God is liefde
Johannes 3:16
„Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.”
Wat men liefheeft, daarvoor heeft men lijf en leven over. Men stelt daarvoor gaarne en gewillig alles in de waagschaal. Geduld, kuisheid, matigheid, enzovoort: dat zijn ook kostbare deugden, maar ze zijn in vergelijking met de liefde gering. Deze sluit alle andere deugden in zich en heeft ze in haar gevolg. Wie vroom en rechtvaardig is, doet niemand onrecht en geeft een ieder wat hem toekomt. Maar waar de liefde is, daar geeft de mens zichzelf geheel en al, daar is hij bereid en gewillig tot al hetgeen waarin men hem nodig heeft.
Zo zegt Christus hier dat de Heere, onze God, ons geeft. Niet uit geduld, of omwille van verdienste of recht, maar uit kracht van de hoogste deugd: de liefde. Nu moest ons eigenlijk het hart opspringen van vreugde en moest alle treurigheid verdwijnen, als wij zo’n onpeilbare liefde van het hart van God ons voor ogen stellen en van harte geloven dat God de hoogste en grootste Gever is en dat zodanig geven voortvloeit uit de hoogste deugd. Zo’n wijze van geven, namelijk dat het Geschenk een gave der liefde is, maakt het Geschenk nog veel groter en kostbaarder. Zoals men zegt: het is van een lieve hand, als men weet dat men iemand van harte liefheeft. Wederom acht men het Geschenk niet veel waard, als men aan de oprechtheid van het hart twijfelt.
Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg (”Gods liefde in Christus”, preek uit 1538)