Excuus, excuus... en toch een tuchtzaak
Aanstaande moeders begeleiden tijdens hun zwangerschap; elke huisarts zet daarbij zijn beste beentje voor. Het is dan extra zuur als een patiënte door een vervelende vergissing met de verkeerde medicatie naar huis wordt gestuurd.
Er zijn websites die betogen dat een zwangere vrouw de meeste vreugde beleeft aan het derde trimester van haar zwangerschap, dat met ingang van de 28e zwangerschapsweek begint. Dat moge zo zijn; het derde trimester staat ook afzonderlijk genoemd in het Farmacotherapeutisch Kompas, dat bij alle dokters hoog staat aangeschreven. Het handboek geldt als dé gids bij aarzelingen of vragen over het voorschrijven van medicijnen. Bijvoorbeeld tijdens de zwangerschap.
Een huisarts die actief is in Noordwest-Nederland is zich gelukkig terdege van de status van het boekwerk bewust. Tegenover zit hem een zwangere vrouw die klaagt over pijn in haar linkerzijde. Nierstenen, oppert ze. Na onderzoek geeft de arts haar gelijk. Alle symptomen wijzen erop dat de diagnose die ze over zichzelf stelde, klopt.
Injectie
Over de aandoening is de richtlijn Urinesteenlijden, opgesteld door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), duidelijk: hier is een injectie met de ontstekingsremmer Diclofenac op zijn plaats. Heeft de arts het middel ingespoten, dan kan de patiënt met Diclofenactabletten naar huis worden gestuurd. Maar het NHG zegt nog meer: er kunnen omstandigheden zijn waarin de ontstekingsremmer beter niet kan worden voorgeschreven. In dat geval is morfine het alternatief.
Om te achterhalen om welke omstandigheden het gaat, slaat de huisarts het Farmacotherapeutisch Kompas erop na. Bij een zwangere patiënte is het uitkijken geblazen, zo blijkt al snel. In het eerste en het tweede semester mag Diclofenac nog worden gebruikt, maar dan alleen op strikte indicatie, zo kort mogelijk en in een zo laag mogelijke dosering. In het derde trimester is het middel taboe.
Vlug rekent de huisarts uit dat Diclofenac bij deze patiënte nog net kan. Hij zet de spuit, schrijft een recept uit en wenst haar beterschap. Die wens komt uit. De klachten verdwijnen, het doosje met medicijnen op het nachtkastje blijft verder onaangeroerd.
Toch wordt de vrouw, die 29 weken zwanger is, geplaagd door een nietpluisgevoel. In verwachting zijn en dan ontstekingsremmers slikken; klopt dat wel? Voor de zekerheid trekt ze er twee dagen later over aan de bel bij haar verloskundige. Die slaat alarm: de arts heeft zich misrekend. Snel geeft ze de misser aan hem door.
De arts, die meteen zijn fout erkent, schrikt. Snel schrijft hij morfine voor in plaats van Diclofenac. Ook verontschuldigt hij zich bij zijn patiënte, maar die stelt hem gerust: doordat de klachten al na de injectie verdwenen, heeft ze geen medicatie meer gebruikt.
De twee spreken af dat de vrouw voor de zekerheid haar urine zal laten controleren en bij klachten contact zal opnemen. Twee maanden later laat de verloskundige weten dat de patiënte is bevallen van een zoon.
Verontwaardigd
Eind goed, al goed? Toch niet, want een halfjaar later wordt het medisch tuchtcollege in stelling gebracht. Dat zit lelijk met het klaagschrift in zijn maag. Waarom nog iemand op het matje roepen die al zijn excuses heeft aangeboden?
De ene na de andere poging om met de verontwaardigde moeder in contact te komen mislukt. De behandeling van de zaak moet dus doorgaan, de klacht wordt niet ingetrokken. Het tuchtcollege rest weinig anders dan die ook gegrond te verklaren: dat de arts een domme rekenfout maakte, staat vast.
Gelukkig voor hem loopt de vervelende kwestie ook in dat opzicht met een sisser af. De tuchtraad is niet verplicht om na elke klacht die hout snijdt een sanctie op te leggen. En maakt van die vrijheid dankbaar gebruik.
In deze maandelijkse rubriek staat een actuele medische tuchtzaak centraal.