Meerouderkind verdient goede regeling
Kinderen in een meeroudergezin verdienen een goede wettelijke regeling, reageert mr. Helene Faasen.
Is het einde zoek? Wankelt het gezinsleven? Wordt de monogamie afgeschaft? Zo maar wat kreten die in de media zijn verschenen naar aanleiding van het verschijnen van het rapport van de Staatscommissie Herijking ouderschap: ”Kind en ouders in de 21ste eeuw”.
Het rapport adviseert over meerouderschap en een regulering van draagmoederschap. In het RD verschenen ook ongenuanceerde opmerkingen, opgetekend uit de mond van emeritus hoogleraar mr. M. J. A. van Mourik (RD 8-12). De man die vóór de openstelling van het huwelijk (2001) soortgelijke geluiden liet horen.
We zijn inmiddels vele jaren verder, echtscheidingscijfers van homomannen liggen lager dan van heterostellen, de monogamie bestaat nog en bovenal: kinderen die opgroeien in homo- en lesbogezinnen doen het volgens gerenommeerde nationale en internationale wetenschappelijke onderzoeken minstens net zo goed als kinderen die opgroeien in heterogezinnen.
Voorbarig
Het is bijzonder spijtig dat de heer Van Mourik het rapport niet had gelezen toen hij zijn commentaar gaf, want alle zaken waar hij zich zorgen over maakt worden al door het rapport ondervangen. Voorbarig en ongefundeerd commentaar vermindert het maatschappelijk draagvlak en schaadt daarmee kinderen die in deze situaties opgroeien.
Het rapport is geen regeling waarbij je op een maandagmiddag even kunt besluiten om gevieren een kind op te gaan voeden: het bevat een zorgvuldig begeleide procedure (gebaseerd op de in het rapport gemelde zeven pijlers van goed ouderschap) waarbij al vóór de conceptie de belangen van het kind worden gewaarborgd. Er is een verplichte inschakeling van een bijzonder curator die de belangen van het kind bewaakt en een uitgebreide toetsing door de rechter. Menige vechtscheiding in heterokringen zou hiermee zijn voorkomen.
Van Mourik vraagt zich ook af wat er in zo’n overeenkomst moet staan: dat staat eveneens uitgebreid in het rapport en het daarin opgenomen wetsvoorstel. Het ouderschap beperkt zich tot vier ouders die in maximaal twee huishoudens hun gezamenlijke kind opvoeden. Een ander sterk punt van het rapport is dat kinderen hun complete ontstaansgeschiedenis moeten kennen, niet alleen uit wie zij zijn geboren, maar ook hun genetische geschiedenis en wie er bij het proces betrokken zijn geweest (de partners van de biologische ouders, de eventueel ingeschakelde kliniek etc.). Deze verplichting om kinderen in te lichten over hun ontstaansgeschiedenis geldt overigens voor alle ouders, in welke gezinsvorm dan ook.
Grootfamilie
Waarom moet die wet nu veranderd worden?
De samenleving verandert continu. Eeuwen geleden groeiden we nog op in een grootfamilie waarbij de grootouders, ouders en kinderen samen de boerderij bewoonden. Nu zien we na een periode waarin we vooral een kerngezin (bestaande uit een vader, een moeder en hun kinderen) zagen, steeds meer gezinnen waarin kinderen opgroeien met meerdere volwassenen in hun gezin.
Kinderen verdienen in dat gezin veiligheid, ook het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind onderstreept dat. Een kind moet erop kunnen rekenen dat zijn ouders goede opvoeding en zorg bieden en dat ook zullen blijven doen. Het is aan de overheid om dat mogelijk te maken. Je moet je als kind indien een van je ouders bijvoorbeeld ernstig ziek is en zal gaan overlijden, niet ook nog eens zorgen hoeven te maken of de partner van deze ouder (dus een van jouw sociale ouders) dan ook nog eens uit je leven zal verdwijnen, alleen maar omdat de wetgeving tekortschiet.
Het is voor een kind verwarrend en onveilig als hij niet op elk van zijn ouders volledig een beroep kan doen. Waarom mag ouder 1 wel met mij naar de dokter en belangrijke zaken over mij beslissen en ouder 3 niet? Waarom beschouwt de wet een deel van mijn ouders niet echt als mijn ouders?
Stabiliteit
Al tientallen jaren begeleid ik in mijn praktijk ouders in niet-standaard gezinsvormen bij het juridisch vormgeven van hun kinderwens. Ouders in spe die meestal al vele jaren hiermee bezig zijn, met elkaar praten, die hele ouderschapsplannen uitschrijven, advies inwinnen, kortom, ouders die uiterst zorgvuldig vanuit de belangen van het kind proberen hun gezin vorm te geven. Ik zie die kinderen vanaf de zijlijn ook opgroeien. Het aardige van de functie van notaris is dat je cliënten regelmatig bij allerlei gelegenheden in het leven terugziet. Het zijn in de regel leuke en stabiele kinderen en gezinnen. Indien er in een enkel geval wel problemen zijn, dan hebben deze ouders al afspraken gemaakt over het tijdig inschakelen van advies en/of ondersteuning.
De leden van de staatscommissie hebben dit ook gezien en zijn vervolgens na twee jaar hard werken tot een weloverwogen rapport gekomen, dat het echt verdient om goed gelezen te worden. Een wettelijke regeling van meerouderschap doet kinderen recht!
Denkend aan Joël Voordewind en zijn voorstel tot het aanbieden van gezinscursussen aan ouders in spe: kinderen zijn winnaars in een stabiel gezin. Deze ouders zorgen al voor de emotionele stabiliteit, nu is het aan de wetgever om voor de juridische stabiliteit te zorgen.
De auteur is notaris.