Ondanks fel verzet houdt Rutte avondklok achter de hand
Ook premier Mark Rutte zelf is niet blij met het vooruitzicht dat in bepaalde regio’s misschien een avondklok zal gelden. Maar het is mogelijk wel „noodzakelijk” om in bepaalde gebieden mensen te verbieden ’s avonds op straat te gaan. Ondanks verzet uit de Tweede Kamer, wil Rutte de maatregel achter de hand houden
D66 en de PVV, die doorgaans juist lijnrecht tegenover elkaar staan, vonden elkaar in hun felle kritiek op de avondklok. Fractievoorzitter Rob Jetten van coalitiepartij D66 vindt de maatregel erg ver gaan. „Een overheid die voor zes uur per dag gaat zeggen: u mag niet naar buiten, maar eigenlijk niet goed kan aantonen hoe het gehandhaafd gaat worden? Ik ben nog steeds niet overtuigd”, zegt hij. Bovendien geeft zowel het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding als RIVM-chef Jaap van Dissel aan dat het effect van zo’n avondklok niet duidelijk is. Volgens Rutte is er geen „eigenstandig effect” van het verbod, „maar indirect natuurlijk wel”.
Dat is niet stevig genoeg, vindt PVV-leider Geert Wilders. „Het kan toch niet zo zijn dat u als liberaal mensen gewoon verbiedt om na 22 uur op straat te gaan?” vraagt hij zich af. „Dat is gigantisch, misschien wel de meest vergaande inperking die het kabinet dit jaar heeft voorgesteld. En in alle redelijkheid: die is buitenproportioneel.” De leider van de grootste oppositiepartij wijst erop dat zo’ n avondklok " doet denken aan de donkerste tijden” uit onze geschiedenis: Nederland heeft voor het laatst in de Tweede Wereldoorlog zo’n maatregel gekend.
Ook komt er veel bureaucratisch gedoe kijken bij een avondklok. Voor onder anderen mensen die avonddiensten werken in bijvoorbeeld de zorg zullen uitzonderingen gelden. Mensen die ’s avonds noodgedwongen de straat op moeten, zullen dit op een of andere manier moeten bewijzen, zegt Rutte. Het kabinet kijkt nog hoe dat kan.
Toch houdt Rutte vol dat in sommige regio’s zo’n avondklok kan helpen als het aantal besmettingen daar te lang blijft oplopen. Zo’ n regeling verkleint het aantal samenkomsten „onherroepelijk”, aldus de premier. Het maakt het ook makkelijker om feestjes, zowel thuis als in de buitenlucht, te voorkomen. Mensen die naar zo’n feest gaan, worden namelijk „preventief” al bekeurd wanneer ze zich op straat bevinden.
Dat betekent overigens niet dat hij staat te springen om de avondklok in te voeren: „Net zoals ik de café’s en restaurants niet wil sluiten, wil ik de buurthuizen en de bibliotheken niet sluiten. Ik vind het allemaal verschrikkelijk”, zegt de premier in debat met de Tweede Kamer. " Maar we hebben in Nederland te maken met een levensgevaarlijke pandemie, waar veel mensen aan overlijden. Dan moet je helaas ook dingen doen die je absoluut niet zou willen doen, maar wel noodzakelijk zijn.”