat niet in eigen kracht doen, zowel in het begin van je roeping als in het bereiken van je eindbestemming niet. Bonhoeffer heeft in dit opzicht een aantal blokkades uit de weg geruimd die voor een protestant heel hinderlijk waren, waaronder de gedachte van werkheiligheid. Bonhoeffer wijst op het genadekarakter van de navolging en betoogt dat het heel goedkoop is om zelf maar niets te doen.
Dat navolging Gods genade is, betekent niet dat de medewerking van de mens uitgesloten is. Integendeel, je wordt opgeroepen tot het maken van concrete keuzes. Tegenover navolging van Christus staat navolging van de wereld. Bonhoeffer maakte navolging concreet in de tijd van het nazisme, maar zo heeft iedere tijd zijn eigen navolging nodig. Het begrip zal in tijden van crisis van de kerk alleen maar actueler worden – zoals in de huidige postmoderne en postchristelijke samenleving.”