Geesje Werkman: Na bezoek aan jonge moeder in vreemdelingendetentie heb ik gehuild
Jarenlang was Geesje Werkman het gezicht van de Protestantse Kerk in Nederland op het terrein van gastvrijheid en inzet voor vluchtelingen. Vrijdag gaat ze met pensioen, een vrouw die haar emoties niet thuis laat liggen.
Geesje Werkman is bezig met het opruimen van haar bureau voor het aanstaande vertrek. Uit de onderste la komen felgekleurde tasjes tevoorschijn. Ze zijn afkomstig van Lesbos, een Grieks eiland waar duizenden ontheemden aankwamen. Syrische vluchtelingen hebben ze gemaakt van zwemvesten die er in grote aantallen op het strand lagen.
Werkman is op Lesbos geweest en op Lampedusa, in Athene en in Thessaloniki, steeds in gesprek met vluchtelingen. Ze was in asielzoekerscentra in Servië, Polen, Finland en Zweden, en sprak over vluchtelingen op bijeenkomsten in allerlei Europese steden.
Romakinderen
De projectmanager vluchtelingen van Kerk in Actie van de Protestantse Kerk was vaak op reis. Sommige ontmoetingen staan nog steeds op haar netvlies, zoals die met de monnik Athinagoras Loukataris van de Grieks-Orthodoxe Kerk in Thessaloniki. „Hij werkte daar in een arme wijk. ’s Morgens in alle vroegte haalde hij Romakinderen op om hen naar school te brengen. In de wijk zwaaiden alle kinderen naar hem. Toen ik hem ontmoette, was er herkenning. Ik kan niet in woorden uitdrukken hoe dat was, maar ik ben er zeker van dat we allebei hetzelfde voelden. We hebben nog contact.”
Herkenning over kerkmuren heen is voor Werkman niet moeilijk. „Ik ben nogal non-conformistisch en vrij, wat wel te maken zal hebben met mijn jeugd. Ik ben niet kerkelijk opgevoed en ging uit eigen beweging naar verschillende kerken, zondagsschool en catechisatie. Ik voel me thuis bij bevindelijken, vrijzinnigen en gereformeerden en bij gelovigen uit allerlei kerken in het buitenland. Voor mijn werk is verbinding het belangrijkst. Die verbinding heb ik ook met mensen die voor seculiere organisaties werken, zoals Amnesty International.”
Werkman vertelt over een recente bijeenkomst in de Keizersgrachtkerk in Amsterdam over vluchtelingen waaraan allerlei organisaties deelnamen. „Toen heb ik de gelijkenis van de onrechtvaardige rechter uit Lukas 18 verteld. Ook niet-christelijke mensen vonden dat prachtig. Ze noemden mijn verhaal mooi en echt. Mijn ervaring is dat er goed naar christenen wordt geluisterd als ze menen wat ze zeggen en zichzelf blijven. Dat kan ik gelukkig. Het is makkelijk, want dan hoef ik me later niet af te vragen of ik het wel goed gezegd heb.”
Waardigheid
Werkman heeft een „sterke drive” vanuit Mattheüs 25, over het helpen van hongerigen, dorstigen, vreemdelingen, naakten, zieken en gevangenen. Ze voelt zich aangetrokken tot hen die geen helper hebben. „Ook de diepst gezonken mensen zijn schepselen van de Heere God. Het is nodig dat zij hun waardigheid behouden. Als hun die ontnomen wordt, raakt dat mijn eigen waardigheid.”
Het kost haar geen moeite om mensen te noemen van wie de waardigheid in het geding was. Ze begint meteen over de (uitgeprocedeerde) asielzoekers in het tentenkamp aan de Notweg in Amsterdam in 2012. „Je zag aan hen dat ze hun dagen doelloos doorbrachten. Aan de leegheid in de ogen van een aantal van hen was te zien hoe beschadigd ze waren. Wat God goed geschapen had, was hier verwoest doordat de gemeenschap niet goed voor hen zorgde. Ik heb toen direct actie ondernomen en mensen ingeschakeld om hen te helpen. Die vluchtelingen zijn later in de Vluchtkerk in Amsterdam-West terechtgekomen.”
Werkman –bedenker van de term ”bed, bad, brood”– heeft zich met anderen sterk gemaakt voor een waardige opvang van uitgeprocedeerde vluchtelingen. Zij was de motor achter de klacht over de opvang van illegalen, die de kerken indienden bij het Europees Comité voor de Sociale Rechten tegen de Nederlandse staat. De uitspraak was dat de overheid een zorgplicht heeft voor illegalen. De kwestie is in de praktijk nog niet helemaal opgelost.
Gehuild
Emoties dreven haar ook tot actie in een andere zaak. Het betrof een 18-jarige moeder met een kind van 18 maanden die ze 2006 ontmoette in de vreemdelingenbewaring te Rotterdam. „Die jonge Oekraïense vrouw had niets anders gedaan dan alleen maar vragen of ze in Nederland mocht blijven. Toen ik het kind vasthield, wees het naar buiten, naar de bomen en de eendjes. Ik kon me bijna niet goedhouden. Buiten heb ik eerst gehuild, daarna ben ik aan de slag gegaan om de positie van deze kinderen te verbeteren. Het is toch onmenselijk dat zulke kleine kinderen in een cel moeten verblijven omdat hun moeder een plek om te wonen zoekt? De actie ”Geen kind in de cel” had tot gevolg dat kinderen niet meer in de cel hoeven te verblijven.”
Als Werkman met pensioen gaat, wil ze in ieder geval veel contact hebben met haar enige kleinkind. Verder gaat ze een dag in de week wandelen met ouderen die anders niet buiten komen. Wat ze verder precies gaat doen, weet ze niet, maar ze heeft een sterk gevoel „dat God wel mensen langsstuurt.”
Werkconferentie
”De rol van de kerk op het terrein van vluchtelingen: asiel in Nederland en Europa.” Dat is de titel van de werkconferentie die Kerk in Actie vrijdag in Utrecht houdt vanwege het afscheid van Geesje Werkman als medewerker van de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland. Diverse sprekers, onder wie dr. R. de Reuver (synodescriba van de Protestantse Kerk) en advocaat mr. Pim Fischer, gaan in op onder meer de rol van kerken ten opzichte van asielzoekers, statushouders en vluchtelingen zonder papieren.