Kerk & religie

Als een pottenbakker

Psalm 2:9

Eusebius van Caesarea
17 May 2017 08:10Gewijzigd op 17 November 2020 01:39

„Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter, Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat.”

Ook door een andere goddelijke en heimelijke kracht weidt Christus Zijn schapen lankmoedig en wijkt Hij nooit van hen, naar Zijn belofte, waarmee Hij Zichzelf verplicht heeft door deze woorden: „Waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden.” En op een andere plaats: „Ik ben met u alle de dagen tot aan de voleinding der wereld.” Op hen die op verschillende momenten tegen Zijn schaapskooi opstaan, komt Hij Zelf af, opnieuw door Zijn verborgen en onzichtbare macht, en Hij kastijdt hen met Zijn ijzeren scepter. Sterker nog, hun trots en de hooghartigheid van hun arrogantie verbreekt Hij als de vazen van een pottenbakker, zodat nu reeds tallozen van hen (die door van Godswege gezonden zweepslagen bewogen en verslagen zijn) zelfs eer aan God brengen en hun goddeloosheden belijden.

Gij zult hen verbrijzelen als de vazen van een pottenbakker. Maar Hij verbrijzelde hen niet om hen te gronde te richten of om hen te vernietigen, maar om hen opnieuw te vormen. Dit is immers het doel van de pottenbakker wanneer hij zijn eigen vazen verbrijzelt, aangezien hij zijn eigen materiaal, dat nog vers en goed is, bewaart nog voordat het aan het vuur toevertrouwd is. Hiervan getuigt de profeet Jeremia wanneer hij zegt (alsof God Zelf spreekt): „Zal Ik u niet kunnen doen zoals een pottenbakker, huis van Israël, zegt de Heere?”

Eusebius van Caesarea, bisschop van Caesarea

(”Commentaar op Psalm 2”, geschreven rond het jaar 330)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer