Waarschuwing
Mattheüs 7:13
„Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er die door dezelve ingaan.”
Grote aantallen mensen hebben geen belang bij de eeuwige dingen. Zij zorgen beter voor hun katten en honden dan voor hun ziel.
Het is een grote genade als wij ertoe gebracht worden om te denken aan onszelf, en aan de vraag hoe we staan tegenover God en de eeuwigheid. Dit is heel vaak een teken dat de zaligheid naar ons op weg is.
Van nature zijn wij niet gesteld op de bezorgdheid die geestelijke belangen bij ons veroorzaken. Als luiaards proberen wij weer in te slapen. Dit is een grote dwaasheid. Want het is voor ons gevaarlijk onze tijd te verwaarlozen terwijl de dood zo dichtbij is en het oordeel zo zeker.
Als de Heere ons tot het eeuwige leven heeft uitverkoren, zal Hij ons niet in onze sluimering laten terugvallen. Als wij ons dat bewust zijn, zullen wij bidden dat onze bezorgdheid voor onze ziel niet mag ophouden voordat we werkelijk en waarlijk zijn gered. Laten wij van harte zeggen: „Hij, Die leed in mijn plaats, zal mijn Geneesheer zijn. Geen troost zal ik ontvangen tot Jezus mij vertroost.”
Het zou vreselijk zijn om dromend naar de hel te gaan, en daar onze ogen op te slaan met een bestendige grote kloof tussen ons en de hemel. Het zal even verschrikkelijk zijn om te worden aangespoord om de toekomende toorn te ontvlieden, en die waarschuwing van zich af te schudden.
Charles Haddon Spurgeon, predikant te Londen
(”Rond de enge poort”, 1889)