Kerk & religie

Jos Strengholt blijft verknocht aan Egypte

Een interview met Jos Strengholt is geen kwestie van een college aanhoren, integendeel. Het ene na het andere smakelijke verhaal over Egypte passeert de revue. Toch duurt het na het uitwisselen van wat beleefdheden ruim twintig minuten voordat de journalist en priester, die drie maanden geleden zijn standplaats Caïro verruilde voor Utrecht, een moment stilte laat vallen.

30 March 2017 11:20Gewijzigd op 17 November 2020 01:12
Strengholt. beeld RD, Anton Dommerholt
Strengholt. beeld RD, Anton Dommerholt

Strengholt is na 28 jaar Egypte weer terug in Nederland. Vanuit een etagewoning in Utrecht is hij bezig de veranderde samenleving op zich te laten inwerken. Vorige week was daar de koude douche van het Centraal Justitieel Incasso Bureau. „Ineens lagen er drie bekeuringen op de mat voor te hard rijden. Dat heb je in Egypte nou nooit. Je let gewoon een beetje op hoe anderen rijden en daar pas je je snelheid bij aan.”

Sinds Strengholt en zijn vrouw Adriënne rond de jaarwisseling terugkeerden uit Egypte, is hij alweer een week teruggeweest naar Caïro. Begin deze week vertrok hij er opnieuw naartoe. „Ik werk nog in deeltijd als fondsenwerver voor een aantal projecten, zoals het werk onder Sudanese vluchtelingen.”

Vorige maand kwam Egypte negatief in het nieuws, omdat tientallen christenen de Sinaï moesten ontvluchten vanwege geweld door strijders van Islamitische Staat. Is het gevaarlijk in Egypte?

„Egypte is geen Nederland. Christenen vormen een bedreigde minderheid. Toch is de Sinaï een verhaal apart. Tussen 1967 en 1982 was dit door Israël bezet gebied. Er wonen hoofdzakelijk bedoeïenen. Die hadden onder Israëlisch bewind redelijk wat vrijheid. Sinds Egypte er weer de scepter zwaait zijn er spanningen. De bedoeïenen willen zich niet laten regeren vanuit Caïro. Islamitische Staat geeft hun een stem.

Bij alles wat er misgaat in Egypte, betalen christenen vroeg of laat de rekening. Zo ook in de Sinaï. Het gaat er economisch slecht, het Egyptische leger grijpt hard in en dan worden in een reactie daarop de christenen verjaagd. De overheid zou hen beter moeten beschermen, maar dat is bijna onmogelijk. Het leger slaagt er in de Sinaï al niet in om de eigen militairen en politiemensen te beschermen. Daarvan zijn er al meer dan 400 gesneuveld.

Soms verdenk ik de hoogste militairen ervan dat ze niet wakker liggen van de situatie in de Sinaï. Zo lang IS daar speelruimte heeft, blijft de terreur geconcentreerd in één gebied. Bovendien verschaft de aanwezigheid van IS aan president Sisi een argument om greep te houden op de macht. Zowel IS als de regering heeft baat bij het in stand houden van een status-quo.”

Na de Arabische lente in 2011 kwam in 2012 president Morsi van de moslimbroeders aan de macht. Een jaar later zette het leger hem af. In de tussentijd waren er aanvallen op kerken en aanvallen op christenen. Is het rustiger sinds de komst van de huidige president Sisi?

„Over het algemeen toont de overheid respect voor christenen. De kopten, de grootste groep christenen, durven zich ook meer te laten horen. Er zijn op hoog niveau goede contacten met de regering. Toch zitten er twee kanten aan. De regering-Morsi steunde christenen allerminst, maar was zo zwak dat ze niet optrad wanneer bijvoorbeeld een kerkgebouw werd uitgebreid. Dat is nu totaal anders geworden.”

Hoe gaat dat, een kerk bouwen in Egypte?

„Het is een kwestie van aftasten van wat mogelijk is. Als je de buurt te vriend weet te houden, kun je gaan bouwen. In Egypte is geen actief vervolgingsbeleid van christenen, maar als er klachten komen van moslims over een kerk, kan de overheid wel ingrijpen. President Sisi staat onder druk om kerken niet te snel te legaliseren, want hij wil geen problemen met moslims. Over het openen van een sociaal centrum zal niemand moeilijk doen. En dat je daar op zondag dan diensten houdt, is geen probleem. Zolang het juridisch gezien geen kerk is, is er niets aan de hand.

Sisi heeft ook een aantal kerken laten herbouwen die rond 2012 vernield zijn. Dat levert hem goodwill op. Maar vergeleken met het tijdperk-Mubarak –voor 2011– is er nu meer dictatuur en minder economie. Maar verrassend genoeg iets meer speelruimte voor de kerk. Christenen durven zich in de publieke ruimte weer te laten horen.”

U bent van huis uit historicus, geen theoloog. Hoe werd u in Egypte priester in de Anglicaanse Kerk?

„Ik ging naar Egypte in de hoop iets zinvols voor de kerk te kunnen doen. Vanuit mijn evangelische achtergrond vond ik Bijbelstudie en preken altijd al prachtig. Maar aanvankelijk was mijn gedachte: dat kunnen Egyptenaren zelf ook wel. Dus ben ik mij gaan richten op toerusting. Zo startte ik een uitgeverij. We brengen de Bijbelverklaring van Matthew Henry in het Arabisch op de markt. De vertaling van de verklaring van het Nieuwe Testament is klaar, aan die van het Oude Testament wordt gewerkt. Het gaat traag, je bent van veel mensen afhankelijk.

Een ander initiatief in Caïro is een dagverblijf voor verstandelijk gehandicapten, opgestart in samenwerking met de Koptisch-Orthodoxe Kerk en met steun uit Nederland. Daarnaast ben ik druk geweest met het opzetten van een mediabedrijf dat christelijke tv-programma’s aanbiedt in het Arabisch.

