„Mantelzorg moet goed luisteren naar het fluisteren van zijn lichaam”
Coronacrisis of niet, mantelzorgers gaan door met het bieden van hulp. Nu de mogelijkheden om bij te tanken beperkter zijn dan gewoonlijk is extra alertheid geboden. „Mensen moeten goed luisteren naar het gefluister van hun lichaam, zodat dit niet overgaat in geschreeuw”, zegt zorgdeskundige Tanny Gunter.
Even staan de schijnwerpers op hen gericht. Deze dinsdag, de jaarlijkse Dag van de Mantelzorg. Als er ooit een tijd was dat de 4,4 miljoen mantelzorgers in Nederland zichzelf voorbij kunnen lopen, dan is het wel in deze crisisperiode. Vanwege de onduidelijkheid over de duur van maatregelen en omdat de vraag of degenen voor wie mantelzorgers zorgen besmet raken vaak door hun hoofd spookt.
„Mantelzorgers moeten zichzelf goed in de gaten houden om ontsporing te voorkomen”, zegt Tanny Gunter (64) uit Barneveld. Ze heeft dik veertig jaar werkervaring in de zorg en is bestuurder bij stichting Parousie, een christelijke organisatie die 24 uurszorg en begeleiding biedt aan mensen met een psychiatrische aandoening en een WMO-indicatie. Daarnaast runt ze haar adviesbureau, TAG Zorgmanagement & Consult.
Gunter verleende zelf mantelzorg aan haar inmiddels overleden ouders. Ze reisde jarenlang weekenden vanuit haar werk naar Zeeland, om ’s maandagsmorgens vroeg weer richting het oosten te rijden. „Ik heb dat gelukkig nooit als een last ervaren. Mijn familieleden, die allemaal in Zeeland wonen, deden overigens het meeste werk.”
Was het moeilijk een goede balans te vinden?
„Nee, dat komt ook doordat ik alleenstaand ben en ik mijn eigen keuzes kon maken. Bij veel mantelzorgers ligt dat anders. Zij ervaren een grote druk door wat er allemaal moet gebeuren. Tegelijkertijd nemen ze te weinig tijd om te herstellen van hun inspanningen, wat leidt tot een kort lontje en lichamelijke klachten.
Ik verzorg af en toe de workshop ”Vrouwen met talent” voor moeders uit de gereformeerde gezindte. Regelmatig vertellen deelnemers het moeilijk te vinden om hun aandacht goed te verdelen tussen hun pubers, kleinkinderen, ouders die mantelzorg nodig hebben en het huishouden. Ik druk alle vrouwen op het hart om te luisteren naar het fluisteren van hun lichaam om te voorkomen dat hun lijf gaat schreeuwen.”
Wanneer moeten er alarmbellen gaan rinkelen?
„Als mantelzorgers minder goed tot slecht gaan slapen, hoofdpijn krijgen en zelfs migraine, een opgejaagd gevoel hebben, geen trek in eten hebben en wanneer er psychische klachten ontstaan. Negeer die signalen niet, maar ga naar de huisarts en kijk samen wat verlichting kan geven.”
Is hulp vragen lastig?
„Sommigen denken dat er niemand is die hen kan ontlasten. Terwijl er vrijwel altijd iemand valt te vinden –een neef, een nicht, een gemeentelid– die bij wil springen. Het is niet zo dat je de regie verliest als je hulp accepteert. Mantelzorgers die het zichzelf niet meer toestaan om iets ontspannends te doen, kunnen het nuttige met het aangename verenigen. Laat iemand een uurtje je taak overnemen, zodat je even de deur uit kunt.”
Wat kunnen mantelzorgers nog meer doen om het vol te houden?
„Lees dagelijks in de Bijbel en vouw je handen. Zorg voor een vaste dagstructuur en plan herstelmomenten voor jezelf. Wanneer je die momenten een vaste plek in je agenda geeft, worden ze vanzelfsprekender en zul je je uiteindelijk niet meer schuldig voelen als je tijd voor jezelf reserveert. Prioriteiten stellen, zorgt voor ruimte in je hoofd. Zoek een maatje tegen wie je aan kunt praten.”
Wat verraste u de afgelopen tijd?
„Vanzelfsprekendheden zijn weggevallen. Mensen leven in onzekerheid over het rondwarende virus en de duur van de maatregelen. Gelukkig zie ik in mijn kerkelijke gemeente, de gereformeerde gemeente in Nederland van Barneveld, én in de samenleving dat mensen elkaar niet uit het oog verliezen.
Ze zijn creatief in hun zoektocht naar mogelijkheden om elkaar te steunen. Denk aan de beren die achter ramen werden gezet om kinderen te plezieren. Kinderen bellen op hun beurt aan bij ouderen met de vraag of ze boodschappen voor hen kunnen doen. Tegenwoordig zwaai ik naar mensen die ik tijdens een wandeling door de buurt achter het raam zie zitten. Eerder ervoer ik een drempel om dat te doen. Grappig genoeg zwaaien buurtbewoners terug.”
Waar baart u zorgen?
„Bij mantelzorg denken we vaak automatisch aan volwassenen die klaarstaan voor ouderen, maar er zijn ook veel kinderen en jongeren die mantelzorg verlenen. Omdat hun vader of moeder kampt met een psychische aandoening of een chronische ziekte, of omdat hun broertje of zusje een beperking heeft.
Het raakt mij hoeveel zorg sommigen jaar in jaar uit bieden. Kunnen die smalle schouders zo’n zware last wel dragen? In hoeverre kunnen ze nog gewoon kind zijn? Ook jonge mantelzorgers moeten met vrienden kunnen optrekken en momenten voor zichzelf hebben.”