Bush’ ontwapening lijkt „rekentruc”
De „eenzijdige ontwapening” van de Amerikaanse president Bush blijkt minder indrukwekkend dan hij vorig jaar suggereerde. Dat bleek afgelopen week tijdens een briefing van parlementariërs in Washington door het ministerie van Defensie.
Tijdens het bezoek van de Russische president Wladimir Poetin aan Amerika maakte president Bush vorig jaar november bekend dat de Verenigde Staten hun kernwapenarsenaal eenzijdig zouden terugbrengen van meer dan 10.000 kernkoppen naar een niveau van 1700 tot 2200.
Bush heeft nu besloten het niveau van direct inzetbare kernwapens tegen 2012 niet verder te reduceren dan 2200. Dat is dus de bovengrens van de marge die president Bush in november aangaf.
Verder zullen 2400 kernwapens in reserve worden gehouden in wat wordt genoemd een „responsive force.” Deze kernwapens zijn niet direct gemonteerd op raketten of geplaatst in onderzeeërs, maar zij kunnen op korte termijn inzetbaar worden gemaakt als dat nodig mocht zijn. De rest van de kernwapens gaat in een soort inactieve opslag als reserve. De enige groep kernwapens die werkelijk wordt vernietigd, betreft ruim 600 koppen van het verouderde type W62’s.
Dat betekent concreet dat er van de huidige 10.656 kernkoppen waarover de VS momenteel beschikken, in 2012 nog 9980 over zullen zijn. Een deel daarvan weliswaar in inactieve toestand, maar altijd beschikbaar om op termijn weer in te zetten.
„Dit is geen ontwapening, dit is een rekentruc. Dit is bijzonder gevaarlijk, want de Russen zouden nu kunnen besluiten hetzelfde te doen. Dat betekent dat daar een groot en verouderd kernwapenarsenaal onder allesbehalve perfecte omstandigheden overeind blijft. Een ideaal doelwit voor terroristen die zich van dit soort wapens meester willen maken”, zo meent senator Carl Levin, lid van de defensiecommissie van de Senaat in Washington.