Autosector mort om gedoe met bpm-aanschafbelasting nieuwe auto’s
De huidige regelingen rond de autobelastingen rammelen aan alle kanten nu automakers steeds meer inzetten op vergroening door elektrische modellen. Het voorstel om de bpm-tarieven volgend jaar verder aan te passen, omdat er in Den Haag van uit wordt gegaan dat benzineauto’s almaar zuiniger zullen zijn, zorgt voor gefronste wenkbrauwen bij onder meer brancheorganisaties BOVAG en RAI Vereniging.
Het ministerie van Financiën ging er volgens de branche jarenlang van uit dat brandstofauto’s elk jaar enkele procenten zuiniger zouden worden en paste daar jaarlijks de bpm-tarieven op aan. Dit om zich verzekerd te weten van belastingopbrengsten. In werkelijkheid is wat betreft brandstofmotoren al nagenoeg het maximaal haalbare bereikt als het gaat om zuiniger rijden. Veel automakers zetten ook liever in op de ontwikkeling van elektrische modellen dan het zuiniger maken van brandstofmotoren.
Concreet betekent dit volgens BOVAG dat een nieuwe Volkswagen Polo niet zuiniger is dan het model dat vier jaar geleden op de markt kwam. Maar voor de zogenaamde vergroening moest wel worden betaald. Daarnaast zijn elektrische modellen vrijgesteld van bpm. Alles bij elkaar is volgens de organisaties door verkeerde aannames sinds 2017 zo’n 1,5 miljard euro extra bpm opgehaald. De aanschaf van een auto viel door de bpm-aanpassingen tot wel 10 procent hoger uit.
Voor volgend jaar is een voorstel gedaan om de ‘fictieve vergroening’, de compensatie voor de op papier zuinigere auto’s, op 4,2 procent te zetten. Daarover wordt nu in de Tweede Kamer gesproken. Volgens BOVAG en RAI Vereniging is het beter om dit percentage op nul te zetten. Het enige dat wordt bereikt met de maatregel is dat de aanschaf van auto’s duurder wordt, aldus de klagers. BOVAG en RAI Vereniging rekenen voor dat de bpm voor de tien meest verkochte brandstofauto’s gaat stijgen met 18 tot wel 32 procent.
Jaarlijks leveren verschillende autobelastingen de schatkist om en nabij de 20 miljard euro op. Daartegenover staat dat 5 miljard tot 6 miljard euro terugstroomt naar infrastructurele projecten, aldus BOVAG. Staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën gaf al aan volgend jaar het gehele bpm-stelsel onder de loep te willen nemen. Volgens BOVAG is het huidige stelsel ten dode opgeschreven. Er zou meer gekeken moeten worden naar het gebruik in plaats van het bezit van een auto.