Elk gebod ontdekt

Romeinen 7:7b

21 October 2017 11:01Gewijzigd op 17 November 2020 02:38

„Ja, ik kende de zonde niet dan door de wet.”

”Gij zult niet begeren” is een gebod waardoor we ervan worden overtuigd dat wij allen zondaars zijn, omdat niemand buiten alle begeren kan blijven, wat hij ook ertegen zou ondernemen. Opdat hij echter toch niet moge begeren en opdat hij het gebod moge nakomen, wordt hij gedwongen aan zichzelf te twijfelen en bij een Ander de hulp te zoeken die hij bij zichzelf niet vindt.

Zo zegt Hosea: „Uwer is het verderf, Israël; alléén in Mij is uw hulp.” Wat nu van toepassing is op dit ene gebod, geldt alle geboden. Het is voor ons immers onmogelijk die te volbrengen. Indien nu een mens door de geboden van de wet zijn onvermogen om ze te houden indachtig is gemaakt, en hij bezorgd is of hij langs de weg van ijverig pogen te voldoen aan de wet verzoening kan krijgen, dan kan hij zelfs niet aan een jota of tittel der wet voorbijgaan. Anders zal hij zonder enige hoop op verlossing verdoemd worden. Hij vindt, als hij in waarheid is verootmoedigd, in zichzelf niets waardoor hij zal gerechtvaardigd en behouden worden.

Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg

(”De vrijheid van een christen”, 1520)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer