Theologenblog: Hoe het kwaad van Nice overwinnen?
Twee dagen na de herdenking van de onthoofde leraar Samuel Paty in de Tweede Kamer bracht de aanslag in een basiliek in Nice de schok nog dichterbij. Als imitatie van de moord op een docent die anti-islamisme bespreekbaar wilde maken, zijn nu gewone kerkgangers slachtoffers van bruut geweld, eenvoudig omdat ze christen zijn en geen moslim. En dat alles heel dichtbij. Wat doet dit met ons?
Bij mij bracht het onmiddellijk een persoonlijke herinnering boven. Ik gaf les over het boek Openbaring in N’djamena, de hoofdstad van Tsjaad, in een regio waar bedreiging van christenen aan de orde van de dag is. Na het visioen dat Johannes in dat boek te zien krijgt over een vrouw die bewaard wordt in de woestijn, symbool voor het volk van God (in Openbaringen 12), volgen twee visioenen waaruit blijkt hoe die vrouw bedreigd wordt. Er komt een bloeddorstig draakachtig monster op haar af, in dienst van de satan. En nog een ander beest, dat er uitziet als een onschuldig lam, maar eveneens in dienst is van de duivel. Beide symbolen vatten de bedreigingen samen waar de kerk mee te kampen heeft. Enerzijds is er de duivel op klompen: rechtstreekse brute aanvallen; en anderzijds de duivel op kousen: de verleiding die de kerk binnensluipt om ontrouw te worden, waar God trouw vraagt aan zijn Woord.
Ik legde uit dat ik die bedreiging van verleiding ken als westerse christen, maar een werkelijke bedreiging met geweld van buiten eigenlijk niet. Precies op dat moment hoorden we dat er vlak bij de stad tachtig kinderen waren vermoord door Boko Haram, omdat ze christen waren. En het bleek reëel dat de terreur snel nog dichterbij kon komen. Opeens werden de woorden uit Openbaring angstig actueel en spraken we met elkaar over de werkelijkheid van de troost uit het visioen: de vrouw wordt tóch bewaard. God draagt zijn volk, dwars door alles heen, naar zijn toekomst. De studenten pakten de beelden op als waarschuwing om oog te hebben voor de aanvallen, die ons van te voren geprofeteerd zijn. Maar de motivatie van de studenten om juist in hun moslimomgeving het Evangelie te gaan brengen werd er niet minder om. We hebben een boodschap voor deze mensen, ook als zij nu de islamideologie volgen. Ze herhaalden daarmee de essentie van het visioen vóór Openbaring 12, waar de kerk getekend wordt met het symbool van twee getuigen die bedreigd worden maar zúllen blijven spreken.
De zekerheid waarmee deze studenten de troost van het laatste Bijbelboek beaamden en tegelijk hun taak daarin herkenden, kwam bij het bericht uit Nice opnieuw boven. Zekerheid, troost, én een uitdaging. De uitdaging om niet in demoniserende beelden te denken, maar om mensen te blijven zien, die dezelfde boodschap nodig hebben als ikzelf: de boodschap van de liefde van Christus.
Demoniserende beelden zetten ”ons” tegenover ”hen”, die eigenlijk geen mensen meer zijn. Dat legitimeert vervolgens een denken uit wraak. Het boek Openbaring wijst ons, net als de hele Bijbel, een andere weg. „Mij komt de wraak toe”, zegt God. Uiteindelijk is Hij degene die alle dingen zal recht zetten. Waar mensen dat zelf denken te kunnen doen, op grond van wraakgevoelens, gaat het altijd mis. Alleen God komt de wraak toe. Dat is de reden dat je je niet hoeft te laten overwinnen door het kwade, maar een ánder antwoord kan geven: het kwade overwinnen door het goede (Romeinen 12:19,21). De motivatie daarvoor kunnen wij, net als die Afrikaanse studenten, putten uit de zekerheid, dat God de dingen recht zál zetten.
Michael Mulder is universitair docent Nieuwe Testament en Judaica aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.