Excuses overheid wegens gedrag jegens Joden vóór oorlog nog meer nodig
Premier Rutte heeft aan de Joodse gemeenschap excuses aangeboden voor het overheidshandelen tijdens de bezetting. Voor het optreden van de regering na de Kristallnacht in 1938 zijn verontschuldigingen echter nog meer op hun plaats.
De meeste protestantse kerken hebben hun schuldbelijdenis tegenover de Joden gekoppeld aan de herdenking van de Kristallnacht (Reichspogrom; 9 op 10 november 1938). Een goede keus want de kerkleiders hadden toen nog alle vrijheid om hun mening te uiten, zolang ze tenminste niet ons ‘bevriende staatshoofd’ Hitler beledigden. Dat was niet denkbeeldig. Zo kwam ds. A. M. B. uit Brabant voor de politierechter omdat hij op een bespreking Hitler een boef zou hebben genoemd. De man ontkende en kwam vrij maar verschillende personen kregen daadwerkelijk boetes voor belediging van Hitler.
Premier Rutte bood op 20 januari namens de regering aan de Joodse gemeenschap excuses aan voor het overheidshandelen tijdens de bezetting. Een mooi gebaar maar in het kader van wat er na de Kristallnacht gebeurde, liggen excuses voor de periode van de jaren vóór de bezetting veel meer voor de hand. Het vierde kabinet-Colijn regeerde over een nog vrij land maar de reactie op de Kristallnacht was beneden alle peil. In plaats van een protest aan het adres van de Duitse ambassadeur in Den Haag reageerde Colijn IV met verscherpte grensbewaking. Vluchtende Joden werden zonder pardon teruggezet over de grens. De burgemeesters in de grensgemeenten kregen via een geheime circulaire het bevel om alleen vluchtelingen toe te laten die in levensgevaar waren. Minister Goseling had een opmerkelijke visie. Opsluiting in een concentratiekamp viel volgens hem niet onder de definitie van levensgevaar. De burgemeester van Dinxperlo werd net voor Kerst 1938 oneervol ontslagen omdat hij het bevel van Goseling negeerde. Terecht, zo bleek achteraf tijdens een rechtszaak.
Patrouilles
De grensovergang bij Vaals was een hotspot nadat de grote synagoge van Aken, waarin de ouders van Anne Frank nog waren getrouwd, in vlammen was opgegaan. Onze regering had snel gereageerd door voldoende bewaking in te zetten om de Joodse vluchtelingen tegen te houden. In de weken na de Kristallnacht waren er overal langs de Duitse grens patrouilles.
Naast scherpe reacties in de kranten waren er ook krantenfoto’s die kennelijk voor een andere beeldvorming moesten zorgen. Zoals een bij het drielandenpunt bij Vaals gemaakte foto, met als verbijsterend onderschrift: „Vanwege de Joodsche vluchtelingen is de grensbewaking in Zuid-Limburg aanmerkelijk versterkt. Een typisch plaatje aan het drielandenpunt bij Vaals; een Nederlandsch soldaat en een maréchaussee, een Duitsche S.S.-man en twee Belgische gendarmen in een gemoedelijk onderhoud.” De foto met dit onderschrift verscheen een week na de Kristallnacht in diverse dagbladen zoals De Haagsche Courant, de rooms-katholieke De Grondwet en De Banier van de SGP.
Kamp Westerbork
Premier Colijn suste protesten tegen het optreden van de grensbewakers door op kosten van de Joodse gemeenschap een barakkenkamp bij Westerbork te laten bouwen voor een beperkt aantal vluchtelingen. Na de mobilisatie bouwde men rustig door. Nota bene nog op 6 mei 1940 haalde de marechaussee Perla Keller uit het huis van haar familie in Den Haag en bracht haar naar Kamp Westerbork. Ze was na de Kristallnacht uit Duitsland gevlucht en dus illegaal in ons land.
Waarom bood onze regering nooit excuses aan voor dit wangedrag? De feiten waren toch bekend. Op 6 november 2018 mocht ik mijn boek ”Kristallnacht en Kamp Westerbork” aanbieden aan de leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, met deze petitie: ”80 jaar na de Kristallnacht is het tijd voor excuses aan Joodse gemeenschap.” Het is nu 82 jaar na de Kristallnacht.
De auteur is schrijver en uitgever van meerdere boeken over de Holocaust en antisemitisme. De redactie sluit de discussie over schuldbelijdenis aan het Joodse volk tot na de zondag van verootmoediging en schuldbelijdenis (15 november).