Vergeet de meest kwetsbaren niet
Strengere maatregelen op komst, weer minder bezoekers in de kerkdiensten: de coronacrisis beheerst sterk het gesprek van de dag. De gevolgen van de pandemie op het maatschappelijk leven zijn dan ook groot. Hebben we bijvoorbeeld werkelijk in kaart hoeveel mensen om ons heen in eenzaamheid vervallen?
Wereldwijd zijn de gevolgen nog verstrekkender. Voor het eerst in twintig jaar neemt het aantal mensen dat in extreme armoede leeft weer toe, berichtte de Wereldbank vorige week. De VN-organisatie ziet een direct verband met de coronacrisis. De prognose is dat er dit jaar 88 tot 115 miljoen mensen in extreme armoede bijkomen, wat betekent dat ze moeten rondkomen van minder dan 1,60 euro per dag.
Een voor de hand liggend gevolg ervan is honger. Cijfers daarover zijn dan ook zeker zo alarmerend. Het Internationaal Monetair Fonds verwacht dat er nog voor het einde van 2020 230 miljoen mensen honger zullen lijden. Dat is een toename van 80 procent ten opzichte van de situatie vóór de pandemie.
Het is goed deze cijfers even goed tot ons door te laten dringen, voordat we dinsdagavond na de warme maaltijd op de bank de nieuwe maatregelen van het kabinet volgen. Er is geen enkele reden de impact van de coronacrisis voor velen in onze eigen maatschappij weg te relativeren. Een blik ver over de grens kan echter wel helpen onze eigen problemen in het juiste perspectief te zien. Wij zijn er bepaald niet de enige slachtoffers van, en zeker niet de zwaarste.
De cijfers onderstrepen daarnaast dat de inmiddels bekende lijstjes met dagelijkse besmettingen en slachtoffers lang niet alles zeggen. Corona heeft ook grote gevolgen voor miljoenen mensen die wereldwijd als gevolg van strenge maatregelen hun baan zijn kwijtgeraakt en daardoor in acute problemen komen. In veel landen geldt namelijk dat verlies van werk ook verlies van alle inkomsten betekent. De sociale gevolgen van de crisis zijn er veel groter dan de directe.
De zorgelijke tendenzen rond armoede en honger zijn een appel aan westerse landen de blik nu niet enkel te richten op het eigen land. De gevolgen van een wereldwijde pandemie kunnen onmogelijk op eilandjes aangepakt worden. Het is meest fundamenteel een kwestie van solidariteit, maar ook van realiteitszin. Het heeft simpelweg gevolgen voor de internationale economie als die in delen van de wereld instort.
Het was in dit licht een uitstekend signaal van het Noors Nobelcomité om vorige week de Vredesprijs toe te kennen aan het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties. Daarmee vroeg het comité blijvende aandacht voor slepende conflicten in de wereld, maar ook voor de samenhang met honger en de coronacrisis. De prijs valt te zien als een dringende oproep de meeste kwetsbaren op de wereld niet te vergeten. Dat geldt net zo goed in de onmiddellijke omgeving. Al te gemakkelijk duikt juist in crisistijd de aloude vraag van Kaïn op: „Ben ik mijns broeders hoeder?” Ja dus.