Om terug te keren naar de vraag: met al die initiatieven was ik op een gegeven moment zo druk dat ik concludeerde rond mijn vijftigste verjaardag het roer om te moeten gooien. Dat ik anglicaans priester zou worden, kon ik toen nog niet geloven. Maar hoe meer ik de anglicanen in Egypte leerde kennen, des te verraster ik werd over hun conservatieve, evangelicale standpunten. Ik kreeg goed contact met bisschop Mounir, het hoofd van de Anglicaanse Kerk in Egypte. Hij stond me toe om priester te worden zonder veel poespas. Ik kreeg een boek van de Brits-Canadese theoloog J. I. Packer om te bestuderen, vergezeld van de gevleugelde woorden: „Als je vragen hebt kom je maar.” Zo werd ik eerst diaken en niet veel later, in 2011, priester. Nauwelijks voorbereid. Ik was natuurlijk op theologisch gebied geen kleuter. Zo werkte ik aan een proefschrift over missiologie. Maar dat is nog niet hetzelfde als je voorbereiden op het priesterschap.”

Wat was uw geestelijke doel toen u priester werd?

„Ik belandde in een kleine, sterk vergrijsde gemeente in Heliopolis, een buitenwijk van Caïro. Er kwamen nog vijftien oude mensen naar de kerk. Ik werd verondersteld te zorgen voor gemeentegroei. Na enige tijd was het aantal kerkgangers bijna verdubbeld. Maar het waren er nog steeds minder dan dertig.

Dé grote groei kwam van vluchtelingen uit Sudan, die het oorlogsgeweld in het zuiden ontvluchtten. Inmiddels vangen we er 1100 van hen op. Deze mensen horen bij de onderklasse in het land. Zodra ze weer weg kunnen uit Egypte, gaan ze. Vanuit onze kerk is er een school opgezet voor de vluchtelingenkinderen. En we organiseren medisch werk onder deze groep.

Met deze mensen wilde ik een geestelijke gemeenschap creëren waarin mensen God en elkaar dienen. Op het terrein van de kerk is daarom een cafetaria gekomen met ruimte voor bijna tachtig mensen. Zo’n initiatief gaat tegen de kerkelijke cultuur in. Egyptenaren en Sudanezen zijn weliswaar gemeenschapsmensen, maar wat geloof en gebed betreft heel individualistisch.

In de wekelijkse preken kwam ik de afgelopen jaren telkens terug op de hoofdsom van de wet. Het draait uiteindelijk om God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf. God liefhebben is voor individualist al een heel ding. Maar je naaste als jezelf... Daarvan kijken mensen in Egypte echt op.”

U bent na uw terugkeer in Nederland in Utrecht gaan wonen, de stad waar u dertig jaar geleden studeerde. Welke verandering viel u het meest op toen u er weer rondreed?

„Dat de islam een prominente plek gekregen heeft in de samenleving. Pal naast Utrecht Centraal staat een enorme moskee. In Egypte zijn moskeeën een vertrouwd beeld. Maar het past op de een of andere manier nog niet in mijn beeld van Nederland dat je zo’n enorm gebedshuis in het hart van de stad kunt tegenkomen.”

Tijdens het gesprek keert de plaats van de islam in de samenleving regelmatig terug. Strengholt: „Ik erger me niet aan moslims. Hun religie is de mijne niet, maar dat ze eigen gebedshuizen willen, is logisch. Ik zou dat geen islamisering willen noemen. Waar ik me wel aan erger, is de islamisering van de publieke ruimte. Ik geef toe, dat is wat dubbel. Je kunt zoiets wel vinden en klagen over het verdwijnen van de Nederlandse cultuur, maar de vraag is natuurlijk waarom christenen zich niet meer laten horen en zien in de publieke ruimte.”

Toen het echtpaar Strengholt in september vorig jaar besloot terug te keren naar Nederland, was er weinig tijd over om de re-integratie in hun land van herkomst voor te bereiden. „Vandaar dat ik nu nog geen volledige baan heb. Ik wil eerst Nederland weer leren kennen. Wat ik na de oriëntatieperiode ga doen weet ik nog niet. Ik wil in de maatschappij iets betekenen. Dat is nog lastig. Als het gaat om de plaats van de islam in de samenleving ben ik bepaald niet de enige die daarover wat wil zeggen. Dus moet ik het misschien wel over een andere boeg gooien. Priester worden in een anglicaanse kerk in Nederland bijvoorbeeld. Daarover ben ik op dit moment in gesprek.”

Jos Strengholt

Jos Strengholt (1959) studeerde geschiedenis in Utrecht, met specialisatie de geschiedenis van de islam in het Midden-Oosten. In 1988 vertrok hij naar Egypte. Daar verwierf hij bekendheid met zijn verslaggeving van de Eerste Golfoorlog (1990-1991). Van huis uit was Strengholt gereformeerd synodaal, maar via evangelische gemeenten kwam hij uiteindelijk in de Anglicaanse Kerk terecht, waar hij sinds 2011 priester is.

Strengholt promoveerde in 2008 aan de Universiteit Utrecht op Evangelieverkondiging via Arabischtalige radio-uitzendingen in het Midden-Oosten.

De anglicaan houdt er de nodige websites op na en is erg actief op sociale media. Tijdens de revolutie van 2011 in Egypte stuurde Strengholt via Twitter tientallen berichten, waarmee hij de wereld op de hoogte hield van de ontwikkelingen in het land.

Strengholt is getrouwd en vader van drie dochters. Hij en zijn vrouw Adriënne keerden terug naar Nederland om de banden met hun kinderen te kunnen aanhalen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer