Voor de fiscus is een pleegkind een eigen kind
Steeds vaker ontmoet ik gezinnen die hun huis openstellen voor het opvangen van pleegkinderen. In veel gevallen gebeurt dat voor een lange periode. In de fiscale wetgeving wordt een pleegkind gelijkgesteld met een eigen kind.
Dit betekent dat alle fiscale voordelen ook van toepassing zijn op pleegkinderen. De gelijkstelling omvat ook het bloed- en aanverwantschap. Een ouder kan bijvoorbeeld voor een pleegkind een nabestaandelijfrente voor een bloedverwant in de rechte lijn vastleggen.
De vraag is alleen wanneer er sprake is van een pleegkind. In de jurisprudentie zijn daarvoor voorwaarden geformuleerd. Die houden in dat een pleegkind als een eigen kind moet worden opgevoed (opvoedingseis) en onderhouden (onderhoudseis). Daarmee wordt aangesloten bij de Algemene kinderbijslagwet. Daarin zijn dezelfde voorwaarden opgenomen. Ontvangt u voor het pleegkind kinderbijslag, dan wordt het ook door de fiscus als eigen kind behandeld.
Belangrijk is dat er nog steeds sprake is van een pleegkind als het kind als een eigen kind is onderhouden en opgevoed en de opvoeding een einde heeft genomen door omstandigheden die ook bij een eigen kind een einde aan zijn opvoeding zouden maken. Kortgezegd is het kind niet ineens pleegkind af als er niet meer wordt voldaan aan de opvoedings- en onderhoudseis. Dit is relevant indien de pleegouders een schenking willen doen aan het pleegkind of het in de toekomst tot erfgenaam willen benoemen. In die gevallen kan het pleegkind een beroep doen op de vrijstellingen die ook voor eigen kinderen gelden.
De opvoedingseis richt zich op de ideële band tussen de pleegouder en het kind. Er moet meer zijn dan enkel het financieel voorzien in de opvoeding. De pleegouders moeten gezag kunnen uitoefenen zoals gebruikelijk is in een ouder-kindrelatie. Ook wordt er gekeken naar het aantal dagen per week dat een pleegkind is ondergebracht bij de pleegouders. Als het kind het grootste gedeelte van de week niet bij de pleegouders woont, zal er niet snel worden voldaan aan de opvoedingseis. Ook bij een uitwisselingsprogramma met andere landen, waarbij tijdelijk voor kinderen wordt gezorgd, is niet snel voldaan aan de opvoedingseis.
Bij de onderhoudseis gaat het erom dat er tussen pleegouder en pleegkind een financiële band bestaat die de kosten van de opvoeding dekt. Wanneer er vanuit alimentatie of vanuit een voogdijvereniging financiële middelen worden ontvangen voor het onderhoud van het kind, is er geen sprake van een pleegkind. Uiteraard moet er worden gekeken naar de totale kosten van onderhoud ten opzichte van de ontvangen vergoeding. Wettelijk gezien wordt het ”in belangrijke mate onderhouden” van kinderen zelfs in bedragen uitgedrukt. Indien per kwartaal een bedrag van 416 euro is besteed voor onderhoud van het kind, wordt het kind in belangrijke mate onderhouden en kan het als pleegkind worden aangemerkt.
Bij schenken aan het pleegkind en het benoemen van het pleegkind als erfgenaam geldt nog een extra voorwaarde. Het pleegkind moet voor het tijdstip waarop het de leeftijd van 21 jaar bereikt, gedurende ten minste vijf jaar uitsluitend door de pleegouders als eigen kind zijn onderhouden en opgevoed. Pas na deze vijf jaar kan een beroep worden gedaan op de vrijstelling van een kind. Wees dan ook niet te vroeg met het schenken aan pleegkinderen!
De auteur is belastingadviseur bij Visser & Visser Belastingadviseurs. Reageren? fiscaal@refdag.nl